Noord-Hollandse boeren noemen draai van BBB ‘kiezersbedrog’
Noord-Hollandse boeren voelen zich bedrogen nu blijkt dat de veestapel moet krimpen om het mestoverschot aan te pakken. De situatie wordt nog pijnlijker nu blijkt dat ook hun eigen partij, de BBB, gebonden is aan deze Europese regels.
"We hadden de hoop gevestigd op de BBB dus dit is een klap in ons gezicht", aldus Jos Stuijt uit Wijdewormer. De melkveeboer van zo'n 280 koeien is op z'n zachtst gezegd niet blij met de maatregelen van landbouwminister Femke Wiersma (BBB).
Vandaag blijkt dat Wiersma, met haar plannen voor het verkleinen van de veestapel, veel dichter bij het beleid van haar voorganger Piet Adema blijft dan verwacht. Hoewel de minister zegt niet te streven naar een gedwongen inkrimping, blijkt uit de voorgestelde maatregelen dat Nederland de komende jaren wel degelijk het aantal vee moet verminderen. Opvallend, juist omdat de BBB de plannen van Adema altijd fel heeft afgekeurd.
'De druk op de mestmarkt is groot', schrijft Wiersma vandaag in haar brief. Dat komt omdat Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden dan andere landen in Europa, vanwege de relatief grote hoeveelheid vee. In 2026 komt er een einde aan die uitzonderingspositie en moet Nederland, net als ieder land binnen de Europese Unie aan de regels voldoen. En minder mest, betekent minder vee.
Voor Harry Heeman uit de Beemster is het een kwestie van 'kiezersbedrog". Hij heeft, in lijn met de plannen van de BBB, net geïnvesteerd in een nieuwe melkrobot. "Ik heb op Wiersma gestemd en dit maakt me gewoon heel erg boos."
Overal dezelfde maatregelen
Ook Stuijt is teleurgesteld in zijn partij. Juist van de BBB had hij verwacht dat ze de Europese Unie hadden kunnen overtuigen van de uitzonderingspositie. Bovendien is het volgens de boer onbegrijpelijk dat alle Europese landen aan dezelfde maatstaven worden gehouden. "Deze grond is totaal anders dan bijvoorbeeld Spaanse grond. Waarom gelden hier dezelfde regels?"
Een van de redenen voor de Europese Unie om de mestproblematiek zo snel mogelijk op te lossen, is de slechte waterkwaliteit van Europese wateren. Alle landen moeten voor 2027 aan de Kader Richtlijn Water voldoen. Voor boeren betekent dit dat zij het land langs de sloten niet mogen bemesten, om te voorkomen dat er rommel het water instroomt. "Door die Europese regels kan ik 6 hectare land niet gebruiken, terwijl bedrijven het water misschien nog wel meer vervuilen. Niemand weet wat die allemaal de rivier in kieperen. En nou ben ik de dupe met die ene sloot."
Geen beloften
Maar volgens Ingrid De Sain, fractievoorzitter van de BBB, zijn er geen beloften verbroken door haar partij. Volgens haar heeft Wiersma met deze plannen een goed compromis gevonden tussen Brussel en de boeren. "De EU is heel duidelijk geweest dat er iets moet gebeuren. Ik heb het volste vertrouwen in de minister. Ze doet het weloverwegen en zorgt ervoor dat boeren kunnen blijven boeren."
Dat de BBB zich jarenlang verzet heeft tegen verplichte krimp van de veestapel is volgens De Sain logisch. "Maar nu zitten we niet meer in de oppositie en moeten we soms ook met een andere mond praten. Verplichte krimp is nog steeds niet aan de orde, maar dat we iets moeten veranderen is wel duidelijk."
Bedrijf verkopen
Wiersma houdt ook vast aan Adema's voorstel om bij verkoop buiten de familie verplicht 30 procent af te romen. Dat betekent dat een boer die een ander bedrijf (deels) overneemt 30 procent minder dieren mag houden.
Voor varkenshouders is dit percentage iets minder (25 procent) en pluimveehouders hoeven maar 15 procent af te romen. Een vreselijke maatregel, vindt Stuijt. Toch maken hij en Heeman zich daar niet al te veel zorgen over. "De meeste boerderijen worden binnen families overgenomen."
Daarnaast houdt Wiersma vast aan een ‘vrijwillige beëindigingsregeling’ voor veehouders. Voor Heeman is dat absoluut geen optie. Boven zijn onlangs aangeschafte melkrobotmachine hangt een bordje om het 100-jarig bestaan van zijn bedrijf te vieren. Zijn zoon neemt het bedrijf straks over, ondanks dat het steeds lastiger zal worden om te blijven boeren zoals ze gewend zijn.