'Herbegraven is het minste wat we kunnen doen voor onze bevrijders'
Voor Marleen Jennissen draait een groot deel van haar leven om de restanten van een Engelse Short Stirling. Al jaren probeert ze de gemeente Echt te overtuigen om de bommenwerper met nog vier vermiste bemanningsleden op te graven. "We hebben zo veel aan deze mannen te danken. Ze horen thuis op een militaire begraafplaats, niet in een moerassig stuk land."
De bommenwerper vloog op 10 september 1942 vanuit Duitsland terug naar Engeland en werd boven Limburg door een Duitse nachtjager neergeschoten. Het vliegtuig stortte neer in een weiland op het terrein van een abdij en verdween meters diep in de grond. De volgende ochtend moest de vader van Marleen Jennissen als boerenknecht de koeien ruimen die door het neerstorten van het vliegtuig waren gedood.
In een weiland
Twee van de acht bemanningsleden sprongen uit het vliegtuig en overleefden de crash. Twee andere vliegers zijn in het weiland gevonden en begraven in Nijmegen. De vier overige mannen zijn nooit teruggevonden. Hun stoffelijke overschotten liggen mogelijk nog in het vliegtuigwrak.
Jennissen heeft sinds een aantal jaar contact met nabestaanden van twee vermiste vliegers. De zoon van de vermiste staartschutter Peter Price leeft nog en wist tot vorig jaar niet wat er met zijn vader is gebeurd. Namens hem heeft zijn schoonzus in januari een dringend beroep op de gemeente gedaan om het vliegtuig op te graven in de hoop dat het stoffelijk overschot van Price wordt gevonden.
De nicht van de vermiste boordwerktuigkundige Maurice Pepper deed afgelopen zomer een soortgelijk verzoek. "Na 73 jaar wil de familie nog steeds graag weten of het stoffelijk overschot van Maurice op de crashlocatie ligt", schrijft de nicht aan de burgemeester. "Als dat zo is, willen we graag dat zijn laatste rustplaats een fatsoenlijk graf is, met zijn naam erop."
De gemeente heeft de nabestaanden laten weten het vliegtuigwrak niet op te zullen graven. "Je moet ernaar kijken zoals de Engelse overheid het bekijkt. Een veldgraf is het meest eervolle graf dat je hebt", aldus de burgemeester.
Bovendien vormen de bommen die mogelijk onder de grond liggen volgens hem geen risico voor de omgeving. "Onze hele gemeente ligt vol met explosieven. We hebben vastgesteld dat dit geen gevaar is."
Volgens de burgemeester spelen de financiën geen rol. Naar schatting kost de berging een half miljoen euro. Omdat er mogelijk nog bommen onder grond liggen, kan de gemeente een beroep doen op het landelijk gemeentefonds dat 70 procent van de kosten betaalt.
Broeder Malachias, abt van de abdij die eigenaar is van het land, wil ook geen toestemming geven om te bergen. Volgens de abt is de locatie een oorlogsgraf dat gerespecteerd dient te worden. "Uit respect voor de gevallenen willen wij het vergevorderde proces, waarbij hun lichamen worden teruggenomen door de aarde en de kosmos, niet verstoren."
Geld inzamelen
Marleen Jennissen is teleurgesteld in de reactie van de gemeente en de abt. "We mogen God op onze blote knieën danken dat we leven in een vrij en democratisch land. Dus wil ik alles doen wat in mijn macht ligt om ervoor te zorgen dat dat deze families eindelijk na zoveel jaar weten of hun familie op de crashplaats liggen."
Jennissen is nu 160.000 euro aan het inzamelen om een deel van de berging zelf te betalen en daarmee de gemeente te overtuigen.