Kleine Max (6) uit Dordt doet mee met de World Dwarf Games
Max is klein. Hij is geboren met de aandoening achondroplasie en hij zal als volwassene hooguit een lengte van één meter vijftig halen. Vroeger werden mensen zoals Max lilliputter of dwerg genoemd, maar die termen wordt inmiddels gezien als scheldwoorden en zijn vervangen door ‘kleine mensen’.
Max mag dan klein zijn, met zijn korte ledematen en relatief grote hoofd is hij normaal intelligent en heeft heel veel energie. Voetballen, zwemmen, werpen, rennen… als hij maar kan bewegen, is hij happy.
Sportieve ouders
Verwonderlijk is dat niet met twee ouders die beiden een titel Nederlands kampioen op hun naam hebben staan. Moeder Rosina (40) is meervoudig Nederlands kampioene hordelopen geweest en vader Nils (36) was Nederlands kampioen polstokhoogspringen. En als de liefde tussen je ouders ook nog eens is opgebloeid op de atletiekbaan , dan dan zou het raar zijn als bewegen je nìet in je bloed zit.
Toen Rosina en Nils hoorden van het bestaan van de World Dwarf Games, een soort Olympische Spelen voor kleine mensen, zeiden ze tegen elkaar: “Dat is iets voor Max!”. En toen ook nog eens bleek dat de spelen dit jaar in Keulen worden gehouden en niet in Australië zoals over vier jaar, schreven ze hun oudste zoon in.
Frisbee werpen
Max komt 2 en 3 augustus uit voor de World Dwarf Games in de categorieën boccia (jeu de boules met zachte ballen), 15 meter sprint, tennisbalwerpen en frisbee werpen. De woonkamer van het jonge gezin is helemaal ingericht op bewegen. Er staat een doel in de kamer en overal liggen ballen op de grond.
“Max houdt niet alleen heel erg van bewegen, hij wil ook altijd winnen”, zegt zijn moeder Rosina aan de eettafel met een kop thee. “Zelfs met gewone gezelschapsspelletjes”, vult vader Nils lachend aan. “Voetballen vindt hij het leukst”, vervolgt Nils, maar het lastige is dat hij geen gelijkwaardige voetbalmaatjes heeft. Kinderen van zijn eigen leeftijd zijn veel groter en sterker. En jongere kinderen hebben misschien zijn lengte, maar zijn weer niet zo sterk als hij.”
Rosina en Nils kijken er naar uit dat hun zoon zich straks kan meten met kinderen die even sterk en groot zijn als hij. “Dat is leuk als je zo competitief bent als hij.”
Max is een vrolijk jochie met een open blik. Hij zit in groep drie van een gewone basisschool. Op zijn school zit al een andere leerling met achondroplasie. De schoolleiding houdt rekening met de beperkingen, zo is er een aangepast toilet gemaakt.
Rosina en Nils ontdekten pas dat er ‘iets’ was met Max toen hij vijf maanden oud was. Op echo’s was niets geconstateerd en omdat Max relatief groot is, werd het na zijn geboorte ook niet direct opgemerkt. Omdat hij veel last had van zijn darmen, consulteerden zijn ouders een kinderarts. Deze vond toch wel dat zijn groei erg achter bleef, een collega-arts constateerde dat Max achondroplasie heeft.
Piekeraars
“Het is maar goed dat we het niet wisten, denk ik achteraf”, zegt Nils, “we kunnen soms best piekeraars zijn.” Rosina vult aan: “We hebben wel wat zorgen hoor, maar eigenlijk gaat heel goed met hem. Hij heeft iets meer moeite met balanceren door zijn korte ledematen en wat zwaardere hoofd. Het zwaartepunt ligt anders dan bij ons, dus de kans op vallen is groter. En ook over zijn holle rug maak ik me soms zorgen, daarom oefenen we al om zijn buikspieren sterker te maken”, aldus zijn moeder die fysiotherapeut van beroep is.
De grootste angst van de ouders ligt bij de reacties van de omgeving. “Kinderen die hem uitlachen of rare blikken van mensen op straat, dat is moeilijk”, zegt Rosina. “Hoe zal het straks zijn op de middelbare school, zal hij worden gepest? Daar maak ik me het meest zorgen over”, zegt Nils. “Maar gelukkig is hij vrolijk en open, daardoor reageren de meeste mensen heel positief op hem.”
Kleinere botjes
Max zelf is zich er soms ook van bewust dat hij anders is. Hij heeft zijn moeder wel eens verdrietig gevraagd waarom hij zo klein is. Rosina: “Ik heb hem toen uitgelegd dat iedereen anders is, en dat hij kleinere botjes heeft dan andere mensen. Dat begreep hij en toen wilde hij al gauw weer verder spelen”, zegt ze lachend.
De jonge ouders hebben veel steun aan de Belangenverenging van Kleine Mensen (BVKM). Ze ontmoeten er andere ouders en delen ervaringen uit. Er worden workshops en sportdagen georganiseerd. Nils: "De sportdagen worden heel goed bezocht. Voor Max is het ook heel leuk dat hij er speelmaatjes vindt. Via de BVKM hebben we gehoord van de World Dwarf Games, anders waren we dat nooit tegengekomen."
De World Dwarf Games vinden plaats in Keulen van 28 juli tot en met 5 augustus. De Nederlandse titel is 'De Spelen voor Kleine mensen'. Of Max medailles in de wacht zal slepen vinden zijn ouders niet belangrijk: “Het gaat erom dat hij plezier heeft!”