'Bezuinig niet op aanpak achterstandswijken, er moet juist meer geld bij', zegt de bedenker van NPRZ
Er zijn zoveel mislukte plannen om achterstandswijken te verbeteren, vooral omdat er steeds te snel mee werd gestopt. Maar ook al kost het meer geld en tijd, ga er gewoon mee door. Dat is de boodschap van Wim Deetman. Na jarenlang burgemeester van Den Haag te zijn geweest en ook nog voorzitter van de Tweede Kamer, kwam hij tien jaar geleden met het plan om de achterstandswijken op Rotterdam-Zuid te verbeteren. Wat vindt hij dat er nu moet gebeuren de komende jaren?
Na jarenlang burgemeester van Den Haag te zijn geweest en ook nog voorzitter van de Tweede Kamer, kwam hij tien jaar geleden met het plan om de achterstandswijken op Rotterdam-Zuid te verbeteren. Wat vindt hij dat er nu moet gebeuren de komende jaren?
U heeft tien jaar geleden een rapport geschreven over de aanpak van achterstandswijken. Uw adviezen hebben geleid tot de huidige NPRZ, dus de aanpak en de verbetering van Rotterdam-Zuid. Hoe vindt u dat het tot nu toe gaat?
"Ik vind dat er hier een fantastische prestatie is geleverd. Ik vind dat men op belangrijke punten stappen voorwaarts maakt. Ben je er dan al? Nee. Het is echt een lang traject. In de afgelopen vijftig jaar zijn allerlei plannen en beleid gemaakt om achterstandswijken aan te pakken. Dat beleid is iedere keer weer gestopt. Er is in de politiek altijd de gedachte dat zo’n aanpak na een periode van vier of acht jaar wel succes hebben. Bij de start van NPRZ hebben we gezegd, dit is een aanpak van de lange adem. Daar moet je tien of twintig jaar voor uittrekken. Dat was in politiek Den Haag en ook in Rotterdam wel even de knop omzetten."
Waarom is het zo belangrijk om hier een lange tijd voor uit te trekken?
"Mensen hebben allemaal hun eigen verlangens, opvattingen en perspectieven. Die verander je niet zomaar. De kern van de aanpak van NPRZ is dat je het met de bewoners samendoet. Rotterdam-Zuid is een gebied met zo’n tweehonderd duizend inwoners. Dat is al bijna een stad op zichzelf. In een stad vertrekken inwoners, anderen komen. Dat vraagt om volhouden van de aanpak. Bestrijden van achterstanden in het onderwijs doe je ook niet zomaar even. Dat gaat over generaties leerlingen, die je moet helpen. Als je daar niet de tijd voor neemt, dan blijft het probleem bestaan. Hier zijn ze erin geslaagd om met de mensen samen te werken en dan kan je een heel eind komen."
Na tien jaar is nu ongeveer een kwart van de wensen gerealiseerd. Lukt het om over tien jaar de resterende vijfenzeventig procent te halen?
“Dat weet ik niet. Boven de vijftig procent zal zeker lukken. Men wil honderd procent. Dat is een prima ambitie. Het geeft vaart, dynamiek en enthousiasme. Maar ook de omstandigheden veranderen. Tien jaar geleden dachten we niet aan een energietransitie en de kosten daarvan. Niemand dacht aan een oorlog. Daar worden we nu mee geconfronteerd. Er zijn dus opeens nieuwe problemen. Je moet doorzetten en af en toe ook eens een tegenslag aanvaarden."
NPRZ was de eerste grootschalige aanpak van achterstandswijken op deze manier. Het Rijk vindt het een succes en gaat nu in het hele land starten met nog 20 soortgelijke projecten.
“Het verbaast me niets dat het nu ineens voor meer wijken nodig is. Uitstekend hoor, maar waarom is eerder niet beter doorgepakt, dan waren we nu verder geweest met misschien minder problemen. Tien jaar geleden hadden we de Vogelaarwijken. Dat kostte veel geld. Daaraan heeft het kabinet Rutte I een eind gemaakt.
Dat heb ik altijd erg jammer gevonden. Ik heb toen in allerlei evaluaties gezien dat er veel enthousiasme was en er fantastische dingen plaatsvonden, maar dat werd opeens afgebroken. De geschiedenis herhaalt zich voor de zoveelste keer.”
Rotterdam is afhankelijk van heel veel geld van het Rijk voor het slagen van de aanpak op Zuid. Verwacht u dat er minder geld naar Rotterdam zal komen?
“Als je het hebt over maatschappelijk- en sociaal werk of over onderwijsachterstanden, dan hangt daar een prijskaartje aan. Dat moet je als samenleving willen opbrengen. Het gaat wel over het welzijn en geluk van mensen. Je mag er niet lichtvaardig mee omgaan. Dan moet je keuzes maken. Niet ineens nu minder huizen bouwen om het geld te vinden, maar zoeken naar een andere oplossing. Daar moet ik me verder niet over uitlaten. Er zal geld bij moeten. Je moet nu niet ineens het geld verdelen over alle gebieden. Rotterdam-Zuid heeft een bepaald bedrag nodig en dat geldt ook voor de anderen.”
Reacties Rotterdamse politici op evaluatie
Het rapport over de resultaten van NPRZ is uitgekomen en na de zomervakantie zal er uitgebreid over vergaderd worden. Bijvoorbeeld over welke aanpassingen nodig zijn. De Rotterdamse gemeenteraadsleden hebben nog niet allemaal het rapport uitgebreid gelezen en erover gesproken met hun fractie. D66 en Leefbaar Rotterdam zeggen later met een uitgebreide reactie te komen. Toch wil D66 wel benadrukken dat ze blij zijn met de extra aandacht voor het onderwijs.
PvdA vindt het een goede zaak dat er nu ook aandacht komt voor de ontwikkeling van 0 tot 4-jarigen. De hoop is dat deze kinderen dan straks minder achterstand hebben als zij starten op de basisschool. PvdA-raadslid Co Engberts pleit er ook voor dat er nog meer wordt gedaan om het larentekort terug te dringen. Wat hem betreft moeten juist in achterstandswijken de beste en meest ervaren docenten werken. Desnoods gaat dan ten koste van andere wijken in Rotterdam.
Minder enthousiast is de partij over de opmerking over het aanpassen van de ambities op de lange termijn, zoals oud minister Van Rijn heeft gezegd. De afspraak is altijd geweest dat Rotterdam het gemiddelde zou hebben van de vier grote steden. Maar er is dus een kans dat dat niet haalbaar is, maakte Martin van Rijn bij de presentatie van het rapport bekend. “Wat dan wel?" vraagt Co Engberts van de Rotterdamse PvdA zich af.
Meer samenwerken met bewoners
Ruud van der Velden van de Partij voor de Dieren spreekt na het bestuderen van het rapport over de NPRZ als een mislukking, nu nog maar vijfentwintig procent van de doelen zijn gehaald. Van der Velden vindt dat de afgesproken einddoelen niet lager mogen zijn. Hij vindt dat Rotterdam dan maar bij het Rijk moet vragen om meer geld.
Ook vindt de PvdD dat er veel meer geluisterd en gesproken moet worden met de bewoners. “Alleen dan kan je een situatie als de Tweebosbuurt voorkomen. Maar ook in dit onderzoek is er weer te weinig met de bewoners zelf gesproken. Alleen maar weer met (oud-)bestuurders.”
GroenLinks-raadslid Astrid Kockelkoren is het daarmee eens. "Zo bereik je meer. Misschien is dat de afgelopen jaren wel te weinig gebeurd. Maak gebruik van het netwerk van de bewoners, van hun ideeën en van de wijkraden."
Ook moet er wat GroenLinks betreft veel minder huizen tegen de vlakte. Renovatie of samenvoegen van woningen is volgens de partij veel beter. En er moet ook meer aandacht zijn voor de woonomgeving. Zoals meer vergroening en meer openbaar vervoer.