Kamer: uitslag referendum Oekraïne respecteren
De Tweede Kamer vindt dat de uitslag van het referendum over het verdrag met Oekraïne moet worden gerespecteerd. Ook de voorstanders van het associatieverdrag PvdA en CDA zeggen dat ze zich zullen neerleggen bij een nee. Het referendum wordt op woensdag 6 april 2016 gehouden.
PvdA-woordvoerster Maij benadrukt dat haar partij vooral zal uitdragen dat het verdrag moet worden geratificeerd. Maar als het raadgevend referendum geldig is en de meerderheid is tegen, vindt de PvdA dat dat oordeel moet worden gevolgd. Het CDA is tegen het referendum, maar nu het er is, moet de uitslag worden gerespecteerd, zegt woordvoerder Omtzigt.
30 procent
SP en PVV, die altijd al tegen het verdrag waren, willen ook dat Nederland zich tegen de overeenkomst keert. Het referendum is geldig als minimaal 30 procent van de kiezers is opgekomen. Mocht de meerderheid vóór zijn, betekent dat dat Nederland het verdrag goedkeurt.
Regeringspartij VVD, ook vóór het verdrag, wil niet vooruitlopen op de ontwikkelingen. Kamerlid Ten Broeke laat weten dat pas na het bekend worden van de uitslag de balans wordt opgemaakt en dat dan alle argumenten worden bekeken. De partij is niet van plan actief campagne te gaan voeren, maar zal wel aan debatten meedoen om het VVD-standpunt uit te leggen.
En ook D66 wil zich niet binden. "We nemen de uitslag serieus en laten die zwaar meewegen. Maar we gaan nu campagne voeren voor een ja en daar moet de energie op gericht zijn", zegt D66-Kamerlid Verhoeven.
Maatschappelijk debat
Het kabinet heeft al eerder gezegd niet vooraf duidelijkheid te geven. "Het kabinet zal alles wegen als de uitslag er is en daarbij ook kijken naar het maatschappelijk debat", zei premier Rutte vorige maand.
Minister Koenders herhaalde vandaag dat de regering een eigen afweging maakt. "Wat we vervolgens doen, zullen we zien." Hij benadrukte dat het kabinet de bevolking serieus neemt, maar dat niet elk raadgevend referendum automatisch moet worden opgevolgd.
Volgens het kabinet treedt het verdrag pas in werking als alle partijen het hebben geratificeerd, dus ook Nederland. Maar er zijn ook juristen die vraagtekens zetten bij die opvatting.