In achtertuin van Jan (88) leven pinguïns: 'Vijf haringen per dag'
Pinguïns, uilen, struisvogels en kangoeroes. Af en toe heb je het idee dat je in vogelpark Avifauna rondloopt, maar al deze dieren vind je 'gewoon' rond het huis van de 88-jarige Jan Knoppert. Al zijn hele leven is de gepensioneerde tuinder gegrepen door dierenliefde. Bij uitzondering krijgt Omroep West een rondleiding langs zijn dierenrijk, terwijl Jan vol overgave vertelt over de dierenverzorgers die 'een beurt krijgen' van hitsige alpaca's.
Verscholen in het buitengebied van 's-Gravenzande vind je een dierentuin met beesten die niet eens in Blijdorp rondhuppelen. Zilverfazanten, Humboldtpinguïns, ibissen en kroonkraanvogels scharrelen er tussen zijn kassen lustig op los.
Deze en nog tientallen andere diersoorten laat de 88-jarige oud-tuinder de afgelopen decennia van dierenhouders uit binnen- en buitenland naar het Westland overvliegen. 'Het is door de jaren gegroeid. Leuk om te zien, hè?' Iedere keer weer is-ie zichtbaar geraakt als hij over zijn vrienden, zijn grote liefdes, mag vertellen.
In de dierentuin van Jan kom je ogen tekort:
Bussen vol kleuterklassen en senioren die met de Zonnebloem een dagje uit hebben, zijn in de loop der jaren in de dierentuin op bezoek geweest. Al dat bezoek is nu stukken minder, omdat het voor de 88-jarige dierenbeschermer fysiek zwaarder wordt.
Toch maakt de praatgrage Jan voor Omroep West graag een uitzondering. 'Zie je die zilverfazant?', zegt hij bij de eerste kooi. 'Die heeft andere dieren in zijn enthousiasme gek gemaakt.' Daardoor zit de vogel gescheiden van de grote groep in een andere kooi. 'Die heeft nu straf en wordt afgezonderd.'
Het dierenrijk is verdeeld over de voortuin, de achtertuin en langs de oprijlaan met aan weerszijden kassen. Tussen de kassen en het asfalt ligt een lange sloot waar weer een deel van de watervogels is gehuisvest.
Uiteraard liggen de tuinen op privéterrein, maar ook op een kilometer afstand kun je het bestaan van de dierenpracht merken. Want als je over de doorgaande weg tussen 's-Gravenzande en Hoek van Holland rijdt en boven het tuinbouwgebied een kolonie van honderden kraaien en kokmeeuwen ziet, betekent dat maar één ding: voedertijd.
Dag in, dag uit verzamelen de vreetgrage vogels zich bij de dierenverblijven, want klokslag 10.00 uur krijgen Jan's dieren een maaltijd. 'Hongerig Westland komt dan hier op af.' Voor het voeren van de honderden beesten is een dierenverzorger in dienst.
Voor de zes Humboldtpinguïns - die een vijver in de tuin toegewezen hebben gekregen - liggen er iedere dag vijf haringen in de koeling klaar. 'Het maatje dat net iets kleiner is dan de Hollandse Nieuwe', legt Jan Knoppert uit. De pinguïns zijn hartstikke gezond, want in de kieuwen van de haringen worden vitaminepillen gepropt. 'Die vis gaat er zo makkelijk in. Prachtig, hè?' Humboldtpinguïns komen van oorsprong uit Peru.
Even verderop in de tuin zitten twee sneeuwuilen en een aantal kerkuilen in een volière. Als er dan een kleuterklas bij Jan over de vloer is, vraagt hij de kinderen of ze Meneer de Uil van de Fabeltjeskrant kennen. 'Nee? Dan lopen we daar nu even naartoe', kondigt hij steevast het loopje naar de uilen aan. 'Kinderen raken niet uitgekeken.'
Dagelijks krijgen de uilen dode kuikens gevoerd, maar het komt af en toe voor dat een levende muis of rat per ongeluk de volière met uilen binnenglipt. 'Dan hebben de uilen een gebakje', lacht Jan.
Dat er eerder twee dierenverzorgers door hitsige alpaca's zijn besprongen, is ook een ontboezeming die tijdens de rondgang niet mag ontbreken. 'Dat waren twee opgewonden mannetjes', begint Jan. Zij zagen de dierenverzorgers aan voor vrouwtjes. 'Wat denk je? Worden ze zomaar door die alpaca's doorgesmeerd. Je had het moeten zien, geweldig!'
Al die dieren hebben een prijskaartje, mede mogelijk gemaakt dankzij het opgebouwde imperium van de oud-tuinder. Jan Knoppert begint in de jaren zestig in Honselersdijk met een kas vol Stephanotis. Die witte bloem met de zwoele geur mag in een serieus bruidsboeket niet ontbreken.
Daarna volgen andere groensoorten met als klap op de vuurpijl de Gypsophila, een teelt uit de anjerfamilie. Als een van de weinige tuinders met die bloemen, maakt hij financieel een flinke klapper. Een succesformule.
Pas als er op grote schaal wordt overgestapt op de teelt van amaryllissen, wordt zo'n beetje alles voor de dierenvriend mogelijk. Als-ie eenmaal stopt met werken, laat hij achttien gezonde tuinbouwbedrijven achter. Al het geld en de dieren maken gelukkig, al blijft zijn liefde voor vrouw onbetaalbaar. 'Binnen in huis maakt zij de dienst uit, buiten met de dieren doe ik dat.'