Feyenoord City stadion is dood. Lang leve de woningbouw?
Wat nu? Dat is de vraag die boven Rotterdam hangt, nu het nieuwe Feyenoord-stadion niet gebouwd zal worden. Want: Feyenoord City ging niet alleen om het stadion, er zouden ook meer 3.700 woningen komen, winkels, bedrijven en nieuwe sportplekken. Feyenoord City moest heel Rotterdam-Zuid een boost geven. Wat blijft daar van over?
Feyenoord heeft definitief de stekker uit het plan voor het nieuwe stadion getrokken. 'Een teleurstelling’ voor het stadsbestuur, zegt verantwoordelijk wethouder Arjan van Gils. Dat is niet zonder reden. Het nieuwe stadion maakte deel uit van een bestemmingsplan met daarin plannen voor bijna 4.000 woningen. Dat het hele gebied kon worden ontwikkeld en verbeterd was voor de gemeente altijd het belangrijkste argument om voor Feyenoord City te gaan, zegt wethouder Van Gils.
Nu het stadion wegvalt, is het de vraag of de woningen nog wel gebouwd kunnen worden. Daarin speelt de Raad van State een belangrijke rol. Als zij het huidige bestemmingsplan goedkeurt, kan de ontwikkelingen in het gebied alsnog van start gaan.
Deadline 8 mei
De Raad van State wil vooralsnog niet reageren. De deadline voor alle partijen om informatie bij hen in te leveren staat op 6 mei. Het is voor de Raad van State lastig om te oordelen over een plan dat voor een behoorlijk deel niet uitgevoerd gaat worden, weet onze politiek verslaggever Jan-Roelof Visscher: "Het stadsbestuur kan het hele plan intrekken, of nog even wachten en kijken of de Raad van State een deel van het plan alsnog goedkeurt."
Ook de politieke partijen die aan het onderhandelen zijn voor het nieuwe college willen niet reageren op de ontwikkelingen rond Feyenoord City. Andere partijen wel. Co Engberts (PvdA): "Wij hebben altijd gezegd: het is gebiedsontwikkeling. De woningbouw is het belangrijkste onderdeel van het plan, dus laten we daarmee doorgaan. Feyenoord zegt: wij focussen ons nu op voetballen. Laten wij ons focussen op woningbouw."
Astrid Kockelkoren van GroenLinks durft niet te voorspellen wat de uitspraak van de Raad van State gaat zijn. Ook zij hoopt dat de woningbouw door kan gaan. Ellen Verkoelen (50Plus), groot criticus van het stadion, verwacht dat het bouwen van woningen gemakkelijk doorgang kan vinden, omdat er veel vraag naar woningen is.
Lobby voor oeververbinding
Iedereen kijkt nu dus naar de Raad van State, die binnenkort een oordeel velt over het (achterhaalde) bestemmingsplan. Wat kan de Raad van State daarmee? Fred Hobma, Universitair hoofddocent Stedenbouwkundige regelgeving aan de TU Delft, zegt dat de Raad van State in principe het bestemmingsplan alsnog kan goedkeuren, ook al gaat het plan voor het nieuwe stadion niet door. "Voor de plek waar het nieuwe stadion zou komen, moet dan een nieuw bestemmingsplan gemaakt worden." Datzelfde geldt voor het gebied rond de Kuip. Dat zou vanwege Feyenoord City een nieuwe functie krijgen, maar blijft nu een voetbalstadion.
Peter de Jong, universitair docent bouweconomie van de TU Delft, denkt dat het huidige tekort aan woningen helpt om dat voor elkaar te krijgen. "De mogelijkheden zijn er, het geld is er en de vraag naar woningen is er. Dat maakt de urgentie groot."
De Jong is wel benieuwd welke gevolgen dit gaat hebben voor de geplande nieuwe oeververbinding. Die zou in de buurt komen van Feyenoord City en dat was een belangrijk argument voor de lobby om er geld voor te krijgen van de Rijksoverheid. "Ik denk dat er genoeg economische bedrijvigheid blijft voor een extra oeververbinding, ook met woningen, maar vindt het Rijk dat ook?"
Deels vertraging woningbouw
Dat risico schat Wouter Jan Verheul, senior onderzoeker Stedelijke ontwikkeling aan de TU Delft minder hoog in. "Die investeringskeuzes van het Rijk worden vooral gebaseerd op aantallen woningen, niet op stadions", denkt hij. Verheul is gespecialiseerd in grote iconische stadsprojecten en ontwikkeling. Zijn onderzoek gaat vaak over de vraag in hoeverre er sprake is van een vliegwieleffect door die grote iconen. De Raad van State buiten beschouwing latend, denkt hij dat de verdere plannen weinig gevaar lopen. "Het sociale aspect aan de ontwikkelingen, de plannen om mensen te laten sporten, het winkelgebied. Ik zie niet hoe dat afhankelijk is van een stadion."
Verheul is altijd kritisch geweest op het veronderstelde vliegwieleffect van het stadion, de zogenoemde 'boost voor Zuid'. "Het succes van woningbouw is vanwege de grote vraag naar woningen niet afhankelijk van het stadion. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van de publieke ruimte, de vergroening en de sociale ambities voor het gebied. Het is nog maar de vraag of dat grotere stadion meer bedrijvigheid in het gebied op zou leveren voor andere ondernemers."
Wethouder Van Gils verwacht dat sommige bouwplannen vertraging zullen oplopen. Hoeveel vertraging zegt hij niet. Als voorbeeld noemt hij de bouwplannen rond de Kuip. Daarvan moet goed bekeken worden wat daarmee kan en moet gebeuren. Maar ongeacht wat de Raad van State beslist, kunnen er plannen in het gebied doorgaan, denk hij. "Bij de Laan op Zuid bijvoorbeeld, en bij de Colosseumweg."
Olympische spelen
Voor de atletiekbaan die in de Kuip zou komen, moet iets anders worden verzonnen nu het stadion gewoon in gebruik blijft. Net als voor de landaanwinning: het nieuwe stadion zou deels in de Maas terecht komen. De vergunningen daarvoor waren al rond. "We moeten nu kijken of we dat willen doen, tegen welke prijs en wie dat dan gaat betalen", zegt Van Gils.
De wethouder waarschuwt Feyenoord. Rotterdam probeert zoveel mogelijk plekken te benutten om te bouwen. Opties om een nieuw stadion te bouwen op een ándere plek zijn er eigenlijk niet meer op Zuid, zegt hij. De plek waar het nieuwe stadion gepland stond, wordt niet eindeloos vrijgehouden.
Onderzoeker stedelijke ontwikkeling Wouter Jan Verheul denkt dat het niet doorgaan van het stadion uiteindelijk misschien wel het beste is. Hij vergelijkt het met een bid voor de olympische steden. "Als steden de bid winnen, moeten ze hun plannen uitvoeren en lijden ze vaak flinke verliezen. En het vliegwieleffect is vaak twijfelachtig. Maar het nadenken over ontwikkelingen van een gebied zorgt wel voor goede ideeën wat er met wijken moet gebeuren."