VN: hulpkonvooi wel degelijk doelwit van luchtaanval

Het hulpkonvooi dat vorige maand in de buurt van Aleppo in vlammen opging, is wel degelijk vanuit de lucht aangevallen. Dat zeggen deskundigen van de Verenigde Naties na bestudering van satellietbeelden. De Syrische regering en Rusland hebben dat steeds tegengesproken.

Na weken wachten vertrok het konvooi op 19 september van de Turkse grens richting Aleppo om hulpgoederen te brengen. De strijdende partijen in Syrië hadden verklaard dat het veilig was, maar bij de plaats Urm al-Kubra ging het mis. Achttien van de 31 vrachtwagens werden verwoest; twintig chauffeurs en hulpverleners kwamen om het leven.

'Brand of mortier'

Meteen werd aangenomen dat het een luchtaanval van de Syrische regering of Rusland was, maar die ontkenden elke betrokkenheid. Volgens Rusland moest er op een of andere manier brand zijn ontstaan. Ook kon het een mortieraanval van rebellen zijn geweest, zei Moskou.

VN-topman Ban Ki-moon kondigde afgelopen vrijdag een onderzoek aan naar de gebeurtenissen. VN-instantie Unosat, gespecialiseerd in de analyse van satellietbeelden, komt nu al met zijn conclusies.

Uit de beelden blijkt dat het wel degelijk een luchtaanval is geweest, zei een Unosat-deskundige op een persconferentie in Genève. Wie de luchtaanval volgens de VN heeft uitgevoerd, zei hij er niet bij.