Scholieren zitten maanden thuis, terwijl de 'miljoenen klaar liggen'

Steeds meer leerlingen blijven langer dan drie maanden weg van school. In het schooljaar 2015-2016 waren er 4287 scholieren langdurig thuis, het jaar ervoor waren dat er 271 minder. In een Kamerbrief over het passend onderwijs spreekt staatssecretaris Dekker van een hardnekkig probleem.

Leerlingen met leerproblemen, zoals autisme, gedragsproblemen of een lichamelijke handicap, moeten sinds twee jaar op een gewone school les krijgen. De school en zorginstellingen zorgen ervoor dat de leerling in de klas aangepaste hulp krijgt.

Het oude systeem van speciaal onderwijs is kostbaar en isoleert leerlingen te veel, was het achterliggende idee. De overheid trok vorig jaar zo'n 1,6 miljard euro uit om deze leerlingen een steun in de rug te geven.

Niet uit te leggen

Dekker constateert nu dat het extra geld niet altijd bij de leraren in de klas is terechtgekomen. Zo'n 111 miljoen euro ligt op de plank en de staatssecretaris vindt dat "niet uit te leggen". "Met die miljoenen hadden we heel veel leerlingen kunnen helpen", zegt hij. "Leraren hadden het een stuk minder zwaar kunnen hebben in de klas."

De staatssecretaris constateert dat er wettelijk van alles kan om ervoor te zorgen dat ieder kind met een leerstoornis geschikt onderwijs kan krijgen. Het loopt spaak op "moeizame communicatie", "onvoldoende regie" en "onvoldoende aandacht voor overbelasting van ouders en professionals".

Knopen

Dekker wil dat er in 2020, over drie jaar, geen enkel kind meer zo lang van school blijft zonder dat er passend onderwijs is. Daartoe moeten allerlei instanties in de regio beter gaan samenwerken, zegt hij.

Het aantal leerlingen dat slechts een dagje zijn bed niet uit komt, is afgenomen van 5956 tot 5101.

De Onderwijsraad constateerde gisteren dat het passend onderwijs nog niet goed genoeg werkt. Te weinig kinderen gaan naar scholen die bij hen passen. Niet in elke regio is namelijk een school te vinden die zich heeft gespecialiseerd in passende begeleiding.