Utrecht wil niet meer samenwerken met Eneco en eigen warmtebedrijf oprichten
Utrecht wil een eigen warmtebedrijf oprichten om de stad aardgasvrij te kunnen maken. Onlangs zijn gesprekken tussen Eneco en de gemeente stukgelopen over een warmtenet in Overvecht-Noord. Dat heeft er nu toe geleid dat de gemeente kiest voor een eigen warmtebedrijf om niet meer afhankelijk van Eneco te zijn.
Overvecht-Noord zou volledig aardgasvrij worden. Daarom wilde de gemeente dat bewoners aangesloten zouden worden op de stadsverwarming van Eneco. "In Overvecht-Noord is het ons niet gelukt om tot een haalbaar aanbod voor de inwoners te komen", laat de gemeente weten. Verder praten met Eneco heeft geen zin, volgens de gemeente. "Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om op korte termijn in overleg te treden met Eneco over een publiek-private samenwerking."
Een eigen publiek warmtebedrijf in Utrecht zou dus de oplossing moeten zijn om het haalbaar en betaalbaar te maken voor de inwoners. "Het is van belang dat de warmtetransitie doorgaat, daarbij hebben we warmtenetten nodig. Dit publieke bedrijf wordt eigenaar van (nieuwe) collectieve warmtesystemen in de stad."
Bewonersinitiatieven
In Overvecht-Noord waren meerdere bewonersinitiatieven om mee te denken over hoe de wijk aardgasvrij kon worden gemaakt. De bewoners gaven de voorkeur aan een warmtesysteem met warmtepompen, maar wethouder Lot van Hooijdonk wilde daar niet in meegaan en koos voor het warmtenet van Eneco. "Helaas blijkt het plan dat we met Eneco de afgelopen jaren hebben ontwikkeld, niet uitvoerbaar te zijn. Nu moeten we zoeken naar andere haalbare alternatieven voor de hele wijk."
De gemeente wil opnieuw samenwerken met bewonersinitiatieven en ziet daar ook ruimte voor. "De genoemde partijen zijn enthousiast over het idee om samen met ons te verkennen wat het betekent om in een publiek warmtebedrijf te stappen, waarin ze de ruimte krijgen om een steeds grotere rol in te vullen (‘in te groeien’)."
Eind dit jaar moet er een plan liggen om te komen tot een publiek warmtebedrijf.