KLM wil meer informatie over veiligheid luchtruim
Meer dan een jaar na de ramp met het MH17-toestel weet KLM nog altijd niet waarom enkele luchtvaartmaatschappijen destijds niet boven Oekraïne vlogen. Ook andere luchtvaartmaatschappijen en andere organisaties in de luchtvaart tasten daarover in het duister.
KLM-directeur Operations René de Groot zegt dat KLM destijds dacht genoeg informatie te hebben over het gebied. “Maar sinds de vliegramp vragen we ons vaker af of we wel genoeg weten. Later bleek dat sommige luchtvaartmaatschappijen al een tijd niet meer boven het oosten van Oekraïne vlogen. Ik wil graag weten waarom. Was dat om operationele redenen?"
Luchtvaartmaatschappijen willen wel informatie uitwisselen, maar veiligheidsdiensten doen dat liever niet. Het is vaak politiek gevoelige informatie.
Onderzoeksraad
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) brengt dinsdag vier rapporten naar buiten over de MH17-ramp, waaronder een over de gekozen vliegroute. Het toestel vloog over oorlogsgebied, terwijl bekend was dat in de weken voorafgaand aan de aanslag elf vliegtuigen en acht helikopters uit de lucht waren geschoten. Sommige maatschappijen, zoals British Airways, meden al in het voorjaar het conflictgebied.
De OVV heeft ook gekeken naar het besluit van de Oekraïense autoriteiten om het luchtruim niet volledig te sluiten voor de burgerluchtvaart, maar slechts tot een bepaalde hoogte.
Als ik nu terugkijk naar MH17, dan hebben we op basis van de op dat moment beschikbare, onvolledige, verkeerde informatie de afweging gemaakt om boven Oost-Oekraine te vliegen. Dan had ik daar terugkijkend die dag niet willen vliegen.
De Groot zegt dat luchtvaartmaatschappijen en nationale overheden veel beter informatie moeten uitwisselen over gevaren in het luchtruim. "Waar je nu tegen aanloopt, is dat overheden niet alle informatie willen delen. Dat moet anders".
Elke dag analyseert KLM waar het luchtruim veilig is, zegt De Groot. "Daarbij houden we ons aan alle regels. Als ik nu terugkijk naar MH17, dan hebben we op basis van de op dat moment beschikbare, onvolledige, verkeerde informatie de afweging gemaakt om boven Oost-Oekraine te vliegen. Dan had ik daar terugkijkend die dag niet willen vliegen."
Aanbevelingen
Als het aan De Groot ligt geeft de OVV aanbevelingen over hoe luchtvaartmaatschappijen en overheden beter informatie met elkaar kunnen delen over conflictgebieden.
Het maakt De Groot niet uit wie dat regelt. "Dat kan een nieuwe onafhankelijke instantie zijn of een bestaande organisatie zoals ICAO, de luchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties. Hoe meer informatie we hebben, hoe beter we kunnen afwegen waar we wel of niet vliegen."
Politiek gevoelig
Dat een internationale uitwisseling van risico's van vliegen boven oorlogsgebieden nog niet van de grond is gekomen verbaast luchtvaartdeskundige Benno Baksteen niet. "Luchtvaartmaatschappijen willen wel informatie uitwisselen, maar veiligheidsdiensten doen dat liever niet. Het is vaak politiek gevoelige informatie."
Begin dit jaar hield staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur een pleidooi voor een website voor dit soort informatie. De site is inmiddels een feit. Maar verder zijn zowel in Nederland als wereldwijd weinig stappen gezet, zeggen de Kamerleden Martijn van Helvert (CDA) en Sjoerd Sjoerdsma (D66).
"Onder druk van de Kamer is Mansveld om de tafel gegaan met veiligheidsdiensten, piloten en Nederlandse luchtvaartmaatschappijen", zegt Sjoerdsma. "Maar dat heeft nog niet tot maatregelen geleid. Mansveld wil eerst het rapport van de Onderzoeksraad lezen. Maar waarom zou ze daarop wachten? Je kunt toch nu al een analyse maken van de huidige situatie en verbeteringen doorvoeren?"
Van Helvert gaat nog een stap verder. "Mansveld moet alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat Nederlandse maatschappijen niet boven gevaarlijke gebieden vliegen. Nederland zou het goede voorbeeld moeten geven. Stel dat morgen een Nederlands vliegtuig boven oorlogsgebied in de problemen raakt of wordt neergeschoten. Moet je kijken wat voor discussie we dan met elkaar voeren."