Geen strafvervolging Karremans voor Srebrenica
Het Openbaar Ministerie hoeft oud-Dutchbat-commandant Thom Karremans niet strafrechtelijk te vervolgen voor het verwijderen van drie moslimmannen van de compound in Potocari in juli 1995. Dat heeft het hof in Arnhem bepaald.
Volgens het hof "had de Dutchbatleiding niet hoeven te beseffen" dat het wegsturen van de mannen zou leiden tot hun dood.
De nabestaanden van de drie door de Bosnisch-Servische troepen van generaal Mladic vermoorde mannen hadden een zogeheten artikel 12-procedure aangespannen om strafvervolging van Karremans en twee andere leidinggevenden van Dutchbat af te dwingen. De slachtoffers waren de broer en vader van de tolk die voor de Nederlanders werkte, en de elektricien van Dutchbat.
Het Openbaar Ministerie besloot twee jaar geleden Karremans en de twee anderen niet te vervolgen omdat ze volgens het OM niet verwijtbaar betrokken waren bij de oorlogsmisdrijven in de VN-enclave.
Vernietigd fotorolletje
Het hof behandelde de zaak in november achter gesloten deuren en zou aanvankelijk eind december al uitspraak doen. Maar in december heropende het hof de zaak en gaf aan het OM opdracht om meer inzicht te geven in het onderzoek naar een vernietigd fotorolletje.
Op de negatieven stonden mogelijk beelden van geëxecuteerde moslimmannen. Dat zou betekenen dat Karremans wist dat er moslimmannen werden geëxecuteerd toen hij de drie mannen van de compound zette.
Met deze beslissing van het hof is een eventuele strafzaak tegen Karremans nog niet geheel van de baan. Advocaat Liesbeth Zegveld van de nabestaanden heeft al laten weten dat ze naar het Europese hof stapt om alsnog strafvervolging af te dwingen.
