Holocaust Namenmonument wordt labyrint van gangen
Het nationale Holocaust Namenmonument heeft een nieuw ontwerp. Op het monument komen de namen van alle 102.000 Joden en 220 Roma en Sinti die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland zijn weggevoerd en omgebracht.
Het monument is een ontwerp van de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind en omvat vier Hebreeuwse letters, die samen 'In herinnering aan' betekenen.
Bezoekers komen in een labyrint van gangen, met aan beide zijden twee meter hoge bakstenen muren. Op elk van de 102.000 stenen staan een naam, geboortedatum en de leeftijd bij overlijden. De muren met namen dragen vier objecten van spiegelend roestvrijstaal.
Begin 2018 moet het monument klaar zijn. De totale kosten worden geschat op 7 miljoen euro. Dat geld moet komen van bedrijven, particulieren, fondsen en overheden.
Er was een nieuw ontwerp nodig voor het monument, omdat het een andere plek krijgt dan eerst de bedoeling was. De oorspronkelijke locatie, in het Wertheimpark in Amsterdam, werd geschrapt na protesten van buurtbewoners. Zij vonden het park te klein voor een monument van ruim duizend vierkante meter. Daarnaast staat er al een Holocaustmonument van Jan Wolkers in het park.
Het monument komt nu op een groenstrook langs de Weesperstraat in Amsterdam, ter hoogte van de Nieuwe Herengracht. Het monument van Joodse Erkentelijkheid, dat nu op die plek staat, wordt verplaatst. De gemeente is nog op zoek naar een nieuwe locatie.
Het Namenmonument is een initiatief van het Nederlands Auschwitz Comité, dat zich al sinds 2007 inzet voor de totstandkoming van de monumentale wand met namen van oorlogsslachtoffers. Het comité zegt dat er onder nabestaanden veel behoefte is aan een plek om de slachtoffers van de Holocaust te herdenken.
Het Centraal Joods Overleg betwijfelt of die behoefte breed wordt gevoeld. Voorzitter Ron van der Wieken: "Heel veel namen die op de wand moeten komen, horen bij families die met wortel en tak zijn uitgeroeid, waarvan geen enkele nabestaande in leven is gebleven."
De Nederlandse overheid heeft de Joodse gemeenschap niet kunnen beschermen in de oorlog.
Volgens Van der Wieken is de Joodse gemeenschap verdeeld over het monument. "Een tamelijk kleine groep vindt het Namenmonument heel belangrijk, en die gaat er helemaal voor. Een ander deel van de mensen binnen de Joodse gemeenschap, ik schat zo'n 20 procent, vindt het helemaal nergens voor nodig. Die zeggen dat er al genoeg monumenten zijn."
Van der Wieken zelf is wel voor een Namenmonument, maar vindt dat het initiatief daarvoor niet vanuit de Joodse gemeenschap hoeft te komen. "De Nederlandse overheid heeft de Joodse gemeenschap niet kunnen beschermen in de oorlog, dus zou het misschien een mooi gebaar zijn om de verantwoordelijkheid voor zo'n gedenkteken op zich te nemen."