Accepteren of verhuizen: wat te doen met inwoners van binnenstad die last hebben van uitgaansgebied?

Wie in het centrum rond het Plein of de Grote Markt woont, kan rekenen op levendigheid op straat tot in de late uren. Is dit geluidsoverlast waarmee mensen uit hun slaap worden gehouden of hoort het juist bij de wijk? Raadsleden zijn het er niet over eens. Het debat liep daarom soms hoog op tijdens de raadscommissie over het nieuwe beleid voor het nachtleven.

Aanwezigen uit het centrum laten het dilemma al snel zien. De uitbater van Café Zèta moet verplicht een limiter op zijn geluidsinstallatie zetten omdat één bewoner heeft geklaagd over geluidsoverlast. 'Daar baal ik enorm van', zegt eigenaar Marco Bijsterbosch tegen Den Haag FM. 'Wij hebben een springplankfunctie voor opkomende dj's. De binnenstad is nou eenmaal een plek waar geleefd wordt.'

Maar Jeroen Oosterwal, voorzitter van de bewonersvereniging Bewoners Rond het Plein, laat de keerzijde zien. 'Wij moeten omgaan met de uitwassen van het uitgaansleven', zegt hij. 'Daarnaast zijn de panden vaak niet geschikt.'

Dilemma

De twee insprekers tonen een tweedeling die ook in de raad te zien is. Want een uitgaansgebied bestaat niet alleen uit clubs, cafés en fastfoodzaken voor de late snack.

Boven en rondom die zaken wonen vaak ook mensen. In historische panden of nieuwbouw, van jong tot oud. En die zitten niet altijd te wachten op het geluid en de overlast die gepaard gaan bij het uitgaan.

In de Nachtvisie wordt er ook rekening gehouden met de omwonenden. Zo komt er geld beschikbaar voor akoestisch onderzoek en geluidsisolering, maar met 50.000 euro is deze subsidiepot niet heel groot.

Uitgaanskernen transformeren

Maar waar raadsleden het meest over struikelen, is een ander plan. De gemeente wil namelijk onderzoeken of het mogelijk is om het aantal woningen te verminderen.

'We gaan samen met pandeigenaren bekijken of en zo ja welke mogelijkheden er zijn om op beperkte schaal woonruimtes in de uitgaanskernen te transformeren naar functies die beter samengaan met uitgaanshoreca dan de woonfunctie', schrijft het college. Daarmee wordt vooral gekeken naar de Grote Markt en het Plein.

Wennen aan overlast

Een deel van de raad ziet wel heil in het plan. 'Bewoners moeten echt wennen aan het wonen in een uitgaansgebied', zegt Coen Bom (Hart voor Den Haag). 'Als jij op het Rembrandtplein gaat wonen, ga je ook niet klagen over geluidsoverlast.'

Ook D66 staat achter het onderzoeken van een andere invulling van de omgeving. 'Het is zeer begrijpelijk dat bewoners niet meer overlast willen', zegt Andrew van Esch. 'We kunnen het uitgaan bijvoorbeeld combineren met oefenruimtes en kantoorruimtes.'

Kwestbare gebieden

Maar er klinkt ook weerstand voor het plan. 'De Nachtvisie moet hand in hand gaan met de leefbaarheid van bewoners', zegt Anthony Uduba (VVD). 'Hoe kunnen we de veiligheid garanderen met een ondercapaciteit bij de politie? En hoe worden kwetsbare gebieden hierin meegenomen, zoals het oude centrum.'

Simon Fritschij, fractievertegenwoordiger van de ChristenUnie-SGP, doet daar nog een schepje bovenop. 'Wat doet de gemiddelde Hagenaar in de nacht? Slapen', zegt hij. 'Bewoners moeten beter betrokken worden in de uitwerking van de Nachtvisie. Het college stort wat uit over de stad.'

'In de stront zakken'

De twee ideeën zorgen ervoor dat tijdens de inbreng van Hart voor Den Haag de gemoederen hoog oplopen. Bom heeft het over de situatie waarin Café Zèta zit en dat het onwenselijk is dat één bewoner een ondernemer zo hard kan raken.

Fritschij schiet daarop aan. 'Ik word hier een beetje boos van', zegt hij. 'De partij van meneer Bom zegt voor iedereen in Den Haag op te komen, maar ze laat bewoners in de stront zakken.'

Bom slaat nijdig terug. 'Dat vind ik nogal interessante woorden voor een christen, in de stront zakken', zegt hij. 'Wat zijn dat voor benamingen. We hebben het hier over de Nachtvisie, wat betekent dat er wat moet gebeuren in de nacht. De uitgaanskernen zijn niet voor niks aangewezen.'

Fritschij: 'Daar wonen ook gewoon mensen en die hebben ook recht op nachtrust. Die hebben geen ander bioritme. Het klinkt alsof Hart voor Den Haag daar geen rekening mee wil houden.'

Ook de VVD moet na een eerdere opmerking van Bom richting de partij inspringen. 'Mijn collega van Hart voor Den Haag is het er toch mee eens dat de leefbaarheid van bewoners, ook al is het er maar één, ook belangrijk is', vraagt Uduba.

'Dat probeer ik te betogen', antwoordt Bom. 'Dat is ondergeschikt.' Dit valt slecht bij de liberaal. 'Dus de bewoners kunnen gewoon, in dezelfde woorden, in de stront zakken', zegt de VVD'er. 'Als je in een uitgaanskerngebied woont, moet je een bepaalde hoeveelheid overlast accepteren', zegt Bom. 'En anders moet je verhuizen.'

Schuren

De wethouder gaat ook in op de balans tussen uitgaan en wonen rond de kernen. 'Het is een ingewikkeld vraagstuk', zegt wethouder Saskia Bruines (D66). 'We zien een aantal plekken waar het goed gaat. Maar waar je zo dicht op elkaar zit, gaat het natuurlijk ergens schuren.'

'Daarom moeten we de balans tussen wonen en uitgaan opnieuw beschouwen', zegt de wethouder. 'Als je het heel even plat slaat, kan je zeggen dat als je in het centrum van het uitgaansgebied zit, je wonen moet ontmoedigen. Dan kan je met bestemming werken zoals ateliers, maar wel op hele specifieke plekken.'

'Onteigenen'

Ook de wethouder kan rekenen op stevige kritiek van de VVD en ChristenUnie-SGP. 'Waar wil de wethouder een bewonersverbod instellen', vraagt Fritschij. 'Inwoners zijn geen hinderlijkheid voor D66-plannen. Bewoners maken de stad.' De VVD doet hier nog een schepje bovenop. 'Wil het college bewoners gaan onteigenen?', vraagt Uduba.

'Wij gaan bewoners niet de binnenstad uitjagen', zegt Bruines. 'Het is juist het beleid om een goede mix van wonen, uitgaan en werken te hebben. Nadenken over een andere functie gaat niet over hele straten of buurten. En niet met dwang, maar in vrijwilligheid.'

Bruines: 'We willen dat er in het centrum gewoond wordt en we willen mensen niet uit hun huis zetten. Maar je kan verhuizen wel aantrekkelijk maken. En we kunnen de woonfunctie iets uitfaseren. Maar altijd in vrijwilligheid in gesprekken met pandeigenaren. En in het uiterste geval kunnen we ook kijken naar het wijzigen van het bestemmingsplan.'