‘Ik voelde mij als kind ongewenst en dat gevoel is nooit helemaal weggegaan’
Lily Monori van Dijken (43) komt als 4-jarig meisje in het pleegzorgsysteem terecht. Door haar ervaringen met de wereld te delen, wil ze andere pleegzorgkinderen helpen.
Onbezorgd is de jeugd van Lily niet. Al bij haar geboorte besluit haar biologische moeder dat ze niet voor Lily wil zorgen. Haar eerste levensjaren brengt ze daarom door bij haar opa en oma in Suriname. Na vier jaar in Suriname besluit Lily's moeder dat ze het 'toch weer wil proberen', dus verhuist Lily van Suriname naar de Concordiastraat in Groningen om bij haar moeder te wonen. De hoop op een succesvolle gezinshereniging blijkt tevergeefs: Lily wordt in Nederland zowel emotioneel als fysiek mishandeld door haar moeder.
Op 4-jarige leeftijd wordt Lily uit huis geplaatst, en komt ze in het pleegzorgsysteem terecht. Ze wordt opgenomen in het gezin van Jan (73) en Tineke (73) van Dijken in Zuidhorn. De eerste maanden in haar nieuwe huis zijn lastig. ‘Ik had veel last van woedeaanvallen en verdriet,’ vertelt Lily. Volgens haar een direct resultaat van hechtingsangst, die ze ontwikkelt doordat haar moeder niet voor haar kon zorgen. Haar pleegzorgmoeder Tineke, pedagogisch medewerker, is bekend met hechtingsproblematiek. Ze neemt een jaar vrij van werk om volledig voor Lily te kunnen zorgen. ‘Ik vond dat heel bijzonder. Ze gaf mij het gevoel dat ik er wel toe deed en dat had ik nooit eerder gevoeld', zegt Lily.
Afgelopen vrijdag sprak Lily in het kader van de Week van de Pleegzorg over haar ervaringen als pleegkind in het Forum Groningen. Ze werkt als schrijver, dichter en spreker, omdat ze met haar ervaringen pleegzorgkinderen wil helpen. Ook is ze bezig met een opleiding tot counselor om pleegzorgkinderen die volwassen zijn geworden, te helpen met het verwerken van hun ervaringen.
Je vertelde dat je als kind last had van hechtingsangst. Is dat een probleem dat onder meer pleegzorgkinderen voorkomt?
‘Ja, dat weet ik zeker. Je wordt als kind door je ouders verlaten of ze kunnen niet voor je zorgen; dat brengt trauma’s met zich mee. Ik voelde mij als kind ongewenst en dat gevoel is nooit helemaal weggegaan. Inmiddels kan ik er beter mee omgaan, maar het is als een litteken dat altijd blijft zweren.’
‘Mijn situatie is bovendien best wel uitzonderlijk. Ik ben in een gezin terechtgekomen waar ik veilig kon opgroeien en waarin ik mij gewenst mocht gaan voelen. Maar er zijn ook kinderen die jaren moeten wachten op een pleeggezin of kinderen die van gezin naar gezin verplaatst worden. Voor hen is het nog lastiger om zich te gaan hechten.’
Hoe moet je als pleegzorgouder met die hechtingsangst omgaan?
‘Mijn moeder kon een jaar vrij nemen van werk. Dit was heel fijn, omdat ze er zo heel veel voor mij kon zijn. Maar ik ben mij er wel bewust van dat dit niet voor alle pleegzorgouders mogelijk is, omdat je financiële situatie het bijvoorbeeld niet toelaat. Daarom denk ik dat het belangrijk is om vooral goed naar een kind te luisteren en zijn of haar behoeftes aan te horen. Daarbovenop denk ik dat ze vooral ontzettend veel liefde moeten geven, omdat de meeste pleegzorgkinderen te weinig liefde gevoeld hebben in hun leven.
Volgens de laatste cijfers van Jeugdzorg Nederland is er een tekort aan pleegzorgouders. Hoe kan dit tekort volgens jou opgelost worden?
‘Ik denk dat het in deze tijd (‘met de energiecrisis en inflatie’) voor veel gezinnen lastig is om nog een extra kind in huis te nemen, dus wat dat betreft is het tekort dit jaar wel te verklaren. Tegelijkertijd is er al jaren een tekort aan pleegzorgouders, dus heeft het niet alleen met financiën van doen. Ik denk dat we misschien meer mensen enthousiast kunnen maken voor pleegzorg als de focus in wervingscampagnes ligt op het pleegkind. Door bijvoorbeeld vragen te stellen als: wat hebben pleegkinderen nodig? En wat kan pleegzorg betekenen voor een kind? Ik denk dat als meer mensen weten wat pleegzorg kan betekenen voor kinderen in moeilijke situaties, ze het misschien sneller overwegen.’
Is iedereen volgens jou geschikt om pleegzorgouder te worden?
‘Nee, dat denk ik niet. Het is heel belangrijk om pleegzorg niet te onderschatten. Kinderen die uit huis geplaatst zijn, hebben vaak een rugzakje. Ik had zelf dus veel last van boosheid toen ik net bij mijn pleeggezin kwam. Het is belangrijk om als pleegzorgouder te weten hoe je hiermee om moet gaan. Ook is het geven van liefde en tijd ontzettend belangrijk. Dat geldt voor elk kind natuurlijk, maar voor pleegzorgkinderen extra omdat ze vaak zo onthecht zijn.’
Is pleegzorg de enige oplossing voor kinderen in een situatie vergelijkbaar met die van jou?
‘Niet altijd. Soms kan het voor een kind ook fijn zijn om naar familieleden te gaan als dit mogelijk is. Voor mij was dit alleen geen optie. Twee tantes waren wel bereid om voor mij te zorgen, maar mijn moeder wilde dit niet. Achteraf is dit denk ik wel fijn geweest, omdat ik anders nooit helemaal los had kunnen komen van mijn moeder. Dit was in mijn situatie wel nodig, omdat ik hierdoor de jaren van mishandeling beter kon verwerken.'
Door het delen van jouw ervaring wil je andere (voormalige) pleegkinderen helpen. Wat is het belangrijkste dat je ze wil meegeven?
‘Dat ze er mogen zijn en zich niet hoeven te verbergen. Ik heb mij jarenlang anders gevoeld. Pas bij het schrijven van mijn boek (red: Het verborgen meisje) kon ik mijn ervaringen als pleegkind een beetje verwerken. Ik heb de wens om pleegkinderen en oud-pleegkinderen te helpen om hun situatie eerder te accepteren dan dat ik dat deed. Ik hoop dat ze daardoor beseffen dat het allemaal niet aan hen ligt.'