Dijkhoff: nog geen overeenstemming bereikt
Europa blijft verdeeld over de herverdeling van vluchtelingen over de lidstaten, heeft staatssecretaris Dijkhoff van Justitie in Brussel verklaard na afloop van de vergadering van EU-ministers over de vluchtelingencrisis. Daarom kan er op dit punt niet gesproken worden over een politiek akkoord, zoals Frankrijk en Duitsland dat wél deden, vindt Dijkhoff.
Er is volgens hem ook geen unanimiteit te verwachten over een verplichte opvang van asielzoekers door de lidstaten. Wel is er voor het voorstel voldoende draagvlak, zodat er volgens Dijkhoff op een volgende vergadering een bindend besluit kan worden genomen.
Doordrukken
De grote landen hebben samen voldoende stemmen om de verplichte opvang eventueel door te drukken bij de kleine landen, denkt de staatssecretaris. "Maar dit is Europa. Er zullen nog veel gesprekken moeten plaatsvinden."
Over de verdeling van 40.000 vluchtelingen werden wel concrete afspraken gemaakt in Brussel. Het plan voor de verdeling van nog eens 120.000 mensen werd dus niet unaniem gesteund.
Verzet
Binnen de EU zijn zes Midden- en Oost-Europese landen fel tegen de opgelegde opvang van vluchtelingen. Premier Rutte heeft eerder gezegd dat Nederland bereid is 7000 vluchtelingen extra op te nemen als alle andere landen ook meedoen.
Daarin komt geen verandering, zegt Dijkhoff. "Als de verplichte opvang met een grote meerderheid wordt aangenomen, geldt dat voor iedereen." Dus zal Nederland volgens hem niet in een positie komen dat het extra asielzoekers onderdak moet bieden.
Wel akkoord
De EU-ministers bereikten overeenstemming over het terugsturen van afgewezen asielzoekers, opvang in de regio van vluchtelingen en de aanpak van mensensmokkelaars, zei Dijkhoff. "Op die punten is er wél sprake van een politiek akkoord."
Coalitiepartijen VVD en PvdA kwamen eerder tot een akkoord over het vluchtelingenbeleid, al legden ze dat beide anders uit.
Amnesty International heeft teleurgesteld gereageerd op de uitkomst van het overleg. De voorstellen die op tafel lagen waren volgens Amnesty al niet sterk, maar "zelfs daar konden de ministers het niet over eens worden."