Dit is een nieuwsbericht van
Oost

Arbeidsmigranten houden Overijssel draaiend, maar niemand weet waar ze zitten

Vrijwel geen enkele gemeente in Overijssel heeft zicht op het aantal arbeidsmigranten en de plek waar ze wonen. Dat blijkt uit onderzoek van RTV Oost. Ondertussen stijgt het aantal arbeidsmigranten harder dan voorspeld. Lang niet alle arbeidsmigranten registreren zich in de gemeente waar ze verblijven. Het probleem is al jaren bekend, maar de registratie lijkt nauwelijks verbeterd.

Door Sharon Ponsteen

Arbeidsmigranten zijn niet weg te denken uit de Nederlandse economie. Door de inzet van arbeidsmigranten is een online besteld pakketje de volgende dag nog in huis, liggen er groente en fruit van Nederlandse bodem in de schappen en wordt het tekort aan mankracht op bouwplaatsen opgevuld.

Ook in Overijssel wordt er volop gebruikgemaakt van de inzet van arbeidsmigranten. Sinds 2010 is het aantal werkzame arbeidsmigranten bijna verdubbeld: van 11.355 in 2010 naar 20.705 in 2021. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureaus Decisio en Companen. Het onderzoek is een actualisatie van een eerder onderzoek dat in 2020 is opgeleverd. Aanleiding is het voorstel van een Statenlid om beter zicht te krijgen in de omvang en huisvesting van arbeidsmigranten.

Ten opzichte van het vorige onderzoek blijkt dat het aantal arbeidsmigranten sterker is gestegen dan destijds geprognosticeerd. Naar schatting woonden er in 2021 ongeveer 22.700 arbeidsmigranten in Overijssel. Dat is vergelijkbaar met het aantal inwoners van een kleine stad. Ter vergelijk, in 2017 waren er dat vermoedelijk nog tussen de 17.700 en 19.200. Exacte aantallen ontbreken omdat lang niet alle arbeidsmigranten zich registreren. De onderzoeksbureaus baseren zich onder andere op recente cijfers van het CBS.

Nauwelijks verbetering

Al eerder werd er op provinciaal niveau onderzoek gedaan naar de omvang en huisvesting van arbeidsmigranten. Ook was er landelijk politieke aandacht toen een commissie onder leiding van Emile Roemer in 2020 de overheid opriep tot ingrijpende maatregelen. Een van de aanbevelingen in het rapport ‘Geen tweederangsburgers’ van Roemer was een betere registratie van arbeidsmigranten. Een aanbeveling die de onderzoeksbureaus in 2020 ook al voor Overijssel deden. Zij constateerden dat ongeveer de helft van de arbeidsmigranten in Overijssel niet ingeschreven staat op het adres waar ze verblijven.

Niemand voelt zich bestuurlijk verantwoordelijk

statenlid Jan Jonker (SGP)

Vier jaar later lijkt die registratie nauwelijks verbeterd. Zo is te lezen in het rapport actualisatie onderzoek huisvesting arbeidsmigranten. Volgens Statenlid Jan Jonker (SGP) helpt het niet dat er op dit thema gefragmenteerde bevoegdheden zijn. “Niemand voelt zich bestuurlijk verantwoordelijk. Bovendien ligt de druk ligt er ook niet. Huisvesting voor arbeidsmigranten is geen verplichte opgave. Gemeenten hebben hun handen al vol aan huisvesting voor statushouders, asielaanvragers en andere wettelijke verplichtingen. Die arbeidsmigranten komen helemaal niet aan bod. Het is daarom juist belangrijk dat de provincie hierin een rol pakt en gemeenten ondersteunt.”

Nul op rekest

Het komt niet vaak voor dat Statenleden een initiatiefvoorstel indienen. Jonker en toenmalig Statenlid Zandvliet (SP) deden dat in januari 2023 wel. Jonker: “Soms raakt een onderwerp je dusdanig dat je er wat mee moet. Je ziet het ongemak bij dit thema, mensen lopen ervoor weg. De meeste gemeenten erkennen het probleem wel, maar je hebt altijd bestuurders die er liever niet over praten, omdat het woord ‘migrant’ zoveel verschillende emoties oproept. Maar het feit is dat die arbeidsmigranten er zijn en dat beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen.”

Jonker hoorde van ondernemers dat ze werknemers nergens konden huisvesten en dat ze bij gemeenten steeds nul op rekest kregen. “Er is bij gemeenten vaak geen beleid op registratie en huisvesting van arbeidsmigranten. Het gevolg is dat ondernemers er niet uitkomen met gemeenten, wat voer is voor soms ‘verkeerde huisvesters’.”

Hij pleitte onder andere voor een betere, grensoverschrijdende afstemming tussen de regio’s op dit thema, maar ook met aangrenzende provincies en met Duitsland. Provinciale Staten stemden op 22 februari 2023 met het voorstel in, maar concrete stappen blijven vooralsnog uit. “Er ligt een voorstel, maar daar moet nu uitvoering aan gegeven worden”, aldus Jonker.

Registratie bemoeilijkt illegaliteit

Even wat theorie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het registreren en bijhouden van de gegevens van ingezetenen in hun eigen gemeente. Alle administratie van de gemeenten samen vormen een grote databank: de BRP (Basisregistratie Personen). Om onder andere gebruik te kunnen maken van overheidsvoorzieningen, is een juiste registratie in de BRP van belang.

Lang niet alle arbeidsmigranten schrijven zich in bij de gemeente waar ze verblijven. Uit onderzoek van Decisio en Companen blijkt onder andere angst voor verlies aan opgebouwde rechten in het thuisland een reden. Maar ook het feit dat arbeidsmigranten zich niet kunnen inschrijven op bepaalde locaties, ook al zouden zij dat wel willen, wordt als reden genoemd.

Arbeidsmigranten komen vanuit de hele wereld naar Overijssel

Bovendien staan arbeidsmigranten niet als zodanig geregistreerd in de BRP. Dat blijkt uit vragen die RTV Oost aan alle 25 Overijsselse gemeenten stelde. Met uitzondering van de gemeente Hof van Twente vulden alle gemeenten de vragenlijst in. ‘Gemeenten mogen in de BRP niet opnemen welke status een ingeschreven persoon heeft. Wanneer iemand bijvoorbeeld uit Polen komt wil dit niet zeggen dat diegene een arbeidsmigrant is’, zo laat een gemeente aan RTV Oost weten.

“Het klopt dat je in de BRP niet kunt aangeven of iemand arbeidsmigrant is”, zegt een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). “Gemeenten voeren inschrijvingen in de BRP allemaal op dezelfde manier uit. Op basis van statistisch onderzoek is wel een beeld te krijgen hoeveel arbeidsmigranten er staan ingeschreven in de gemeente, maar arbeidsmigranten werken vaak ergens kort en verhuizen dan weer naar een andere plek. Daarom blijft het lastig om een actueel overzicht te hebben waar arbeidsmigranten wonen.”

Slechts twee Overijsselse gemeenten geven aan zicht te hebben op het aantal arbeidsmigranten in hun gemeente. Zo laat de gemeente Hellendoorn weten dat ze in 2023 onderzoek hebben laten doen door een extern bureau. Ook de gemeente Raalte geeft aan te weten hoeveel arbeidsmigranten er in hun plaats wonen. ‘Via de ondernemers is een uitvraag gedaan.’ De overige gemeenten geven aan geen enkel zicht te hebben op of een globaal beeld te hebben van het aantal arbeidsmigranten in hun gemeente. Ze baseren zich hierbij op gesprekken met werkgevers, uitzendbureaus en huisvesters of op het eerdere onderzoek van Decisio en Companen.

Volgens Statenlid Jonker is het in kaart brengen en bijhouden van deze gegevens noodzakelijk. “Het geregistreerd staan geeft de arbeidsmigrant bestaanszekerheid en bemoeilijkt illegaliteit.”

Geen beleid

In de afgelopen jaren hebben slechts een handjevol gemeenten acties uitgezet om meer inzage te krijgen in het aantal arbeidsmigranten dat in hun gemeente verblijft. Zo is er in de gemeente Deventer een adresonderzoeker aangesteld. “Tijdens controles in verhuurpanden schrijft de adresonderzoeker de arbeidsmigranten ter plekke in. BRP-inschrijving vindt dus op locatie plaats. Inschrijven aan de balie in het gemeentehuis blijft ook mogelijk”, schrijft de gemeente.

Ook in Almelo bezoekt een toezichthouder binnen vier maanden het verblijfsadres dat bij inschrijving in de RNI is opgegeven. “Er wordt dan nadrukkelijk verteld dat diegene zich in de BRP moet laten registreren. De toezichthouder let hierbij ook op misstanden.”

Arbeidsmigranten wonen vaak in een andere gemeente dan dat zij werken

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

In 21 gemeenten is er echter geen beleid op registratie van arbeidsmigranten. Zo blijkt uit de vragenlijst die RTV Oost stuurde. Bovendien ontbreekt het aan samenhangend beleid. Los van de samenwerking van de gemeente Enschede met Duitse gemeenten en die van de gemeente Deventer met de Stedendriehoek (Apeldoorn, Zutphen en Deventer), is er geen samenhangend beleid in de provincie.

Zelf wiel uitvinden

Terwijl regionaal optrekken tussen gemeenten volgens VNG in veel gevallen juist verstandig is. “Arbeidsmigranten wonen vaak in een andere gemeente dan dat zij werken. Daarnaast kan bijvoorbeeld het aantrekken van een bepaald type bedrijvigheid regionaal zorgen voor een vraag naar huisvesting.” De VNG heeft een ondersteuningsprogramma om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren. Registratie is een van de onderwerpen.“19 van de 25 Overijsselse gemeenten heeft inmiddels een beroep gedaan op, delen van, dit ondersteuningsprogramma”, zo laat een woordvoerder van VNG weten.

Uit de vragenlijst blijkt dat het merendeel van de gemeente ook een rol voor de provincie ziet weggelegd. “Regionale samenwerking is van groot belang. Het is goed om te leren van elkaar. De provincie kan hier een ondersteunende rol in pakken. Daarnaast hebben we landelijke wetgeving hard nodig”, zo laat een woordvoerder van een van de gemeenten weten.

Volgens Jonker moeten de eerste concrete stappen zichtbaar zijn in de komende begroting, de perspectiefnota. Een juiste registratie is ook een van de pijlers in het initiatiefvoorstel. “Zien we geen ontwikkelingen, dan ondernemen we zeker actie.”

Deel artikel: