Zo traint Frank's team in plat Nederland voor de Franse berg: 'Tegenwind is ook klimmen'

Er komt heel wat bij kijken als je gaat fietsen voor het goede doel. Een grote groep Bunnikers gaat donderdag de Tour du ALS fietsen op de Franse berg de Mont Ventoux. Het team is al maanden aan het trainen om te zorgen dat ze de top halen. Maar hoe bereid je je in een plat land als Nederland eigenlijk voor op een bergetappe?

"Er zijn wel wát bergen op de Utrechtse Heuvelrug", steekt teamlid Peter van wal. "De Amerongse berg, de Ruiterberg. En natuurlijk de beroemde Pyramide van Austerlitz. Die kan je ook van twee kanten op fietsen. Alle heuvels die je kan vinden, zoeken we op."

En er zijn bekende trucjes om te trainen voor een steile berg in een plat landschap. "Je kan het jezelf moeilijk maken door in een zwaardere versnelling de berg op te gaan. Maar ja, het duurt niet lang, met vijf minuten ben je boven", erkent Peter. Het team met de naam Franks Pedals trekt ook naar de Posbank in Gelderland en naar Zuid-Limburg, in de hoop goed voorbereid naar Frankrijk te gaan. En natuurlijk de Nederlandse versie van een berg: "Wind tegen is ook klimmen".

Het hele team heeft nog één laatste trainingsdag voordat ze met elkaar naar Frankrijk trekken. En ze sluiten die dag af met een barbecue. Want het gaat niet alleen om fietsen, maar ook om samen tijd met elkaar doorbrengen. Vooral met dorpsgenoot Frank, hij heeft de spierziekte ALS en zet zich in voor bekendheid en financiering rondom de ziekte.

Het event wordt inmiddels zó groot, dat zo'n beetje heel Bunnik ervan weet. "Het smeert zich als een olievlek over het dorp uit", zegt Peter. Dat het meer is dan alleen een fietstocht benadrukt ook teamlid David. "We leven elke dag mee met Frank en zijn gezin en we willen hier ook van genieten omdat we niet weten hoe lang Frank nog leeft. We doen het voor hem en alle anderen met ALS."

De zoons van Frank en zijn nichtje horen ook bij het team. Ze gaan langs de route de deelnemers aanmoedigen en handdoeken aangeven. "We zijn nog geen twaalf dus we mogen helaas de Mont Ventoux niet op fietsen", zegt nichtje Lisa.

Ook de oudere generatie draagt bij. Niet op de fiets maar in Bunnik om op jonge kinderen te passen waarvan ouders de Tour du ALS gaan fietsen.

Drie keer per week trainen

Teamlid Larah heeft ook oppas gevonden voor haar kinderen. Samen met haar verloofde gaat ze de berg beklimmen. Larah voelt zich prima op de trainingsdag, al slaat ze het biertje even over. "Ik heb gisteren mijn vrijgezellenfeest gehad." Ze traint al maanden voor de tocht. Gemiddeld traint het stel allebei drie keer per week en dat betekent dat ze goed moeten afstemmen wie de zorg voor de kinderen op zich neemt. De zondagochtend is daarbij voor Larah gereserveerd. "Elke zondagochtend fietsen we met een clubje vrouwen. Dan appen we even, wie gaat er mee? En tussendoor kletsen we ook natuurlijk. Het is ook gezellig, dat is het belangrijkste."

Ze kent Frank al 24 jaar en wonen bij elkaar in de buurt. Ze wil graag iets voor hem doen en dus was het vanzelfsprekend dat ze meegaat naar Frankrijk. Is ze een beetje voorbereid op zo'n steile berg? "Tja, eigenlijk niet", geeft Larah toe. Op de hometrainer kan ze het simuleren, maar dat is natuurlijk niet hetzelfde.

Gaat het lukken?

Vertrouwen in hun missie? Dat hebben ze allemaal. "Ik ga gewoon steady en kom vanzelf boven", zegt Peter. Ook Larah ziet het met vertrouwen tegemoet. "Met Pinksteren zijn we naar Drenthe gegaan, daar is een berg met dertien procent helling. En toen dacht ik: dit gaat wel prima. Sommigen moesten afstappen, maar ik niet! Dat was al gewonnen."