In het Syrische 'slachthuis' kon denken je dood betekenen
"De dood, dat was waar we op hoopten. Het zou ons veel hebben bespaard: honger, dorst, angst, pijn, kou, nare gedachten." Omar Alshogre zat negen maanden in de Saydnaya-gevangenis, waar volgens Amnesty International meer dan 10.000 mensen zijn geëxecuteerd door het regime van president Assad. "Denken was zo zwaar, het kon je doden."
Omar heeft geluk gehad, als je daar al van kunt spreken. In 2015 kon hij zich vrijkopen uit de Saydnaya-gevangenis, ook wel 'het slachthuis' genoemd. Toen hij de gevangenis verliet, had hij tuberculose en woog hij nog maar 35 kilo. Hij is nu 21 jaar en woont in Zweden.
Aan de geluiden kunnen we horen dat er iemand achter ons doodgaat. Hij ligt op een meter afstand.
"In Saydnaya was de dood altijd aanwezig, net als de lucht", vertelt Omar in een Skype-gesprek met persbureau AP. Bewakers kwamen soms drie keer per week naar de cel en namen dan enkele gevangenen mee. De martelingen die daarop volgden, kon Omar horen. "Dan stopte het geluid ineens en hoorden we een grote wagen komen om de lichamen op te halen."
Het gebeurde ook dat de martelingen in de cel plaatsvonden. Omar moest dan zijn ogen dichtdoen en met zijn rug naar de bewaker gaan staan, terwijl die een celgenoot mishandelde of liet stikken.
"Aan de geluiden kunnen we horen dat er iemand achter ons doodgaat. Hij ligt op een meter afstand. Mijn ogen zien het niet, maar mijn oren horen het", zegt Omar.
Meestal lieten de bewakers het lichaam liggen in de cel of er bleef een grote plas bloed achter, die de andere gevangenen dan moesten opruimen.
Dit is iemand die voor mij zijn leven heeft gegeven.
Omar vertelt dat een medegevangene hem zijn eten gaf, toen hij van zijn voedselvoorraad was beroofd. Die man overleed een paar dagen later. "Dit is iemand die voor mij zijn leven heeft gegeven." Een andere celgenoot overleed aan diarree, iets wat daar vaker voorkwam.
Op een dag werd Omar bij de bewakers geroepen. "Voor executie", zeiden ze. Hij moest voor een militaire rechtbank verschijnen en mocht niet naar de rechter kijken. De rechter vroeg hem hoeveel militairen hij had gedood. "Niet een", zei Omar en de rechter spaarde hem.
Omar heeft tijdens de oorlog in Syrië bijna tien gevangenissen van binnen gezien. In een gevangenis in het westen van Syrië verloor hij twee neven. De jongste overleed in Omars armen. Hij was uitgehongerd en zo zwak dat hij niet meer alleen naar de badkamer kon lopen.
Maar in het gesprek met AP zegt Omar dat niets hem heeft kunnen voorbereiden op de gruwelijkheden in Saydnaya.