Winschoten neemt definitief afscheid van iconisch Sint Lucas Ziekenhuis
De honderd heeft het Sint Lucas Ziekenhuis net niet gehaald, maar met 98 jaar kan gerust worden gesproken van een zeer respectabele leeftijd. Het Winschoter ziekenhuis herbergt talloze verhalen, van geboorten tot overlijden, sommige pijnlijk en andere mooi.
De herinneringen blijven, maar vandaag, zaterdag 28 september, komt er dan echt een definitief einde aan het fysieke bestaan van het ziekenhuis. Oud-werknemers, oud-patiënten en andere belangstellenden kunnen voor het laatst een rondleiding krijgen en daarna gaat het gebouw tegen de vlakte.
Op 11 januari 1926 werd het Rooms Katholieke Sint Lucas Ziekenhuis ingewijd door deken Eppink, maar de eerste plannen voor een ziekenhuis dateren al van 1921. Burgemeester Harbert Ido Schönfeld, zeer geliefd onder de Winschoters, speelde een cruciale rol bij de totstandkoming. Toen Schönfeld hoorde dat de parochie onder leiding van pastoor Holtel afzag van de bouw van een bejaardentehuis, vroeg hij het kerkbestuur of ze geen belangstelling hadden voor een ziekenhuis.
Naam Sint Lucas komt niet van heilige
‘Vandaar dat het een katholiek ziekenhuis werd’, vertelt stadshistoricus Robert Jalink, geboren en getogen Winschoter. ‘Er waren destijds behoorlijk wat katholieken in Winschoten. Veel middenstanders kwamen oorspronkelijk uit Duitsland. Zij luisterden naar namen als Röben, Dröge en Flint.’
Het waren de gebroeders Lucas en Mattheus Fleerkamp die beiden 10.000 gulden schonken aan de stichting die het ziekenhuis moest gaan realiseren. De broers runden samen een woninginrichting-zaak in Winschoten. In 1922 overleed Lucas, dus hij heeft vermoedelijk niet eens geweten dat er een ziekenhuis met zijn naam zou komen. ‘De naam heeft dus niets met de heilige Sint Lucas te maken’, legt Jalink uit.
Op 12 januari 1926 vond de officiële opening plaats met vijftig bedden. Twee weken later werd de eerste patiënt opgenomen. In het eerste jaar werden in totaal 324 patiënten opgenomen. J.H. Hommes werd benoemd tot directeur geneesheer, een functie die hij nog tientallen jaren zou bekleden.
Zusters waren (vooral) geliefd
De Zusters Franciscanessen in Nijmegen werden ingevlogen om het ziekenhuis te runnen. ‘In het begin werd er raar aangekeken tegen de nonnen die hier plotseling in het protestantse Noorden rondliepen', vertelt Jalink. ‘Maar de mensen zagen dat de zusters keihard werkten. Zieken waren heel blij dat ze hier naar het ziekenhuis konden en niet helemaal naar de stad Groningen moesten. Pas in 1968 kwam er nog een ander ziekenhuis in de provincie na het Sint Lucas. Het Delftzicht Ziekenhuis in Delfzijl opende toen de deuren.’
De nonnen waren voor zichzelf heel streng, ze deden alles uit liefdadigheid
Er was na de bouw van het ziekenhuis geen geld meer voor een lift. Dat betekende dat de nonnen de patiënten per brancard over de trappen moesten tillen. Al snel werden in én rondom Winschoten comités opgericht met het doel om geld in te zamelen voor het realiseren van een lift. Er werd ruim gedoneerd. De lift kwam er in 1929 en er was zelfs nog geld over om aan de zuidzijde van het ziekenhuis zonwering aan te brengen.
‘De lift bestaat nog steeds in het oude gedeelte en werd later Kloosterlift gedoopt, omdat het in de vleugel zat waar ook de Zusters Franciscanessen woonden. Ze verbleven in kleine, sobere kamertjes, ook wel cellen genoemd. De nonnen waren voor zichzelf heel streng. Ze deden alles uit liefdadigheid. Ze maakten hele lange dagen, assisteerden bij operaties, maakten alles schoon, verzorgden patiënten, ze kregen én gaven les, eigenlijk deden ze bijna alles. De Kloosterlift bestaat nog tot de dag van vandaag.’
Nonnen krijgen hulp van lekenzusters
Vanaf 1945 stonden de nonnen er niet meer helemaal alleen voor. Toen kwamen de eerste lekenzusters in het Sint Lucas werken als verpleegkundigen. In de jaren 70, toen de nonnen echt op leeftijd begonnen te raken, verhuisden de laatsten uit het ziekenhuis, dat toch wel erg sober werd. Ze gingen wonen in nieuwbouwwoningen in Winschoten Noord.
In dezelfde jaren groeide stadshistoricus Jalink op in Sodom. Het ziekenhuis was nooit ver weg. ‘Mijn vader was naast z’n vaste baan als bankdirecteur in Winschoten penningmeester van het Sint Lucas. Dus als jonge jongen hoorde ik thuis de verhalen al uit het ziekenhuis. Daar stond een groot gebouw en gebeurde van alles, zo keek ik er tegenaan. Het Sint Lucas was een instituut. Gelukkig werd ik er pas op m’n vijftiende voor het eerst opgenomen, toen ik m'n rechter bovenarm had gebroken.’
Verzet tijdens de oorlog
Even terug naar de Tweede Wereldoorlog, ook een turbulente tijd voor het ziekenhuis. Dat kwam vooral door geneesheer-directeur dokter J. H. Hommes, de leidende figuur in het verzet in Winschoten. Jalink: ‘Het is onbekend of er in het ziekenhuis onderduikers hebben gezeten. Maar Hommes deed wel ingrepen bij mensen bij wie dat van de Duitsers niet gedaan mocht worden, bijvoorbeeld omdat ze gezocht werden.’
‘De treinen die tijdens de oorlog van Westerbork naar de vernietigingskampen reden, kwamen langs Winschoten. Die treinen bleven vaak vlak voor het station in een flauwe bocht stilstaan. Daar gooiden mensen kleine handgeschreven briefjes uit de trein. Jonge kinderen raapten die op. Met de vraag thuis wat ze daar mee moesten werd er gezegd: ‘Breng die maar naar dokter Hommes, die weet er wel raad mee.’ Met de bedoeling dat hun boodschap bij familie of vrienden terecht zou komen.’
Na de bevrijding bleef Hommes nog een tijd lang directeur geneesheer van het Sint Lucas Ziekenhuis en was hij hoofd van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Talloze verbouwingen
Het Sint Lucas groeide in de loop der jaren gestaag en veranderde in de bijna honderd jaar voortdurend van uiterlijk. In 1936, tien jaar na de opening, werd aan de achterzijde een extra vleugel gebouwd, een onderkomen voor de kraam- en kinderafdeling. In 1952 werd een extra verdieping aangebracht op die vleugel. Bovenop het ziekenhuis kwam een houten kapconstructie met extra leefruimte voor de nonnen.
In 1958 is de naastgelegen katholieke lagere school afgebroken en is men begonnen met de bouw van een nieuw beddenhuis, dat in 1961 in gebruik werd genomen. In 1963 is een nieuwe polikliniek geopend en in 1976 is er wegens ruimtegebrek weer een stuk aangebouwd. Tenslotte is in 1990 het laatste deel bijgebouwd, het witte gedeelte dat je nu nog kunt zien met een uitbouw richting parkeerplaats. Daarmee is het ziekenhuis zo geworden zoals het er nu nog voor een paar dagen staat.
Nu is het definitief gedaan met het Sint Lucas Ziekenhuis. Alleen de herinneringen blijven nog bestaan.
Expeditie Grunnen nam zaterdag een kijkje in het oude ziekenhuis. Bekijk hier de aflevering: