'Welcome to Mosul, hoor ik terwijl het geweervuur oorverdovend is'
Soms wordt er naar je gezwaaid, de andere keer lijkt het wel alsof mensen de weg expres tergend langzaam vrijmaken voor de Humvee van het Iraakse leger waarin ik meerijd door de straten van Mosul. Het zijn allemaal net heroverde wijken, maar veilig zijn ze zeker nog niet.
In de buitenwijken die het meest naar het oosten liggen, waar het platteland langzaam overgaat in de grote stad, is het leven alweer teruggekeerd. Als je daar even met je ogen knippert, zou je denken dat er niets aan de hand is.
De markten zijn druk en lijken alles te verkopen. Ook zijn de winkeltjes weer open en staan er files. Maar bij nader inzien zijn die files er vooral omdat de hoofdweg naar de stad nog is afgesloten en mensen dus allerlei sluiproutes moeten nemen.
Kerosine is de geur van de heroverde delen in Mosul.
Langs één van die sluiproutes is het laveren rond de bomkraters in de weg. Deze inslagen zijn recent, vertellen de buurtbewoners. Ze waren niet bedoeld om IS te raken maar om de weg te blokkeren om te voorkomen dat de strijders terugkomen. Omdat dat gevaar hier geweken lijkt, proberen ze zelf de gaten op te vullen met modder.
Ook proberen bewoners de elektriciteitsdraden te repareren. Niet dat er alweer stroom is; in heel Mosul wordt gekookt en verwarmd op kerosine. Overal langs de kant van de weg worden flessen en jerrycans met het spul verkocht. Het is de geur van de heroverde delen.
Mensen vertellen over het leven van vrienden en familie in het westen van Mosul, waar IS nog aan de macht is. Ze worden gestraft om het minste of geringste en mogen soms dagenlang hun huis niet uit. Een nog veel groter probleem vormen de enorme prijsstijgingen, die zijn ontstaan doordat het westelijk deel omsingeld is en basisbehoeften schaars zijn.
Voor suiker betaal je inmiddels tien keer zo veel als in het oosten. Kerosine is er niet meer te krijgen. Op een marktpleintje vertelt een man dat zijn familie de boekenkasten en banken aan het opstoken is om in elk geval maar warm te blijven.
Hoog boven het pleintje hangt nog een vlag van IS. De wijk is recent heroverd, maar het leger is alweer verder getrokken. De sfeer is er nog gespannen. De marktkraampjes verkopen vooral aan mensen die uit wijken komen die nog recenter heroverd zijn. De winkels op het plein zijn nog niet open en de huizen lijken nog verlaten.
De commandant van een legerpost roept me bij zich. Zijn mannen hebben een stalen stoel gevonden die door IS gebruikt werd om mensen te martelen. Handboeien zijn op het stalen frame gelast en aan een kant zit letterlijk een duimschroef. "Doordraaien", zegt een van de soldaten die zijn vinger er ter illustratie in gestoken heeft. Wat er gebeurt als je helemaal door zou draaien, laat zich raden.
De angst voor IS is nog lang niet verdwenen. Het verbaast dan ook niet dat in sommige wijken het leger warm wordt onthaald. Maar lang blijven de militairen vaak niet, vertellen de bewoners. Veel IS-strijders blijven achter en mengen zich onder de bevolking en wachten om weer toe te slaan. Ik kan hier ook maar beter niet te lang blijven, zeggen ze.
Soms helpen bevrijde burgers met het aanwijzen van collaborateurs, maar hoe is dat in andere wijken waar ik doorheen rijd?
Het leger gaat vaak als volgt te werk: de zichtbare IS-strijders in een wijk worden gedood, de Iraakse vlag wordt gehesen, een legereenheid blijft achter en de rest gaat verder naar de volgende wijk.
Soms helpen bevrijde burgers met het aanwijzen van collaborateurs, maar hoe is dat in andere wijken waar ik doorheen rijd? Wijken die al voor de inname van Mosul door IS, bekend stonden om hun hang naar de radicale soennitische islam. Dat zijn de wijken waar niet gezwaaid wordt naar het leger.
We arriveren bij een universiteit. Een generaal van de Iraakse anti-terreureenheid neemt ons mee naar de gebouwen waar nu gestreden wordt. Het is moeilijk voor te stellen dat het gebouw waar ik tegenaan gedrukt sta om de kogels te ontwijken, ooit gebruikt werd om colleges te geven.
Het laatste stuk van onze route moeten we naast een Humvee rennen over een brede straat die in het bereik ligt van scherpschutters. Aan de overkant staat in de luwte een heel gezin geamuseerd te kijken. Ze dragen baby's op de arm. Het is een hallucinant beeld.
Asalaam Aleikum, flap ik eruit, al rennende. Waaleikum al Salaam, groet de man van het gezin terug. "Welcome to Mosul", roept hij me nog in het Engels na. Het geweervuur vanuit de universiteit is oorverdovend. Ik hoop dat het goed met ze gaat.