'Eeuwige' bevroren grond op Spitsbergen begint te ontdooien
Het warme weer op de Noordpool heeft ook zijn sporen achtergelaten op Spitsbergen. Dat ontdekte een Deense tv-ploeg die onlangs naar de eilandengroep in de Noordelijke IJszee afreisde. Ze spraken er onder meer een poolonderzoeker die bevestigde dat ook de ondergrond van Spitsbergen, de permafrost, steeds warmer wordt. Permafrost is permanent bevroren grond, maar door de opwarming van de aarde komt daar de laatste tien, twintig jaar langzaam dooi in.
Het smelten van permafrost kan grote gevolgen hebben voor het klimaat op Spitsbergen. De permafrost bevat grote hoeveelheden CO2. Door opwarming komt dat broeikasgas in de lucht, waardoor de temperatuur in het poolgebied nog verder stijgt. En daardoor smelt het landijs en het zee-ijs ook verder.
De Deense tv-ploeg ontdekte via een lokale priester ook een ander nieuw fenomeen op Spitsbergen: modderstromen in november. Dat hadden ze daar in veertig jaar niet meer meegemaakt. Na maanden van regen (tot in november, meestal sneeuwt het dan al lang) was de grond verzadigd geraakt en begon de bodem te schuiven. 259 van de ruim 2000 inwoners van Longyearbyen moesten worden geëvacueerd.
Ruim anderhalf jaar geleden zette de Nederlandse gletsjerwetenschapper Peter Kuipers Munneke ook een weerstation op op Spitsbergen. Zijn waarnemingen duiden er ook op dat de opwarming van de aarde ingrijpende gevolgen heeft voor Spitsbergen.