'Ik wil weer vissen, al moet ik met één visdraadje de zee op'
Vlak naast alle ingestorte vissershuisjes staan twee tenten. De eerste bewoners zijn alweer terug op het strand. Hun tent staat vlakbij het puin van wat vorige week nog hun huis was.
Hoe pak je de draad weer op in een land dat het toch al zo zwaar te verduren heeft? We gaan langs bij de blauwe tent. Of eigenlijk is het gewoon een stuk zeil op palen.
Van golfplaten is een soort wigwam gemaakt. In de hoek blijken de kinderen te slapen. En dat zijn er een heleboel, want onder het zeil wonen nu meerdere families met een heleboel kinderen.
Ook Mirline, haar man Renel en hun vier kinderen. "We hadden een goed leven voordat de orkaan kwam", vertelt Mirline. Haar man is visser. Zij verkocht de vis op de markt. "We verdienden genoeg om de kinderen naar school te laten gaan."
Naar school gaan kan voorlopig niet. Een omgevallen palmboom verwoestte het schoolgebouw. En al is de school straks weer heel: geld verdienen zit er voorlopig niet in.
Renels boot is verzwolgen door het water. En ook zijn netten zijn weg. Uit het puin trekt hij samen met andere vissers stukken net om die vervolgens aan elkaar te knopen tot een geheel.
"Af en toe stinkt het enorm als ze de netten uit de brokstukken trekken", vertelt een van de mannen. Voor zover bekend vielen in het dorp twee doden door de orkaan. Maar sommige bewoners zijn sinds de storm nooit meer teruggekomen. Ze zijn bang dat die onder het puin liggen en dat dat de geur is die ze ruiken.
Toch werken ze stug door. Mirline vertelt dat ze het fijn zou vinden als haar man weer thuis zou komen met vis, zodat hij die weer op de markt kan verkopen. Maar voorlopig hebben ze niks, zegt ze cynisch.
Renel zit voor de tent alweer een net te repareren. Hij weet dat het voorlopig niet groot genoeg zal zijn om zijn gezin van te onderhouden, daarvoor past er te weinig vis in. Maar hij wil verder. "Al moet ik met een enkel visdraadje de zee op, ik wil weer vissen."