1085 vermiste oorlogsvliegers mogelijk nog in Nederlandse bodem
De stoffelijke overschotten van 1085 vermiste bemanningsleden van vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog zijn neergestort, liggen mogelijk nog onder de grond. Dat blijkt uit een analyse van de NOS in samenwerking met de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945.
Geregeld zijn er nog nabestaanden die een verzoek indienen om een vliegtuigwrak op te graven, maar gemeenten zien dat niet altijd zitten. Het gaat om ongelukken waarvan de locatie na de oorlog niet is afgegraven. In totaal zijn er 501 van zulke crashlocaties in Nederland.
Nabestaanden
De meeste vermiste bemanningsleden zaten in een vliegtuig dat is neergestort in het water, zoals de Waddenzee of het IJsselmeer. Het is in het water veel moeilijker om vliegtuigwrakken te lokaliseren en op te graven, waardoor de meeste neergestorte vliegtuigen daar nog liggen. Maar ook op het land liggen vliegtuigwrakken soms al zeventig jaar onder de grond. Vliegtuigen die volgeladen neerstortten, konden meters diep in de zachte bodem zakken.
Nog altijd zijn er nabestaanden van vliegers die gemeenten verzoeken om een vliegtuigwrak op te graven, zodat hun familieleden kunnen worden geïdentificeerd en herbegraven. Niet alle gemeenten werken daaraan mee.
In Almere, Súdwest-Fryslân en Echt-Susteren hebben nabestaanden van Britse bemanningsleden de afgelopen jaren tevergeefs verzoeken ingediend om omgekomen familieleden op te graven. In andere gemeenten, zoals Werkendam en Bronckhorst, wisten nabestaanden de gemeente wel zover te krijgen.
Op onderstaande kaart staan alle 501 vliegtuigwrakken die voor zover bekend nog niet zijn opgegraven. Klik op de vliegtuigen om de namen te zien van de 1085 vermiste oorlogsvliegers en hun functies.
Half miljoen
Het opgraven van een vliegtuigwrak op land kost een gemeente gemiddeld een half miljoen euro. Het bergen van een vliegtuig dat in het water ligt, is nog veel duurder. Gemeenten draaien zelf op voor de kosten, waardoor ze er vaak niet happig op zijn. Alleen als er mogelijk nog bommen onder de grond liggen en de veiligheid in het geding is, kan een gemeente een deel van de kosten verhalen.
Bovendien is het lang niet altijd zeker dat er bij een opgraving ook stoffelijke resten worden gevonden. Lichamen kunnen zijn vergaan doordat ze al die jaren onder de grond of in het water hebben gelegen, of doordat het vliegtuig is geëxplodeerd.
Ook zijn er tientallen graven in Nederland waar onbekende soldaten uit de Tweede Wereldoorlog liggen. Bemanningsleden die dood zijn gevonden maar niet geïdentificeerd konden worden, zouden in de oorlog daar begraven kunnen zijn.
Oorlogsgraf
In totaal stortten tijdens de oorlogsjaren meer dan 5000 vliegtuigen neer in Nederland. Het waren vooral Britse bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen die onderweg waren naar Duitsland. Maar ook honderden Duitse vliegtuigen zijn tijdens luchtgevechten in Nederland neergestort.
Amerikaanse en Australische overheidsorganisaties proberen nog altijd actief vermiste landgenoten uit de Tweede Wereldoorlog op te sporen. De Britse regering vindt daarentegen dat het beter is om de vermiste soldaten te laten liggen. Net als Nederland beschouwen de Britten een vliegtuigwrak in de grond als een oorlogsgraf, dat het best met rust gelaten kan worden.
Illegaal
Veel van de meer dan 5000 vliegtuigwrakken zijn al tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers geruimd. Andere wrakken werden tijdens en na de oorlog door boeren en schroothandelaren opgegraven.
Tot 1996 was het toegestaan om zelf opgravingen te doen, als de eigenaar van de grond dat goed vond. Tegenwoordig is het illegaal om zelf te graven en moet de Stafofficier Vliegtuigberging van de Koninklijke Luchtmacht de opgraving leiden. Sinds 1960 zijn door de luchtmacht bijna 200 vliegtuigwrakken geborgen.