Kabinet bevestigt: aanslagpleger Zaventem was in Nederland
Ibrahim el-Bakraoui is inderdaad op 14 juli vorig jaar in Nederland geweest. De Turkse autoriteiten hebben hem uitgezet en op het vliegtuig naar Schiphol gezet. Dat bevestigt minister Van der Steur in een brief aan de Tweede Kamer.
De Turkse autoriteiten hebben op 14 juli een briefje hierover naar de Nederlandse ambassade in Ankara gestuurd. Dat belandde om 10.14 uur in de elektronische postbus van de ambassade. Boven het bericht staat 'VERY URGENT'. Om 10.40 uur vertrok het vliegtuig met Bakraoui naar Amsterdam.
In het briefje staat niets over de achtergronden bij de uitzetting. Volgens Van der Steur belt de Turkse politie normaal gesproken op als iemand wordt uitgezet. Dat is nu niet gebeurd. In zo'n telefoongesprek vertellen de Turkse autoriteiten dan ook of iemand mogelijk te maken heeft met terrorisme of radicalisering.
De Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee en de IND hebben het bericht in de elektronische postbus destijds niet gezien.
Niet geregistreerd
Op 15 juli 2015, de dag nadat Bakraoui op Schiphol was geland, belde de Belgische politie met de Nederlandse ambassade in Ankara. De Belgische politie had informatie ontvangen van Turkije over de vlucht van de Belgische onderdaan naar Schiphol, de dag daarvoor.
De Nationale Politie in Zoetermeer heeft toen in de politiesystemen gekeken, maar daar stond niets in over Bakraoui. Omdat het om een Belg ging die de dag daarvoor al was geland en die niet geregistreerd stond in de systemen van Nederlandse of internationale opsporings- en inlichtingendiensten, is er verder geen actie ondernomen.
Duitse onderdaan
In het briefje stond overigens dat nog iemand met hetzelfde vliegtuig naar Nederland zou komen, iemand met de Duitse nationaliteit. Zijn naam is weggelakt door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Duitsland wil niet dat er informatie over deze persoon bekend wordt. Duitsland heeft op of na 14 juli hierover geen contact opgenomen met Nederland.
De berichten over een tweede uitzetting van Bakraoui blijken niet te kloppen. "Desgevraagd hebben de Turkse autoriteiten medegedeeld dat de Turkse president zijn uitlatingen met betrekking tot Nederland op de nota van 14 juli 2015 baseerde", zegt Van der Steur.
De Tweede Kamer heeft nog veel vragen over de reconstructie van Van der Steur. ChristenUnie-leider Segers zegt dat die reden geeft tot zorg. "Waarom is er niet doorgevraagd?"
Ook PVV-leider Wilders vraagt zich af wat de veiligheidsdiensten AIVD en MIVD mogelijk van Bakraoui wisten. D66-leider Pechtold vindt de uitleg van minister Van der Steur weinig geruststellend. GroenLinks-voorman Klaver heeft de indruk dat Nederland wel heel makkelijk "zijn straatje leeg veegt". Ook zijn er zorgen over de samenwerking tussen de veiligheidsdiensten. "Die blijkt dus niet op orde te zijn", zeggen CDA-leider Buma en SP-leider Roemer.
De Kamerleden maken een gezamenlijke vragenlijst die het kabinet voor het Kamerdebat van dinsdag moet beantwoorden.