EU-landen houden vluchtelingen liever buiten de deur
Duitsland verwacht dit jaar 800.000 asielzoekers. Dat is ongeveer de bevolking van Amsterdam of Frankfurt, maar een rijk land kan zo'n aantal normaal gesproken wel aan.
Toch wil Duitsland dat andere Europese landen ook een evenredig deel van de vluchtelingen opvangen. De ministers Gabriel (vice-kanselier) en Steinmeier (Buitenlandse Zaken) roepen vandaag in een tien-punten-plan de andere landen op om dezelfde criteria te hanteren voor toelating en de vluchtelingen eerlijk te verdelen.
Maar veel landen willen daar niet aan. Zo liet Slowakije vorige week weten alleen christelijke Syriërs toe te laten, voor de opvang van moslims zou geen draagvlak zijn. Ook Polen en de Baltische landen voelen zich niet geroepen om vluchtelingen op te nemen. Letland bijvoorbeeld heeft tot nu toe 250 vluchtelingen opgenomen, veel minder dan de Europese Unie graag wil.
Het meest drastisch is de reactie van Hongarije, dat een hek bouwt aan de grens met Servië. Voor de stroom vluchtelingen die via de Balkan komt, is Hongarije het eerste Schengenland: vanaf daar kunnen ze zonder controle verder reizen naar het noorden.
Scandinavië verdeeld
Scandinavië is verdeeld. Na Duitsland is Zweden het land dat de meeste vluchtelingen opvangt: dit jaar worden er 74.000 verwacht. Het soepele toelatingsbeleid trekt veel mensen aan, maar leidt ook tot groeiende aanhang voor de nationalistische partij Zweden Democraten, die de regels wil aanscherpen. Voor het eerst wordt die partij nu de grootste, volgens een peiling.
In Denemarken daarentegen komen minder vluchtelingen binnen dan in vorige jaren. De regering heeft de financiële steun voor migranten gekort en hoopt daarmee Denemarken minder aantrekkelijk te maken.
Ook Finland wil de vluchtelingen minder geld geven om hun komst te ontmoedigen, maar de regering heeft wel extra personeel ingehuurd voor de immigratiedienst en de politie om te helpen bij de opvang, want die blijft groeien.
Middellandse Zee
Aan de zuidkant van de Europese Unie krijgen Italië en Griekenland veel meer vluchtelingen dan ze kunnen verwerken. Maar de meesten willen daar helemaal niet blijven en trekken snel verder, meestal naar Duitsland. Hetzelfde geldt voor Spanje, waar de opvangcentra zo onaantrekkelijk zijn dat de meeste immigranten liever illegaal in het land blijven en proberen snel door te reizen.
Frankrijk is als op een na grootste land in de EU een belangrijke partner voor Duitsland om samen te pleiten voor een gezamenlijk beleid. Maar het land probeert zelf ook om vluchtelingen niet te hoeven opvangen. En ook vanuit Frankrijk willen veel mensen doorreizen.
Calais
In de Franse stad Calais wordt de Europese solidariteit ook op de proef gesteld. Vluchtelingen die al een lange en soms risicovolle reis achter de rug hebben om daar te komen, wagen dan nog een keer hun leven om door de Kanaaltunnel te komen.
Groot-Brittannië stuurde vorige week politie-agenten naar Frankrijk om te helpen de vluchtelingen tegen te houden. Eerder wilde Londen niet meewerken aan een evenredige verdeling van vluchtelingen over Europa, nu hoopt het op samenwerking om samen de stroom asielzoekers in te dammen.