NOS WielrennenAangepast

Dekker na ontkenningen collega's: ik ben geen fantast

Het boek heet ‘Mijn gevecht’, maar de titel ‘Van God Los’ was toepasselijker geweest. Oud-wielrenner Thomas Dekker vertelt in zijn tweede boek, dat deze week is verschenen, over zijn carrière en spaart zichzelf niet.

Hij gaat verder dan de dopingverhalen die in zijn vorige boek werden onthuld. Ook drank, drugs en vrouwen bleken de normaalste zaak van de wereld, vanaf het moment dat hij bij de wielerploeg van Rabobank binnenstapte.

Ophef

Het boek heeft voor veel ophef gezorgd in de Nederlandse wielerwereld. Onder anderen Michael Boogerd en Steven de Jongh zeggen dat veel verhalen niet kloppen.

Dekker schrikt daar niet van. "Ik snap hun reactie wel. Dat zien we al jaren. Ik vond dat het opgeschreven moest worden", zei hij dinsdagavond tijdens de presentatie van zijn boek.

Als je deze verhalen kan verzinnen, ben je een grote fantast.

Thomas Dekker

"Michael Boogerd heeft een andere positie in het wielrennen aangenomen. Hij is nu twee jaar geschorst. Ons contact is niet hetzelfde meer. De dingen die ik over hem beschrijf zijn essentiële zaken die mijn carrière veranderd hebben. Als je deze verhalen kan verzinnen ben je een grote fantast."

Dat het boek nu is uitgebracht zorgt voor een opluchting. "Maar die opluchting was er al een tijdje geleden", benadrukt Dekker. "Toen ik het honderd keer had doorgelopen en de deadline was geweest."

Dekker over reactie Boogerd: ik ben geen fantast

Groot nieuws bevat het boek niet. Dat Dekker doping gebruikte was al bekend. Dat hij klant was bij dopingdokters als Fuentes en Matschiner is geen nieuws. Dat Michael Boogerd hem hielp in zijn speurtocht naar verboden middelen is geen grote verrassing, al had de UCI graag de bevestiging zwart op wit gekregen van Dekker. In dat laatste geval had Boogerd geen twee, maar acht jaar schorsing aan zijn broek gekregen.

Wel opmerkelijk, de leiding van Rabobank keek weg tijdens de excessen. Dekker: “Er is geen beleid, er is geen sturing.” Manager Theo de Rooij en ploegleider Erik Breukink geven de volgende reactie: geen commentaar. Dekkers oud-manager Jacques Hanegraaf, komt er heel slecht vanaf. Maar wat vooral opvalt is de buitensporige levensstijl van Dekker (en Boogerd). Zes schrijnende voorbeelden uit een bewogen wielerleven.

1) 2007, daags voor de Tourstart in Londen (Dekkers eerste Tour)

“Op de donderdag voor de Tour is er een controle van de UCI. Mijn hematocriet is 45, dat van Michael 50. Hij zit op het randje van het randje. (…) De artsen van de ploeg stellen voor om iedere morgen om zes uur, vóórdat de controleurs kunnen aankloppen, een infuus met water in zijn lichaam te laten lopen. Daar zakt je hematocriet twee à drie punten van. ‘Goed plan,’ zegt Michael."

2007: Thomas Dekker (l) en Michael Boogerd in dienst van de Rabobankploeg

"Diezelfde avond zitten we ons op de kamer te vervelen. We hebben samen een fles wijn opengetrokken, maar dat is niet genoeg vermaak. Drank is leuk, maar vrouwen zijn leuker. En dus ga ik het internet op om een paar escorts te zoeken. Om één uur ‘s nachts staan er een paar Oost-Europese hoeren voor de deur van onze kamer. (…) We kiezen er allebei een uit. Om een uur of drie gaan we slapen. Drie uur later gaat de wekker alweer: Michael moet een baxter met water in zijn lichaam laten lopen. (…) Als er zoiets bestaat als een normaal leven, dan zijn we er compleet van losgeslagen."

2) Dekker over Boogerd de dealer (begin 2008)

"Voor de Vuelta a Castilla y Leon gebruik ik een aantal spuitjes dynepo; ze worden geseald, via DHL, naar me opgestuurd vanuit Slovenië. Michael betaalt de Sloveen, ik betaal Michael. Met de dynepo begin ik te vliegen. Ik word derde in het eindklassement van Castilla y Leon en ik rij in vrijwel iedere etappe bij de eerste drie."

3) Ten Dam ruimt bloed op (voor AGR 2008)

"Ik ken hem al jaren: we zijn begonnen met wielrennen bij hetzelfde Noord-Hollandse wielerclubje. Lau is een van de weinige renners voor wie ik mijn handen in het vuur zou steken wat betreft doping. Hij doet niks. Hij zegt dat hij er het type niet voor is. Hij fietst voor de lol, hij is geleidelijk aan beter geworden. Hij voelt niet de druk om grote koersen te winnen. Niet van de ploeg, niet van zichzelf."

Laurens ten Dam

"Als de wekker om zes uur gaat sta ik zachtjes op, om Lau niet wakker te maken. Ik meet mezelf een infuus aan in de badkamer. Maar ik maak er een puinhoop van – alweer. Ik hak met de naald in mijn arm, keer op keer. Het bloed spuit in het rond. Lau wordt wakker en kijkt met zijn slaperige kop om de hoek van de badkamer. Hij schrikt zich een ongeluk. De bloedspetters zitten tegen de muren. Als het uiteindelijk wel lukt en het water in mijn aders zit helpt hij me mee opruimen, hoofdschuddend."

4) Manager Hanegraaf en het dopinggesprek met Dekkers ouders

"‘Ik wil het even ergens met jullie over hebben.’ Hij zegt het achteloos, alsof hij het heeft over een film die hij gisterenavond gezien heeft, of over de nieuwe buurtsuper op de hoek. Hanegraaf zegt dat ik heel veel talent heb, en dat ik een geweldig eerste seizoen heb gereden, maar dat er méér voor nodig is om de top te halen. Hij vertelt dat alle toprenners een spel spelen voor grote mensen, en dat ik daar ook aan mee ga doen. Hij zegt: ‘Iedereen doet het. Het hoort erbij.’"

Jacques Hanegraaf

"Als Jacques is uitgesproken kijkt ze (Dekkers moeder, red.) me aan. Ze ziet dat ik mijn keuze al lang en breed gemaakt heb. Als mijn ouders hadden gezegd dat ik geen doping zou mogen gebruiken, dan had ik ze uitgelachen. Mijn vader weet niet wat hij moet zeggen. Mijn moeder fluistert: ‘Ik hoop dat het allemaal goed komt.’"

5) Dekker na eerste behandeling bij Fuentes

"In het vliegtuig komt de euforie. Ik heb het gedaan. Ik heb mezelf een cadeautje gegeven. Ik kan niet wachten om op mijn fiets te stappen; ik wil weten hoe het voelt. Iedere renner is nieuwsgierig hoe het is om met doping te fietsen, en ik ben driedubbel nieuwsgierig. Zodra ik thuis ben pak ik mijn fiets. Ik voel het nog voordat ik Lucca uit ben gereden. Ik heb power in mijn poten. Ik rij zo makkelijk dat ik er bang van word. Ik moet me inhouden om niet volle bak tegen ieder klimmetje op te rijden. Ik fluister tegen mezelf: ‘Rustig, rustig.’"

6) Dekker en Boogerd bij Yab Yum (2007)

"De ploeg verandert, het wielrennen verandert, maar ik niet. Na het seizoen ga ik op stap met Michael. Op de avond van het Wielergala in Den Bosch, waar ieder jaar de Wielrenner van het Jaar wordt verkozen, bellen Michael en ik aan bij de Yab Yum in Amsterdam. De portier kent ons. ‘Meneer Boogerd, meneer Dekker, kom binnen.’ We drinken en neuken de hele nacht. Het is al lang en breed licht als we 3.500 euro afrekenen en weer naar buiten rollen."

Dekker: ik vond dat het opgeschreven moest worden

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl