'Zorg niet goed toegesneden op vrouwen'
Artsen weten niet genoeg over het vrouwelijk lichaam, waardoor vrouwen geen zorg op maat krijgen. Dat staat in een Kennisagenda die vandaag wordt aangeboden aan minister Schippers. Zij moet nu in actie komen, vindt Jannet Vaessen van vrouwennetwerk Women Inc. "Anno 2015 mag de helft van de bevolking erop rekenen dat die net zo goed wordt behandeld als de andere helft."
Dat gebeurt nu niet, zegt Vaessen. "Medisch onderzoek is vaak gebaseerd op mannen en mannelijke proefdieren. Vrouwen zijn buiten die onderzoeken gehouden, vanwege hormonale verschillen of een mogelijke zwangerschap. Het gevolg is dat er minder bekend is over vrouwen en hun lichaam. Dat betekent dat diagnoses te laat komen, behandelingen inadequaat zijn en dus dat vrouwen een slechtere staat van gezondheid hebben."
De Kennisagenda liegt er niet om: vrouwen leven weliswaar langer, maar krijgen gemiddeld zes jaar eerder dan mannen te maken met chronische ziektes, gebruiken veel meer medicijnen en zijn vaker arbeidsongeschikt. "Men die quicker, but women get sicker", vat Vaessen samen.
Een van de meest opzienbarende man-vrouw-verschillen die de opstellers van de Kennisagenda tegenkwamen, werd veroorzaakt door een bloeddrukverlager. Die gaf bij vrouwen vier keer zoveel bijwerkingen als bij mannen. Soms werden patiëntes opgenomen in het ziekenhuis.
Vaessen: "Je zou toch willen dat het onderzoek naar zo'n medicijn op de juiste manier wordt gedaan, maar ook dat informatie over die bijwerkingen bij de patiënt terechtkomt."
Signalen
De Kennisagenda is opgesteld door deskundigen en instituut ZonMW, op initiatief van Women Inc. Directeur Vaessen kreeg al lang voor het onderzoek signalen dat artsen onvoldoende weten over het vrouwenlichaam. "Eerst luister je naar enkele verhalen. Maar als dat er meer worden, denk je: er is een basis."
Volgens haar vinden ook veel medici al jaren dat er iets moet worden gedaan. "Maar er zijn nu zoveel speerpunten in de zorg, dat het nodig was om al die geluiden te bundelen om het probleem top of mind te krijgen."
De Kennisagenda gaat later vandaag naar minister Schippers van Volksgezondheid. Vaessen hoopt dat die ermee aan de slag gaat. "We willen dat er meer kennis komt en dat de kennis die er al is, beter wordt ontsloten en wordt meegenomen in de opleidingen van basisartsen en specialisten. Zodat je er zeker van kan zijn dat de laatste kennis ook bij jouw behandelaar bekend is."