Wie geen voorrang heeft op de woningmarkt is eigenlijk kansloos, zegt deze hoogleraar
De wachttijd voor een sociale huurwoning in Utrecht is gemiddeld elf jaar. Ook buiten de stad lopen wachttijden op, in Bunschoten en Rhenen wachten woningzoekenden bijvoorbeeld ruim zes jaar op een plek. Met voorrangsregelingen proberen gemeenten te zorgen dat mensen die het hardst een huis nodig hebben als eerste aan de beurt zijn. Hoogleraar Peter Boelhouwer vraagt zich af of de regelingen hun doel voorbij schieten. "Als je niet tot een bijzondere groep hoort, maak je eigenlijk geen kans meer op de woningmarkt", zegt hij.
In de gemeente Utrecht gaat driekwart van de sociale huurwoningen naar woningzoekenden die voorrang krijgen. In Eemnes is dat zo'n 20 procent. Boelhouwer ziet de noodzaak maar vraagt zich af hoe zinvol de regelingen zijn. "Je moet er echt mee oppassen en het alleen doen als je niet anders kan." Mogelijkheden om te verhuizen beperken leiden volgens hem altijd tot een negatief effect.
Een groot deel van de regelingen overlappen in de Utrechtse gemeenten. Zo krijgen woningzoekenden eerder een plek als ze een medische indicatie hebben, vanuit een zorginstelling willen doorstromen, een status hebben gekregen, een urgentieverklaring hebben in verband met huiselijk geweld of een vechtscheiding of als de bestaande woning wordt gesloopt om nieuwbouw te realiseren.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om aanvullend zelf andere maatregelen te treffen. Hoeveel dat er zijn verschilt nogal en lijkt ook ingegeven door de situatie op de lokale woningmarkt. Hoe groter de vraag, hoe meer regels er worden opgetuigd.
Web van voorrangsregels
Gezien de woningnood wekt het geen verbazing dat de gemeente Utrecht een flinke waslijst aan voorrangsregelingen kent. Kleinere huishoudens kunnen er voorrang krijgen op kleinere woningen en grotere huishoudens op grotere woningen. Ook als je doorschuift binnen een complex heb je een streepje voor. Ook zijn er voorrangsregels op basis van inkomen bij de goedkopere sociale huurwoningen en voorrangsregels voor senioren, jongeren, leraren, agenten en verplegers.
Vorig jaar gingen zo 1867 woningen in de gemeente Utrecht naar mensen met een vorm van voorrang, zo'n 87 procent van alle toewijzingen. Maar het gaat volgens de gemeente dus om "alle bovenstaande vormen van voorrang en urgentie, dus veel regulier woningzoekenden zullen daar al snel onder vallen". Daarmee wordt automatisch het probleem voor woningzoekenden zonder vorm van voorrang nijpender.
"Mensen die uit een instelling komen of de gevangenis moet je huisvesten maar je moet wel kritisch zijn", zegt Boelhouwer. "Het is echt heel lastig. Dit is het verdelen van schaarste maar als je dat op zo'n manier doet dat je helemaal geen kans meer maakt als je niet tot een bijzondere doelgroep behoort, ben je ook niet echt verstandig bezig denk ik. Je moet toch altijd een behoorlijk deel hebben dat je via de normale wachtlijsten kan toewijzen."
Kleinere gemeenten
Kleinere gemeenten lijken vaker een voorrangregeling te hebben voor mensen met een kernbinding. Zo krijgen woningzoekenden uit Bunschoten, De Bilt, Haarzuilens en sommige delen van Stichtse Vecht bijvoorbeeld voorrang als ze in hun eigen woonplaats willen blijven wonen.
Boelhouwer denkt dan ook voorrangsregelingen nuttiger zijn voor kleinere gemeenten. "Want daar komt heel weinig ruimte beschikbaar en dan wil je dat mensen die daar zijn opgegroeid zijn, een netwerk hebben en wellicht actief zijn in het verenigingsleven daar kunnen blijven wonen."
Het is volgens hem wel belangrijk dat alle regelingen in de regio worden afgestemd. "Als iedere gemeente z'n eigen regels gaat instellen dan wordt het een rommeltje. Je wil niet dat je als gemeente de minste regels hebt zodat mensen vanuit buiten wel naar jouw gemeenten kunnen en jouw inwoners er niet uit kunnen. Dus je krijgt bijna een soort ratrace tussen gemeenten om hun eigen inwoners te beschermen", zegt Boelhouwer.
Passende woonruimte
Het is niet alleen de vraag óf er woonruimte is, de woning moet ook passend zijn. "Probleem bij de huisvesting van statushouders is dat ruim 80% van de statushouders alleenstaand is, terwijl kleine woningen voor een en twee persoonshuishoudens extra schaars zijn", laat een woordvoerder van de gemeente Stichtse Vecht weten. Ook medische redenen kunnen ervoor zorgen dat iemand wel of niet in een woning met bijvoorbeeld meerdere verdiepingen kan wonen.
Om passende ruimte te stimuleren werken veel gemeenten met de Van Groot naar Beter Regeling waarbij huishoudens met voorrang kunnen doorstromen naar een kleinere woning. Voornamelijk ouderen maken hier gebruik van. Daardoor laten ze een relatief grote woning achter voor gezinnen. Zo proberen gemeenten bestaande woningen zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
Maar hoe efficiënt de bestaande woningen en panden ook worden gebruikt, uiteindelijk is er maar een oplossing om te zorgen dat iedereen kan wonen: "meer woningen toevoegen", besluit Boelhouwer.