Centraal Planbureau: er valt deze verkiezingen echt iets te kiezen
De onderlinge verschillen in de financieel-economische keuzes van de partijen bij de Kamerverkiezingen zijn groot. Dat zegt het Centraal Planbureau, dat de verkiezingsprogramma's heeft doorgerekend (.pdf).
Het CPB heeft alle partijen die oktober vorig jaar in de Tweede Kamer zaten benaderd en daarvan hebben er elf van de mogelijkheid gebruik gemaakt om hun programma's te laten doorrekenen.
Weer geld uitgeven
Volgens CPB-directeur Van Geest valt er echt wat te kiezen: domineerden bij de vorige verkiezingen voorstellen om te bezuinigen, nu draait de economie beter en willen partijen weer geld uitgeven. Van Geest zegt dat vooral op het gebied van structurele werkgelegenheid, koopkracht en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn de verschillen groter zijn dan bij vorige verkiezingen.
Alle programma's hebben een positief effect op de economische groei. De groei gaat vaak samen met extra werkgelegenheid. Volgens het CPB neemt de werkgelegenheid op lange termijn bij de VVD het meest toe. Ook bij D66, GroenLinks, de PvdA en VNL gaat hij omhoog. Bij Denk is dat percentage nul en bij SGP, CDA, ChristenUnie, SP en Vrijzinnige Partij verslechtert de werkgelegenheid.
Wordt naar de wat kortere termijn gekeken, dringt de SP de werkloosheid het meest terug. Volgens het CPB komt dat onder meer doordat de partij de AOW-leeftijd verlaagt en de groep werklozen dus kleiner wordt. Bij de SP en de PvdA neemt op korte termijn de werkgelegenheid bij overheid en zorg samen het meest toe, in de marktsector is er de grootste toename bij de VVD.
Alle partijen verzwakken de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn op zijn minst een beetje. De VVD scoort het best bij de houdbaarheid, de Vrijzinnige Partij het slechtste. Met uitzondering van de Vrijzinnige Partij komen alle partijen na de macro-economische doorwerking uit op begrotingsevenwicht of op een positief saldo.
Ook bij alle deelnemers verbetert de koopkracht van werkenden. Dat geldt niet voor uitkeringsgerechtigden, die er bij de VVD, SGP en Denk op achteruitgaan. Bij alle partijen met uitzondering van de SGP verbetert de koopkracht van gepensioneerden.
De grootste toename van de koopkracht over alle huishoudens samen is te vinden bij de Vrijzinnige Partij, VNL, SP, PvdA en GroenLinks. Vooral bij de SP neemt de inkomensongelijkheid op lange termijn af, bij VNL neemt hij het meest toe.
Geen winnaars of verliezers
Het CPB benadrukt dat het zich onthoudt van waardeoordelen en dat het geen winnaars of verliezers aanwijst. Ook brengt het zelf enige relativering aan: de resultaten geven het beeld van wat er zou gebeuren als een partij de absolute meerderheid haalt en haar hele programma kan uitvoeren. En dat is geen realistisch scenario
Om uiteenlopende redenen deed een aantal partijen niet mee aan de doorrekening. PVV, 50Plus en Partij voor de Dieren wilden geen gegevens aanleveren.