Koerdische Peshmergastrijders vieren de herovering van de Noord-Iraakse stad Sinjar. Het is dezelfde stad waar IS vorig jaar een bloedbad aanrichtte en tienduizenden yezidis verdreef naar een nabij gelegen berg.
Het was ook de aanleiding voor Amerika om de luchtoorlog tegen IS te beginnen. Volgens de VS is het een kwestie van een paar dagen voor Sinjar echt volledig op IS is heroverd.
In Nieuwsuur vanavond het laatste nieuws uit Sinjar met Pari Ibrahim, een Nederlandse Yezidi van de Free Yezidi Foundation, die heel blij is met de ontwikkelingen. En een gesprek met de Nederlandse journalist Judit Neurink vanuit Erbil in het noorden van Irak.
Hulpkreet
Gisteren begonnen de 7500 Peshmerga's hun aanval op Sinjar, waar 600 strijders van IS zouden zijn. De Koerden werden geholpen door straaljagers van de internationale coalitie tegen IS.
Pari Ibrahim van de Free Yezidi Foundation: "Blijdschap en verdriet komen los. Je bent anderhalf jaar bezig om aan te geven dat deze mensen in nood zijn en dan uiteindelijk zie je dat iedereen de krachten bundelt en uiteindelijk toch hun hulpkreet hoort."
Koerdische Peshmerga-strijders zeggen dat ze Sinjar van alle kanten zijn binnengetrokken en dat ze belangrijke publieke gebouwen in handen hebben. IS-strijders zouden op de vlucht zijn geslagen.
De Koerdische president in het Iraakse deel van Koerdistan, Massoud Barzani, zegt dat Sinjar nu helemaal in handen is van de Peshmerga's.
Snelweg
Volgens een correspondent van het Britse persbureau Reuters hadden de Koerden al snel de controle over de belangrijkste snelweg bij Sinjar. Die loopt van Raqqa in Syrië naar de Iraakse stad Mosul. Die twee steden zijn belangrijke bolwerken van IS. Over de snelweg worden onder meer wapens voor de moslimterroristen vervoerd.
Bij de inname van Sinjar door IS, vorig jaar augustus, vluchtten tienduizenden Yezidi's de bergen in. Dagenlang zaten mensen zonder voedsel en onderdak, waarna tientallen van hen werden afgeslacht. Ook werden veel gebouwen in de stad verwoest.
