Zo werd Lage Vuursche de pannenkoekenhoofdstad: 'Als je ze érgens eet, is het hier'
Eén dorp, vijf pannenkoekenrestaurants. Volle terrassen en een tekort aan parkeerplaatsen laten zien dat toeristen de pannenkoeken in Lage Vuursche ook nog steeds niet zat zijn. Hoe weet iedereen dit dorp in de bossen toch weer te vinden? "Ik kwam eigenlijk voor de prinses, maar amai, de pannenkoek is ook lekker."
Hier volgt een invuloefening: denk je aan Lage Vuursche, dan denk je aan...? Is je antwoord 'pannenkoeken', dan bent je niet de enige. Op het terras van Het Vuursche Bos hoor je namelijk niet anders.
"Natuurlijk, hier ging ik als kind altijd heen als uitje", zegt een vrouw na het doorslikken van een hap appel-gember-pannenkoek. "Ik woonde destijds in Zuid-Holland, en vaak zeiden mijn ouders in de zomer: 'Kom, we gaan een dagje weg. Naar de pannenkoeken in Lage Vuursche'."
En de terrasbezoeker is niet de enige. Vooruit, het woord 'midgetgolf' valt ook nog weleens. Maar de meeste mensen zijn het erover eens: Lage Vuursche en pannenkoeken gaan hand in hand. "Nergens krijg je ze lekkerder op je bordje dan hier", stelt een vriendengroep uit Huizen. "Dat is al sinds jaar en dag zo. Hier zijn ze de beste in pannenkoeken."
Waar komt de traditie vandaan?
Waar is die traditie ontstaan? Wat stoppen in die pannenkoek dat 'm zo speciaal maakt? Een van de vrienden uit Huizen geeft toe dat de 'entourage' meehelpt. Zo middenin de bossen, na een wandeling is een goudgebakken koek nét lekkerder.
Historische Vereniging Oud Utrecht schreef er al eerder over. Eind negentiende eeuw zou Cornelia Seldenrijk, dochter van de dorpsbakker in Lage Vuursche, de eerste zijn die een terras bij 'Logement te Vuursche' opent en pannenkoeken gaat verkopen. De rest is geschiedenis.
Iedereen weet dan al de 'ingrediënten uit het eigen boerenbedrijf' te waarderen. En vanaf de jaren 50 nemen de 'dagjes weg' ook toe, met regelmatig een stop in het midden van het land. Bij een van de pannenkoekenrestaurants van Lage Vuursche. "Iedereen lust het, het is makkelijk te maken, en je kan zóveel verschillende soorten creëren", weet Philip van Breemen, mede-eigenaar van Het Vuursche Bos.
Met haar wilden we wel een tasje thee drinken
Een Vlaamse bezoeker hoopte stiekem prinses Beatrix, de bekendste inwoner van het dorp, nog te treffen tijdens zijn pannenkoekenlunch. "We zijn hier lekker aan het fietsen en dachten: goh, zou dát even gezellig zijn. Daar wilden mijn vrouw en ik wel een tasje thee mee doen." Deze Vlamingen zijn naar eigen zeggen 'maar ergens gaan zitten'. Hij lacht. "Is elke pannenkoek niet hetzelfde, dan?"
Philip, dé pannenkoekenkenner, hoort die vraag en begint hard 'nee' te schudden. "O, absoluut niet. Elke pannenkoek is anders." Toch zijn de restaurants niet per se concurrenten, zegt hij. Ze werken meer samen. Al deelt niemand zijn recepten met de ander. De bloem die Philip voor zijn pannenkoeken gebruikt, komt daarom in blanco zakken binnen. "Dat houden we geheim. Alleen mijn vriendin en ik kennen de mix, verder niemand."
Dorps-dna
Hij denkt niet dat pannenkoekenrestaurants snel weg zouden gaan uit Lage Vuursche. "Dit zit ondertussen in het dna van ons dorp. We zijn er ook zo goed in geworden, dat mensen terug blijven komen. Dat wordt echt van generatie op generatie meegegeven. De opa's en oma's die in hún jeugd hier als uitje kwamen, nemen nu weer hun kleinkinderen mee."