WK in cijfers: veel goals, standaardsituaties en eigen doelpunten

Het WK voetbal zit erop. Wat waren de opvallendste zaken? Een duik in de statistieken.

Doelpunten

De goals vlogen de liefhebbers dit WK om de oren. Slechts één wedstrijd eindigde in 0-0: Denemarken-Frankrijk.

Natuurlijk, sommige wedstrijden waren nauwelijks het aanzien waard, maar over het algemeen was er weinig te klagen gezien de doelpuntenproductie.

In de recente geschiedenis werd er alleen in 2014 en 1998 vaker gescoord dan op dit WK, een verschil van slechts twee treffers. In 1954 werd er gemiddeld gezien 5,4 keer gescoord per wedstrijd, een moyenne waar nu alleen nog maar van gedroomd kan worden.

Spelhervattingen

Dit WK zal toch ook herinnerd worden als het WK van de standaardsituaties, met Engeland als drijvende kracht.

Sowieso is het totale aantal van 73 treffers uit dode spelmomenten een record, met drie goals uit spelhervattingen in de finale als passend einde.

Het aantal doelpunten uit corners (26) en strafschoppen (22) is ook een record. De invoering van de videoscheidsrechter speelde een rol in de toename van het aantal gegeven penalty's.

Sportiviteit

De deelnemende landen waren over het algemeen lief voor elkaar. Het WK in Rusland gaat de boeken in als de eindronde met de minste overtredingen per wedstrijd.

Spanje beleefde een uiterst teleurstellend WK, maar mag zich wel de sportiefste ploeg noemen. Een hele kleine pleister op de zere wond.

Daarnaast werden slechts vier rode kaarten uitgedeeld. Sinds de invoering van gele en rode kaarten op het WK van 1970, werden slechts op twee WK's (1970 en 1978) minder rode kaarten gegeven (0 en 3).

Eigen doelpunten

Mario Mandzukic had de twijfelachtige eer om de eerste speler te worden met een eigen doelpunt in een WK-finale. Een passende afsluiting van het toernooi, want in Rusland kon liefst twaalf keer een eigen goal worden genoteerd. Een verdubbeling van het record uit 1998.