Dit is een nieuwsbericht van
Omroep West

'Ik bemiddelde alleen bij conflicten in het criminele milieu', Piet S. ontkent drugssmokkel

'Ik heb nooit cocaïne gesmokkeld.' Piet S. (66) uit Voorburg zegt het vandaag meerdere keren tijdens de eerste dag van het proces tegen hem en enkele tientallen medeverdachten. Volgens het Openbaar Ministerie is S. de leider van een criminele organisatie die duizenden kilo's cocaïne smokkelde van Zuid- en Midden-Amerika naar Nederland en België. Daarnaast zou de bende zich hebben bezig gehouden met de export van pillen, illegaal gokken en witwassen.

S. is een groot deel van zijn leven actief geweest in het Haagse criminele milieu. Over het verder weg gelegen verleden doet hij deze maandag ook niet geheimzinnig. Hij heeft vroeger hasj gesmokkeld en daar heeft hij ook voor gezeten. Maar sinds zijn laatste vrijlating, in 2008, doet hij niks meer. 'Ik vond het wel genoeg in de gevangenis', zegt hij. Sindsdien verdient hij zijn geld in de autohandel en met luxe horloges.

Maar S. heeft nog altijd een groot sociaal netwerk, zo vertelt hij, en mensen uit dat netwerk weten hem te vinden. Hij bemiddelt tegenwoordig op verzoek bij conflicten in de criminele wereld, of ook daar buiten als hem dat wordt gevraagd. 'Dat is begonnen na de schietpartij in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam in 2012', zegt S. Bij die liquidatie kwamen twee mensen om het leven. De schietpartij was het begin van een jaren durende oorlog tussen twee drugsbendes.

Bemiddelaar

Volgens S. waren er vijf criminele groeperingen die bij conflicten niet ook in zo'n geweldsspiraal terecht wilden komen. Daarom werd hij, samen met drie anderen, ingeschakeld bij 'problemen'. Dat ging bijvoorbeeld over betalingsproblemen of als iemand iets achter de rug van een ander om deed. 'Ik denk dat ik een goeie naam had, mensen vinden mij betrouwbaar.' Als tussenpersoon kreeg hij zo wel veel informatie over hoe het werkte in het milieu, maar zelf was hij nergens bij betrokken, zo zegt S..

Volgens S. was zijn rol het voorkomen van problemen. De rechtbank vraagt zich af of hij dan niet ook de criminelen hielp bij het smokkelen van drugs, maar dat ziet S. anders. 'Het is informatie geven en terugkrijgen en soms is wat je terugkrijgt waardevol.' Zelf in de handel zitten was niet meer handig, want dan ben je een concurrent van de groepen voor wie je ook bemiddelt, zegt S.. En dat zou belangenverstrengeling zijn. Maar hierdoor weet hij wel veel van hoe het werkt in de smokkelwereld.

Betrouwbaar bedrijf

S. vertelt hoe je een bedrijf opzet dat betrouwbaar overkomt. In het begin stuur je twee containers per week en krijg je continu controle. Na tien weken houdt de controle op. Dan verstuur je ineens vijf of tien containers in de week. Dat valt op dus krijg je weer controle. Maar als die weer ophoudt, krijg je nooit meer controle en kun je gaan smokkelen. Dan heb je een betrouwbaar bedrijf. Dat kan je verkopen. Of die koper dat bedrijf dan gebruikt voor cocaïnesmokkel daar heeft S. geen weet van. 'Dat hou ik niet bij.'

In de containers met fruit worden de drugs verstopt. Dat heet liften, of de container zwanger maken. S. zegt dat nooit gedaan te hebben. Hij erkent wel dat hij mensen kende in de havens van Rotterdam en Antwerpen. 'Dat is handig als je je container sneller wilt hebben. Anders staat die twee dagen op de kade en als je fruit importeert wil je dat sneller hebben.' Als de rechtbank vraagt of je de container ook sneller wil hebben als er cocaïne in zit zegt S.: 'Geen idee, dat deed ik nooit.'

Bijnamen

In afgeluisterde telefoongespreken van andere drugssmokkelaars, onder andere uit Duitsland en Albanië, gaat het over iemand met de bijnaam Walter. De echte naam van 'Walter' is volgens deze mannen Piet S.. Een andere bijnaam van S. is 'Ouwe'. De Albanezen noemen hem ook zo in hun eigen taal: Plaku. De leider van de Albanese bende zou van S.een horloge cadeau hebben gekregen. Dat ontkent S. niet. Maar de Albanees zou ook in een afgeluisterd gesprek hebben gepraat over een transport van 4600 kilo cocaïne waar S. verantwoordelijk voor zou zijn. S. reageert met 'dat kan niet over mij gaan'.

S. zou goed bevriend zijn geweest met deze man, die inmiddels is overleden. De Albanees kwam regelmatig bij hem over de vloer en S. zou hem ook hebben gesteund toen hij in de gevangenis zat. Hij zou een half miljoen euro bij hem hebben verstopt. S. daarover: 'Vijfhonderdduizend bij een Albanees leggen is een slecht idee, al is het nog zo’n goede vriend.' Over de andere afgeluisterde gesprekken zegt S. dat het allemaal onzin is. Ook het feit dat hij met de mannen uit Duitsland over smokkel zou hebben gepraat is niet waar. 'Iemand die ik één of twee keer zie ga ik toch niet gedetailleerd vertellen hoe je cocaïne smokkelt, als ik dat zou doen? Dan kan ik net zo goed meteen naar de politie lopen.'

Deel artikel: