Brinkman over vertrek routiniers: Oranje was toe aan verversing
Geen Robert van der Horst, Jeroen Hertzberger en Jaap Stockmann meer in Oranje. Bondscoach Max Caldas doet voorlopig geen beroep meer op de drie routiniers, die samen goed zijn voor ruim 600 interlands. Oud-international en analyticus Jacques Brinkman heeft er begrip voor: "Het aanstormende talent is goed genoeg voor Tokio 2020."
Met een vierde plaats in Rio de Janeiro verliepen de Olympische Spelen voor Nederland teleurstellend, meent Brinkman, en dus moet er iets gebeuren. "Het team was echt toe aan verversing, aan nieuwe spelers. Tokio is over vier jaar, dan is Van der Horst 36 jaar en Hertzberger 34. Dat is toch een stap te ver."
Brinkman maakt een vergelijking met de hockeysters: "Bij de vrouwen stopten Maartje Paumen, Naomi van As en Ellen Hoog na de Spelen uit zichzelf. Hier moest de bondscoach blijkbaar een zetje geven."
Van der Horst en Hertzberger hebben laten weten dat ze wel beschikbaar blijven voor Oranje. Volgens Brinkman valt een rentree dan ook niet uit te sluiten. "Als ze over twee of drie jaar nog steeds goed genoeg zijn, en beter dan de jeugd, kun je er altijd nog op terugvallen. Maar nu moet je de jeugd een kans geven, om echt in Tokio goud te halen. En dat willen we."
Bij keeper Stockmann ligt de situatie iets anders dan bij de andere twee routiniers. Stockmann heeft verklaard dat hij het niet meer kon opbrengen om de plek onder de lat af te wisselen met tweede keeper Pirmin Blaak. Caldas wilde niet aan die voorwaarde voldoen.
Volgens Brinkman is het vertrek van de drie routiniers al met al geen reden voor bezorgdheid over de toekomst van het Nederlandse hockey. "Ze hebben schitterende carrières en het hockey zal hen zeker missen. Maar het aanstormend talent komt eraan en is goed genoeg voor Tokio."