'Ik moet bedelen om mijn eten', steeds meer daklozen centrum Den Haag
Het aantal daklozen rond Den Haag Centraal en de Koekamp neemt toe, met gevolgen voor de omgeving. Waar komen deze mensen vandaan en wie zijn zij? En nog belangrijker: welke oplossingen liggen er voor hen klaar? Op zoek naar de verhalen achter het straatbeeld.
Een zeiknatte doordeweekse augustusdag in Den Haag, half zeven 's ochtends. Terwijl de eerste forensen met regenpak en paraplu zo droog mogelijk het centraal station proberen te bereiken, liggen in de nissen van de Rabobank aan de Bezuidenhoutseweg twee mannen te slapen. De één ligt tegen twee tassen aan en houdt zich warm met een deken, naast hem ligt een plastic tasje vol afval.
Een beveiliger komt de bank tegenover de Koekamp uit, maakt de man wakker en vraagt hem te vertrekken. Intussen loopt er een andere zwerver langs met een boodschappenkarretje. Voordat hij aanstalten maakt om de tweede man te wekken, vertelt hij dat dit tegenwoordig dagelijkse kost is. Weer of geen weer.
Bankjes op station
Het aantal daklozen dat bivakkeert in de omgeving van het centraal station en de Koekamp neemt sinds vorig jaar toe, constateren ondernemers, de gemeente en de Haagse daklozenbelangenorganisatie Straat Consulaat. En dat is niet zonder gevolgen voor de omgeving.
Half mei verplaatsten de NS en ProRail de bankjes op Den Haag Centraal achter ov-chipkaartpoortjes, omdat de overlast 'onbeheersbaar' zou zijn geworden. Daklozen zouden zich, vooral in de avonduren, schuldig maken aan winkeldiefstal, vervuiling en agressie. Na de verhuizing is de overlast naar verluidt afgenomen, waardoor onlangs werd besloten dat deze permanent is. Buiten het gebouw wordt sinds kort een van de ingangen van de fietsenstalling ‘s avonds afgesloten.
In de Spar-winkel op de hoek tussen het station en de Koekamp ontvangen supermarkteigenaar Michael en zijn medewerker Patrick regelmatig dakloze klanten. Doorgaans niet met plezier. 'We hebben dagelijks last van diefstal', zegt Patrick.
Beiden zijn te spreken over de handhaving. 'De politie doet zijn best', zegt Michael, die de omgeving heeft zien veranderen in de zes jaar dat hij zijn winkel runt: 'Dit is momenteel de problematiek waar dit gebied van Den Haag mee kampt.' Meer hulp voor de daklozen zou volgens de twee de beste oplossing zijn.
Buurtbewoner Tom Faber ervaart overlast van daklozen:
De politie zegt dat de Koekamp al langer een aandachtsgebied is en dat de overlast niet zozeer iets is van de laatste tijd. Ook belangenbehartiger Peter Bos van Straat Consulaat durft niet precies te zeggen of de overlast is toegenomen, al kan hij het zich wel voorstellen: 'Door de uitzichtloosheid gaan veel mensen die langer buiten moeten verblijven naar middelen grijpen, waardoor criminaliteit ook dichterbij komt.'
Toch wil Bos het ook relativeren: 'Sommigen ervaren alleen de aanwezigheid van daklozen al als vervelend, anderen hebben daar geen problemen mee.' Bos ziet ook geen signalen dat bezoekers van het station en de Koekamp structureel worden lastiggevallen. Iets soortgelijks klinkt in gesprekken met ondernemers aan de Herengracht: de meesten zeggen het geen fijn visitekaartje te vinden voor toeristen en ander winkelpubliek, maar zelf weinig overlast te ervaren.
Dat gebrek aan uitstroom komt vooral door de woningnood, zegt een woordvoerder van de gemeente. De gemeente ziet ook dat er meer jongeren op straat belanden. Een derde van de melders bij het daklozenloket was in 2022 jonger dan 27 jaar. Bij Straat Consulaat herkennen ze dit. 'Als je gaat scheiden of je huisbaas verscheurt je huurcontract, is het moeilijk om een nieuwe woning te vinden', zegt Peter Bos. 'Veel mensen houden het dan nog wel een tijdje uit bij bijvoorbeeld familie en vrienden, maar dat is vaak ook niet oneindig.'
Het gebrek aan betaalbare woningen leidt volgens Bos bovendien tot volle opvangen, doordat mensen niet kunnen doorstromen naar een eigen woning. Dak- en thuislozen hebben alleen bij uitzondering recht op voorrang bij een sociale huurwoning. Door het gebrek aan opvang is het ook weer moeilijk om van de straat af te komen.
Dakloze Jesse-Joey Marinus vertelt over het leven op straat en dat hij moet bedelen om zijn eten:
Maar in het geval van de Koekamp speelt er nog iets. Een groot deel van de groep op het veld bestaat uit Oost-Europese arbeidsmigranten. Eén van hen is de 32-jarige Pavel, de tweede man die wordt wakker gemaakt bij de Rabobank. Nadat hij is wakker geschrokken, vertelt hij dat hij al drie jaar in Nederland is en sinds zes dagen zonder woning zit. Dat gebeurde nadat hij werd weggestuurd bij zijn werkgever: 'Het werk was zwaar en ik kreeg weinig betaald, maar werd wel voorzien van een slaapplek.'
Dit gebeurt vaker bij deze zogeheten EU-migranten, blijkt uit onderzoek van Straat Consulaat. Vaak is hun woning geregeld door het uitzendbureau waarvoor zij werken. Werkverlies betekent dan direct dakloosheid, en vaak nog meer problemen: arbeidsmigranten uit EU-landen die niet staan ingeschreven in de gemeente waar ze verblijven, hebben vaak geen recht op financiële hulp. Daarvoor moeten ze terug naar hun land van herkomst.
Liever hier in een tent dan in Letland
EU-migranten kloppen volgens Bos vaak ook niet aan bij de gemeente, omdat ze weten dat ze geen recht hebben op hulp, of de weg naar het loket niet weten. Dit bevestigt ook de 30-jarige Peter uit Letland, die samen met zijn broer slaapt in een tentje op de Koekamp.
Peter kwam naar eigen zeggen één keer niet opdagen op werk en kon toen vertrekken, ook uit zijn woning. Hulp krijgen is lastig, zegt hij, maar hij slaapt liever hier in een tent dan dat hij terugkeert naar Letland: 'Daar maakt de politie je tent kapot of word je gelijk gearresteerd. Hier vragen ze vriendelijk of we geen rommel willen maken.'
Iedere avond krijgt de Koekamp bezoek van de Haagse Soepbus. Deze deelt eten en drinken uit aan wie daar maar behoefte aan heeft op de weide. Sebastian Witkowski is hier net langs geweest en wil wel vertellen waarom. De 40-jarige Pool leeft sinds drie weken op straat nadat ook hij z'n baan verloor.
'Het is niet fijn, maar ik geef niet op. Ik blijf weg van drugs en alcohol, omdat dat mij weerhoudt van wat ik moet doen.' Dat is: werk vinden. 'Ik heb vertrouwen dat het gaat lukken, ik heb zeventien jaar ervaring in de logistiek en spreek Engels.' Hoewel het 's nachts onveilig voelt op straat, is Sebastian soms ook gelukkig: 'Omdat ik nuchter blijf kan ik ook vaak andere mensen helpen.'
Het onderwerp dakloosheid staat regelmatig op de agenda van de Haagse gemeenteraad. Partijen hebben er het afgelopen jaar meerdere malen aandacht voor gevraagd, via moties die zowel overlast als de leefomstandigheden van daklozen betreffen. Met de presentatie van de aanpak 'Den Haag geeft thuis' kwam wethouder Mariëlle Vavier (GroenLinks) vlak voor de zomer veel van deze oproepen tegemoet. Kern van haar brede beleidsplan is meer aandacht voor preventie van dakloosheid en het stimuleren van zelfstandig wonen, in plaats van alleen opvang.
De aanpak is onder meer gebaseerd op de bovengenoemde onderzoeken en cijfers, en gesprekken met ervaringsdeskundigen. Tot de belangrijke maatregelen behoren meer financiële ondersteuning van (dreigende) dak- en thuislozen en het creëren van meer woonplekken. In dat laatste ligt wel een uitdaging volgens de wethouder, gezien de moeizame bouw van nieuwe woningen. Daarom moet volgens haar ook een groter deel van de woningen betaalbaar worden voor iedereen.
Het plan moet nog worden goedgekeurd door de gemeenteraad, maar Bos - tevens oud-raadslid voor de Haagse Stadspartij - is alvast enthousiast. 'Het is echt goed dat er meer nadruk wordt gelegd op huisvesting.' Toch valt of staat het bij de uitvoering: 'Daarvoor moet ook echt de afdeling wonen van de gemeente worden betrokken, nu is dakloosheid toch vooral een taak van de afdeling zorg.'
Verder hoopt Bos dat de gemeente het aantal daklozen, of mensen die hun huis dreigen te verliezen, nog beter in kaart gaat brengen. Zo'n driekwart van de mensen zonder huis is niet zichtbaar op straat, maar leeft bijvoorbeeld op de bank bij kennissen. 'Daar is te weinig zicht op', aldus Bos.
'Leven op straat is hard'
Een commissie van de gemeenteraad bespreekt het plan waarschijnlijk 31 augustus, als het reces ten einde is. Pavel hoop dat hij voor die tijd van straat af is: 'Het leven op straat is hard, maar ik probeer desondanks mijn leven te herpakken. Om nu snel weer een huis te vinden is lastig, maar alles is beter dan teruggaan naar mijn geboorteland.'