Iedereen kent Madurodam, maar wie was naamgever George Maduro?
Wie is niet als kind, ouder of grootouder in Madurodam geweest? Toch zijn veel mensen niet bekend met de ontstaansgeschiedenis van de miniatuurstad in Den Haag. In de nieuwe stadsopera 'Maduro' wordt daarom het verhaal van deze verzetsheld en naamgever van de bijzondere attractie uit de doeken gedaan.
De rol van George Maduro in de kersverse opera wordt gespeeld door bas-bariton Alexander de Jong. Samen met actrice en musicalster Doris Baaten bezoekt hij het 'Oranjehotel' in Scheveningen, waar de verzetsheld tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen heeft gezeten. Hij is zichtbaar onder de indruk van het voormalige gevangeniscomplex van de Duitsers, waar Maduro een half jaar in cel 635 werd opgesloten: 'Overweldigend ja. Je leest je natuurlijk heel erg in in zo'n rol en ook over dit "Oranjehotel", maar als je er dan bent dan komen de muren letterlijk op je af als je in een cel zit.'
Doris Baaten speelt in 'Maduro' de rol van Bep Boon-Van der Starp, een naam die waarschijnlijk bijna niemand wat zegt. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Baaten zelf ook nog nooit van Bep Boon had gehoord. 'Ik wist ook helemaal niks van Madurodam af. Ik bedoel: je weet wat het is en that's it. Maar hoe dat ontstaan is en dat het tot op de dag van vandaag een instelling is waar al het geld dat binnenkomt besteed wordt aan goede doelen met name voor jongeren. Dat weet natuurlijk ook niemand.'
Hoewel George Maduro en Bep Boon elkaar nooit hebben ontmoet, zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. George wordt in 1916 geboren op Curaçao en verhuist in 1926 naar Nederland om in Den Haag en later Leiden een opleiding te volgen. De in een welgestelde Joodse familie opgegroeide jongeman is in mei 1940 verantwoordelijk voor de succesvolle verdediging van Villa Dorrepaal in Leidschendam. Een heldendaad waar hij postuum de militaire Willemsorde voor ontvangt. De Jong: 'Ik denk dat het een hele bijzondere, heldhaftige man was.'
Na zijn vrijlating in 1941 vlucht hij namelijk niet naar het buitenland, maar sluit hij zich aan bij het ondergrondse verzet. De Jong bewondert vooral zijn standvastigheid. 'Ook al is de oorlog gevorderd en wordt het gevaar steeds groter, hij weigert om die jodenster te dragen, om met de J in zijn pas rond te lopen. Naast de heldendaad die hij heeft verricht, was hij een persoon die zich niet liet onderdrukken. Uiteindelijk kiest hij er niet voor om te vluchten naar zijn ouders in New York, maar om zich aan te sluiten bij het geallieerde leger. Om te gaan vechten.'
Twee verhalen
Dat is iets wat hij met de dood moet bekopen. 'Dat geeft wel heel erg zijn karakter aan, dat hij niet wilde weglopen van die verantwoordelijkheid die hij heel erg voelde.' Nadat hij wordt verraden door een Belg die de overtocht naar Engeland zou regelen, belandt hij in een kamp in Saarbrücken om kort voor de bevrijding in Dachau te bezwijken aan tyfus. 'Dat is het schrijnende. Dat het einde bijna in zicht was, maar dat hij dat niet meer heeft meegemaakt.'
Einde van de opera, zou je denken. Niets is minder waar, want waar het verhaal van Maduro tragisch eindigt, begint het bijzondere verhaal van Bep Boon-Van der Starp. Doris Baaten. 'Zij was betrokken bij het Studenten Sanatorium voor tbc-patiënten in Laren. Ze was tijdens de oorlog gevlucht uit Nederland en in Engeland had zij een tuin gezien van iemand die een heel miniatuur-spoorwegsysteem had gemaakt, om betalende bezoekers te trekken, om geld te genereren.'
Na de oorlog, toen Nederland in puin lag, zocht ze naar een manier om geld in te zamelen voor die zieke studenten. Het idee van zo'n kleine miniatuurstad, wat ze had opgedaan in Engeland, moest ook een symbool worden van wederopstanding. Het toeval wilde dat zij tijdens de oorlog kennis had gemaakt met de ouders van George Maduro. Baaten: 'Toen duidelijk werd dat George niet meer terug zou komen, wilden ze iets voor hem nalaten: een monument.'
'Bep zag dat helemaal niet zitten: hoezo een monument voor George? De miniatuurstad was een project voor heel Nederland. Maar ze had natuurlijk geldproblemen en die ouders wilden een fors bedrag, ik meen 100.000 gulden, investeren in het project. Uiteindelijk is het ook zo gegaan en is de naam Madurodam geworden. Dat zijn de twee verhalen die door elkaar heen lopen.'
Gigantisch project
De opera 'Maduro' is een monument op zich geworden. Het libretto is geschreven door Pieter van de Waterbeemd, die onder meer bekend is van de musicals 'Doe Maar', 'Ja Zuster, Nee Zuster' en 'De scheepsjongens van Bontekoe'. Bob Zimmerman scheef de muziek. In totaal zo'n 120 mensen werken mee aan de productie. De Jong: 'Er is een projectkoor (van Kwekers in de Kunst), we hebben dansers (van De Dutch Don't Dance Division), kindsolisten (van Rabarber), de volwassen solisten en het Residentie Orkest. Het is een gigantisch project.'
Voor De Jong ook wel een nieuwe ervaring, want hij hoeft niet alleen te zingen. 'Het is voor mij als operazanger leuk om ook veel spreekteksten te hebben, echt spreekscènes. Dat is voor mij als acteur heel leuk om te spelen. Het libretto is heel mooi opgebouwd in scènes waar de actie wordt verteld en dan worden er aria's en duetten gezongen waar de gevoelens meer aan bod komen. Waar de relaties tussen mensen meer worden uitgediept.'
'Maduro' is van 1 tot en met 7 september te zien in Amare in Den Haag.