Koenders in Ankara kritisch over nasleep Turkse couppoging
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken heeft in Ankara gesproken met zijn Turkse collega Cavusoglu. Volgens het ministerie heeft hij duidelijk gemaakt dat er grenzen zijn aan hoever de Turkse autoriteiten kunnen gaan in de nasleep van de mislukte coup.
Het is voor het eerst sinds de poging tot staatsgreep medio vorige maand dat een Nederlandse bewindsman in Turkije is. Koenders spreekt vandaag ook met premier Yildirim en hij heeft het parlementsgebouw bezocht. Dat raakte op 15 juli zwaar beschadigd.
De minister zegt dat Turkije een moeilijke tijd doormaakt. Hij noemt de mislukte staatsgreep een poging om de democratie omver te werpen en volgens hem is het begrijpelijk dat Turkije maatregelen neemt tegen coupplegers. "Maar dit mag nooit reden zijn om de beginselen van de rechtsstaat en de democratie overboord te gooien", verwijst hij naar de arrestaties en ontslagen onder tienduizenden Turken.
Gülen
Koenders uitte in Ankara ook zijn zorgen over de spanningen die na de couppoging tussen Turkse Nederlanders zijn ontstaan. Hij verwees daarbij naar de rol die de Turkse regering daarin speelt, door op te roepen tot verzet tegen aanhangers van de Gülen-beweging.
"Geweld en intimidatie, tegen wie dan ook, zijn op Nederlandse bodem onacceptabel", aldus Koenders. "Bovendien blijf ik benadrukken dat wat er in de Nederlandse samenleving gebeurt een zaak voor Nederland is. Daar hebben buitenlandse regeringen niets over te zeggen."
Zijn Turkse collega Cavusoglu reageerde tijdens een gezamenlijke persconferentie kritisch op dat verwijt. Volgens hem hanteert Nederland een dubbele standaard. Enerzijds verwijt Koenders Turkije dat het zich bemoeit met andere landen, maar tegelijkertijd doet hij hetzelfde door Turkije de les te lezen over democratische beginselen, zei Cavusoglu.
Doodstraf
De twee ministers spraken in Ankara ook over de doodstraf. Koenders benadrukte naar eigen zeggen dat hij niet te spreken is over het herhaalde pleidooi van de Turkse autoriteiten voor herinvoering van die straf. Dat is niet te verenigen met Europese waarden, vindt de minister. "Zeker voor een land dat lid wil worden van de Europese Unie."