NOC*NSF wil onderzoek naar misbruik in sport

NOC*NSF wil op grote schaal onderzoek doen naar seksueel misbruik in de sportwereld. Het onderzoek moet zich richten op de afgelopen dertig jaar, bevestigt de sportkoepel na berichtgeving in de Volkskrant. NOC*NSF wil met het onderzoek antwoord krijgen op de vraag of er in Nederland veel 'stille' slachtoffers zijn, die nooit hun verhaal hebben gedaan.

"De ervaring leert dat mensen er heel lang mee rond blijven lopen. Ook vanuit andere sectoren horen we dat het belangrijk is dat je de ruimte biedt, hoe lang het ook na het plegen van het feit is, dat mensen erover kunnen praten. Wij willen die mogelijkheden verruimen", zei woordvoerder Geert Slot van NOC*NSF in het NOS Radio 1 Journaal.

Aanleiding voor het onderzoek zijn de misbruikverhalen uit Engeland. Daar hebben de laatste weken honderden voetballers verteld over seksueel misbruik door trainers in de jaren 80. Deze week deed ook oud-wielrenster Petra de Bruin voor het eerst haar verhaal over misbruik in Nieuwsuur.

Het onderzoek richt zich niet alleen op de professionals in de sport, benadrukt Geert Slot. "Dat onderscheid maken wij zeker niet. Het gaat gewoon over de sport."

Slot heeft het gevoel dat verenigingen het onderwerp steeds nadrukkelijker op de kaart zetten. "Ze zorgen dat ze een Verklaring Omtrent Gedrag krijgen voor hun trainers. Wat wij zien is dat vooral uit het verleden er toch steeds weer nieuwe verhalen komen." Hij zegt dat de sportkoepel er daarom achter wil komen hoe groot het misbruik in Nederland was.

Directeur Gerard Dielessen van NOC*NSF zegt in de Volkskrant dat het voor de sport belangrijk is om de eigen geschiedenis te kennen. "Ik zou iedereen die zoiets is overkomen willen aanraden er zo snel mogelijk over te praten." Dielessen hoopt dat het onderzoek volgend jaar kan beginnen.

Zwarte lijst

De sportkoepel heeft al een meldpunt voor seksueel misbruik. Volgens Slot komt daarop geregeld wat binnen. "De slachtoffers worden geholpen en ze worden begeleid als ze aangifte willen doen."

Ook wordt gewerkt met een zwarte lijst, maar daarop staat maar één naam van een coach. Minister Schippers vindt het goed "dat de sport deze handschoen actief oppakt", zegt ze in een reactie tegen de Volkskrant.

"Het is belangrijk dat dit goed wordt onderzocht, dat mensen laagdrempelig kunnen melden en dat er goede hulp beschikbaar is."