Oekraïne: een wapenstilstand met wisselend succes
Uit Oost-Oekraïne komen opnieuw berichten over gevechten en slachtoffers. Het Oekraïense leger maakt melding van zes dode en twaalf gewonde militairen in de laatste 24 uur, het hoogste dodental sinds een maand. Overal in het crisisgebied zouden eenheden worden aangevallen door separatisten, maar die ontkennen dat ze de wapenstilstand schenden.
De berichten volgen op nachtelijk overleg in Berlijn met de ministers van Buitenlandse Zaken van Oekraïne, Rusland, Duitsland en Frankrijk. Die vier landen maakten in februari in Minsk afspraken over een staakt-het-vuren in Oost-Oekraïne. De ministers bespraken nu in Berlijn de voortgang.
De wapenstilstand heeft maar beperkt effect: op veel plaatsen is het inderdaad veel rustiger, maar het staakt-het-vuren wordt ook vrijwel dagelijks geschonden. Zo raakte vandaag in het dorp Sjirokine bij Marioepol een Russische journalist zwaargewond bij een explosie. Andere verslaggevers uit Rusland zouden zijn beschoten. Bij Donetsk waren opnieuw zware gevechten, waarbij ook tanks zouden zijn ingezet.
Maar hoewel het Oekraïense leger zegt dat de situatie "instabiel" blijft, is de veiligheidssituatie in grote delen van Oost-Oekraïne zodanig verbeterd dat een Nederlands bergingsteam deze week weer naar de MH17-rampplek gaat. NOS-verslaggever Gert-Jan Dennekamp, die al op de rampplek is geweest, zegt dat het daar zelfs stil is.
De betrokken ministers van Buitenlandse Zaken benadrukken vooral dat er nog een lange weg te gaan is. Ze eisen dat het staakt-het-vuren beter wordt nageleefd. Om dat te bewerkstelligen, is afgesproken om behalve zware wapens ook lichtere wapens van het front weg te halen.