Dit is een nieuwsbericht van
L1mburg
Aangepast

Subsidie voor mijnschade onterecht gebruikt voor aandelen

Het Calamiteitenfonds mijnschade Limburg heeft subsidiegeld gebruikt om te beleggen op de effectenbeurs. Dat was in strijd met de regels volgens het ministerie van Economische Zaken.

Het ministerie spreekt over 'een onverantwoord risico' en noemt het beleggen "niet wenselijk en niet conform de subsidievoorwaarden."

Gedaald

Het ging aanvankelijk, in 2018, om een belegging van een half miljoen euro. Later zijn er nog meer aandelen en obligaties gekocht, tot een totale waarde van meer dan een miljoen eind 2021. Vorig jaar is de hele effectenportefeuille verkocht. De waarde van de beleggingsportefeuille was toen met zo’n 100.000 euro gedaald door lagere beurskoersen.

Misser accountant

Hoewel beleggen met subsidiegeld tegen de regels is, heeft BAAT Accountants een goedkeurende verklaring afgegeven bij de jaarrekeningen van afgelopen jaren. Het ministerie van Economische Zaken gaat de accountant alsnog aanspreken op deze misser. "De accountant heeft een 'oordeel zonder beperkingen' afgegeven. Conform de subsidiebeschikking had de accountant daarbij expliciet moeten verklaren of het geld is gebruikt volgens het doel waar de stichting voor is opgericht. Dat is niet gebeurd. We spreken de accountant hierop aan", schrijft het ministerie.

Overigens steekt het ministerie op dit punt ook de hand in eigen boezem: "We hadden hier zelf beter op moeten letten."

Ernstige schadegevallen

Het Mijnschadefonds heeft door de jaren heen volgens opgave van het ministerie in totaal ruim 4 miljoen euro subsidie gekregen, de eerste keer in 2015.

Het ministerie van EZ is de grootste subsidiegever van het fonds, dat is opgericht om mensen te helpen die tientallen jaren na de mijnsluitingen nog last hebben van schade aan hun woning. Dat kan bijvoorbeeld gaan om verzakkingen of scheuren in muren.

Vorig jaar werden zes nieuwe aanvragen ingediend bij het mijnschadefonds, waarvan er vier in beginsel werden toegewezen.

"Onacceptabel"

Het ministerie vindt de handelwijze van de stichting onacceptabel. "Subsidiegeld moet besteed worden aan het doel waarvoor de subsidie is gegeven. In dit geval het herstellen van ernstige mijnbouwschade aan de hoofdwoning. Daar moet niet mee worden belegd. De stichting heeft een onverantwoord risico genomen", stelt het ministerie in antwoord op vragen van L1.

Het bestuur van het mijnschadefonds bestaat uit drie personen. Voorzitter is Jan de Wit, oud-lid van de Tweede Kamer voor de SP. De stichting houdt kantoor in het gouvernement, maar de provincie heeft formeel geen zeggenschap. Wel is er geregeld overleg tussen de stichting en de verantwoordelijk gedeputeerde.

Teveel in kas

Volgens De Wit had het mijnschadefonds te veel geld in kas omdat het om langjarige subsidies ging en er weinig schadeuitkeringen waren. Bovendien speelde enkele jaren geleden de zogenoemde negatieve rente, waardoor over grote bedragen juist rente betaald moest worden.

Uitbesteed

"Vooraf heeft het bestuur onderzocht of beleggen in strijd met de subsidievoorwaarden was, hetgeen niet zo was", zo beweert De Wit in tegenstelling tot het ministerie. De subsidies werden belegd in aandelen en het grootste deel in obligaties. Het bestuur handelde niet zelf op de beurs maar had dat uitbesteed aan de Rabobank.

De nieuwe regeling voor afhandeling van mijnschade werd in najaar 2023 ondertekend.

Geen bezwaar

De voorzitter van het mijnschadefonds zegt dat de provincie - om advies gevraagd - geen bezwaren had tegen het beleggen met subsidiegelden, mits het geld altijd voor het hoofddoel – steunen van mensen met ernstige mijnschade – kon worden vrijgemaakt. Ook stelt De Wit dat het ministerie "nooit enige opmerking heeft gemaakt" terwijl de beleggingen in jaarverslagen werden gemeld.

Toch blijkt er meerdere malen gesproken over het opmerkelijke besluit van de stichting. Begin 2018 heeft het mijnschadefonds volgens voorzitter De Wit met de toenmalige gedeputeerde over de beleggingen gesproken. "Daarna nooit meer. Dat was ook niet nodig want we hebben niet met provinciaal geld belegd", zegt De Wit.

Ander verhaal

De provincie heeft een ander verhaal en zegt dat het onderwerp twee jaar later is besproken. "We hebben in het voorjaar van 2020 contact gehad met de stichting om ons ervan te vergewissen dat er niet belegd werd of zou worden met provinciale gelden. Door de provincie is het ministerie kort na dit gesprek geattendeerd op de inzet door de stichting van een half miljoen euro aan subsidiegeld van het ministerie in effecten."

Het ministerie heeft vervolgens zelf een steek laten vallen. "We hadden, nadat de provincie aangaf met de stichting in gesprek te gaan, actief in gesprek moeten blijven." Het onderwerp is daarna geruisloos van de agenda verdwenen.

Het beheer van de beleggingen kostte zo’n 10.000 euro per jaar. Die kosten werden volledig betaald met subsidiegeld van Economische Zaken.

Geen lagere uitkeringen

Zover na te gaan heeft het beleggen in effecten tegen de regels in niet geleid tot minder of lagere schadevergoedingen aan mensen met ernstige mijnschade. Het fonds heeft altijd meer in kas gehad dan er nodig was om toegekende schadegevallen te vergoeden.

Ook de provincie en een aantal gemeenten hebben subsidies gegeven. Maar die subsidies zijn altijd gekoppeld aan uitbetalingen aan slachtoffers van mijnschade en zijn niet gebruikt voor beleggingen.

Deel artikel: