NOS NieuwsAangepast

Decembermoordenproces: het bewijs tegen Bouterse

  • Aniete Coelingh

    Buitenlandredacteur

  • Aniete Coelingh

    Buitenlandredacteur

Het standbeeld van koningin Wilhelmina aan de Surinamerivier staat nog altijd als stille getuige naast Fort Zeelandia, waar in 1982 vijftien mannen werden gemarteld en geëxecuteerd. Wat gebeurde er precies op deze plek? En wat was de rol van Desiré Delano Bouterse, destijds bevelhebber, nu president van Suriname? Hier zetten we de feiten op een rij.

Het uitgevoerde scenario

De vijftien slachtoffers zijn zeer vooraanstaande Surinamers. Ze zijn actief als vakbondsleider, militair, advocaat of journalist. Ze hebben één ding gemeen: ze leveren openlijk kritiek op, of voeren democratisch verzet tegen het regime dat aan de macht is gekomen door een coup in 1980, door een groep sergeanten met aan het hoofd Desi Bouterse.

Proces decembermoorden niet langer taboe in Suriname

De militairen verklaren dat deze mannen een tegencoup wilden plegen en dat ze vervolgens op de vlucht zijn doodgeschoten. Maar al in het mortuarium blijkt dat die lezing zeer ongeloofwaardig is.

De slachtoffers zijn, duidelijk zichtbaar, doorzeefd met kogels in hoofd en lichaam. Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, noemt de lezing van de militairen "de grootste leugen uit de vorige eeuw". De moorden zijn volgens hem onderdeel van een vooraf geschreven scenario.

Hugo Essed (L), advocaat van de nabestaanden

In de jaren daarna wordt niemand berecht voor de moorden. Een van de openbaar aanklagers in die tijd, Ramon de Freitas, onderzoekt de zaak in de jaren 80. Volgens hem verdwijnt, nog voordat de zaak is opgestart, het dossier op mysterieuze wijze uit de kluis waar hij het heeft opgeslagen.

Pas in 2000, een maand voordat de moorden verjaren, komt er door de vasthoudendheid van de nabestaanden een gerechtelijk vooronderzoek. In 2007 begint het strafproces tegen Bouterse en 24 andere verdachten.

Welke vragen zijn er nog?

De grote vraag die de gemoederen al jaren bezig houdt, is wat de rol was van Desi Bouterse bij de moorden. Hij ontkent dat hij aanwezig was in Fort Zeelandia toen de executies werden uitgevoerd. Als hoofdverdachte wordt hij in 2000 gehoord in het gerechtelijk vooronderzoek, maar hij komt nooit opdagen bij de zittingen.

Bouterse vindt dat hij alleen de politieke verantwoordelijkheid draagt voor wat er is gebeurd, omdat hij destijds bevelhebber was van het leger. Maar van een rechtszaak wil hij niets weten.

Hij noemt het een politiek proces. "Wat men wil doen is aangeven: Bouterse heeft die trekker overgehaald, hij heeft geschoten. Dat wil men doen om hem zogenaamd uit te schakelen."

Welke aanwijzingen zijn er?

Verschillende getuigen verklaren in de jaren na de moorden dat ze Bouterse in het fort hebben gezien tijdens de executies. Er is maar één slachtoffer dat het kan navertellen: vakbondsleider Fred Derby. Hij wordt als enige gespaard door Bouterse en naar huis gebracht op de avond van 9 december. In de jaren 90 doet hij zijn beklemmende verhaal aan verschillende journalisten en aan justitie.

Fred Derby in 1999

Derby vertelt dat hij op 8 december, net als de andere verdachten, uit de cel wordt gehaald en voor Bouterse moet verschijnen in zijn kantoor in het fort. Tijdens dit 'tribunaal' beslist Bouterse over het leven van de mannen.

De vakbondsleider beschrijft hoe hij samen met de andere verdachten doodsangsten uitstaat terwijl hij, staand in zijn onderbroek in de cel, de repeterende schoten hoort. Hij denkt dat hem hetzelfde lot wacht. Maar Bouterse laat hem gaan en Derby ziet dan de lijken van twee slachtoffers.

Waarom Bouterse Derby niet ombrengt, is nooit helemaal duidelijk geworden. Bouterse verklaart zelf in het vooronderzoek dat Derby voor hem werkte als infiltrant. Derby ontkent dit in een gedreven relaas tijdens een persconferentie in 2001. Hij overlijdt later dat jaar, ver voor de start van het proces.

Welk bewijs is er in de rechtszaak naar boven gekomen?

Naast Derby leggen ook andere getuigen een aantal belastende getuigenverklaringen af. Onno Flohr, een van de leden van het vuurpeloton, verklaart dat Bouterse bij de executies aanwezig is, maar niet zelf heeft geschoten.

Een opzienbarende getuigenis is die van Ruben Rozendaal, zelf verdachte. In zijn eerste verhoor verklaart hij dat Bouterse niet in het fort was. Rozendaal zegt dat hij na die verklaring een bedrag van bijna 10.000 Amerikaanse dollar kreeg van Bouterse, als dank.

Maar hij krijgt wroeging en besluit in 2012 alsnog een belastende verklaring tegen Bouterse af te leggen in de rechtszaal. Volgens Rozendaal heeft Bouterse zelf ook twee mannen doodgeschoten: vakbondsleider Cyril Daal en militair Surendre Rambocus.

Fort Zeelandia in Paramaribo, de plek waar de Decembermoorden plaatsvonden

Advocaat Essed wil niet ingaan op het bewijs dat is geleverd, omdat hij zelf nog aan het woord komt in het proces. "Maar het is niet relevant of Bouterse zelf de trekker heeft overgehaald om te bepalen of hij schuldig is of niet", zegt hij.

Al met al lijkt er voldoende bewijs dat Bouterse tijdens de executies wel degelijk aanwezig was op het fort.

Hoe groot is de kans dat Bouterse de cel in gaat als hij schuldig wordt bevonden?

Als staatshoofd heeft hij volgens de Surinaamse wet geen immuniteit. Bij een veroordeling moet hij worden opgehaald door de politie, eventueel ondersteund door het leger. Of dat ook zal gebeuren is niet duidelijk. "Wie gaat hem thuis ophalen?", is in Suriname een veelgestelde vraag. Hij kan bovendien gratie krijgen van de vice-president.

Bouterse heeft een elitekorps dat zorgt voor zijn veiligheid. Daarnaast is hij opperbevelhebber van het leger. Bouterse kan bovendien de noodtoestand uitroepen, waardoor hij absolute zeggenschap in het land krijgt. Dat kan hij doen nog voordat de rechter met een uitspraak komt.

De termijn van Bouterse loopt af in 2020. In theorie is het dus mogelijk dat er tot die tijd geen ontknoping komt in de zaak die Suriname al bijna 35 jaar verdeelt.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl