Geld voor jeugdpsychiatrie in veel gemeenten nu al op
Of een kind met psychische problemen hulp krijgt, hangt op dit moment af van zijn woonplaats. In veel gemeenten is het gereserveerde geld voor jeugdpsychiatrie al sinds juni op.
Dat bevestigen zorgaanbieders als Karakter, Dokter Bosman, Yoep en Accare, die in uiteenlopende delen van het land actief zijn. Bestuurders van instellingen schatten dat het probleem in ongeveer een derde van de gemeenten speelt, en dat daar duizenden kinderen de dupe van worden.
Jongeren in deze plaatsen lopen het risico tot januari te moeten wachten op behandeling in een gespecialiseerde instelling. Dergelijke budgetproblemen zijn onder meer aan de orde in de regio's rond Dordrecht en Zwolle. Dit terwijl een leeftijdgenoot met precies dezelfde diagnose in een gemeente als Den Haag wél vrijwel altijd snel kan worden geholpen.
Zelf betalen
Ook de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP) ziet al enige tijd dat instellingen uit financiële noodzaak twee wachtlijsten naast elkaar hanteren. "Dat is onaanvaardbaar, dit druist in tegen de rechten van het kind", zegt hoogleraar Robert Vermeiren namens de NVVP.
Alleen in de ernstigste gevallen krijgen deze jongeren nog wel hulp. Behalve als zij het geluk hebben dat hun ouders in staat zijn de behandeling zelf te betalen, of dat zij de gemeente ertoe kunnen bewegen extra budget vrij te maken voor de zorg voor hun kind.
Michiel Bosman van GGZ|-instelling Dokter Bosman, die actief is in 135 gemeenten, spreekt van "een verschrikking". Bosman: We moeten ouders 'nee' verkopen terwijl we genoeg behandelaren hebben rondlopen. Ik heb huilende mensen aan mijn bureau."
Bezuinigingen
Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Zij kopen die hulp meestal gezamenlijk per regio in, waarbij zij door kabinetsbezuinigingen minder te besteden hebben. Sommige regio’s hebben er aanzienlijk meer geld voor uitgetrokken dan andere, waardoor de zogenoemde postcodezorg ontstaat.
Bestuurder Simon van den Brekel van de jeugdpsychiatrische praktijk Yoep schat dat in zijn geval ongeveer de helft van de gemeenten onvoldoende jeugdpsychiatrische hulp heeft geregeld.
"In ons gebied, waaronder het zuiden van Zuid-Holland, gaat het dan om grofweg twintig van de veertig gemeenten. Voor die plaatsen hebben we een stop moeten zetten op nieuwe inschrijvingen van cliënten. Jongeren die al zorg ontvingen, worden uiteraard nog wel behandeld, hoewel ook daar soms tekorten ontstaan."
Schooluitval
"De kinderen zijn hier uiteraard ernstig de dupe van", aldus Van den Brekel. "Als je last hebt van gedragsproblemen of van een ontwikkelingsstoornis en je moet maanden of zelfs een half jaar wachten, dan is de kans groot dat je in problemen komt. Het kan ertoe leiden dat je bijvoorbeeld uitvalt op school of na een lange wachttijd zwaardere en duurdere zorg nodig hebt dan anders het geval zou zijn geweest."
Van den Brekels collega Peter Dijkshoorn van Accare, actief in het noorden en oosten van het land, maakt zich eveneens zorgen. "Het is een enorme belasting voor een gezin als een kind op deze manier vastloopt en niet tijdig wordt geholpen." Hij vindt de bezuinigingen bovendien kortzichtig. "Blijven zitten kost 5000 euro, is wel eens uitgerekend, vanwege het feit dat je als kind een jaar langer in het schoolsysteem blijft. Terwijl een behandeling voor een angststoornis op 1200 euro komt. Tel uit je winst als samenleving."
Accare heeft nog geen cliëntenstop ingesteld; deze instelling spreekt zijn financiële reserves aan bij behandelingen in gemeenten waar geen geld meer beschikbaar is. “Maar wij stellen ons wekelijks de vraag of wij daar niet mee moeten stoppen”, aldus Dijkshoorn. “Wij zijn nu op het punt dat we dat waarschijnlijk moeten gaan doen. Alleen al omdat het anders financieel onverantwoord wordt.”
Zorgplicht
De wachttijden in de jeugdhulp zijn eerder al aan de orde geweest in de Tweede Kamer. Staatssecretaris Van Rijn (PvdA) wees er toen op dat gemeenten een zorgplicht hebben: als een kind niet meer terecht kan bij een zorgaanbieder, dan moeten zij regelen dat die terecht kan bij een ander.
Maar volgens Van den Brekel en Dijkshoorn klopt dat alleen in theorie. Van den Brekel: “Alsnog hulp elders regelen gaat heel moeizaam. Het is ons in de praktijk welgeteld één keer gelukt." Dijkshoorn: "Als het budget op is, is het op. Dan moet het ministerie bijspringen, of de wethouder en gemeenteraad moeten financiële ruimte vinden. Zo’n gemeente komt in het nieuwe systeem voor oneigenlijke afwegingen te staan. Die moet kiezen tussen het bijplussen van zorg of het repareren van een gat in de weg.”
Lagere budgetten
In een reactie wijst de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) erop dat gemeenten het moeten doen met "lagere budgetten en keuzes moeten maken bij de inkoop van zorg". Maar de VNG noemt het onaanvaardbaar als dat ertoe leidt dat ouders te lang moeten wachten op behandeling.
Instellingen en gemeenten moeten er dus voor zorgen dat in die gevallen bij een andere aanbieder hulp beschikbaar komt. De regio's IJsselland (onder meer Zwolle) en Zuid-Holland Zuid (onder meer Dordrecht) stellen dat zij nu al op die manier werken, als de nood echt aan de man is.