Dit is een nieuwsbericht van
Omroep Gelderland

Karin begeleidt stervenden: ‘Ik ben niet bang meer voor de dood’

In de laatste fase van iemands leven, ervaart Karin (59) dat je de meest diepgaande gesprekken kunt hebben. Als vrijwilligster in de palliatieve zorg biedt ze ondersteuning bij mensen die thuis sterven. “Ooit zijn we zelf aan de beurt. Hoe minder angst je daarbij voelt, hoe meer je er voor de ander kunt zijn”, aldus Karin.

Een soort verbondenheid met de laatste fase van het leven. Zo omschrijft Karin haar vrijwilligerstaak. Gemiddeld een halve dag per week bezoekt ze mensen in de terminale fase. “Mensen hebben dan geen maskers meer. Ze hoeven niets meer op te houden. Dus je hebt heel puur contact.”

Door haar hulp kan de mantelzorger, vaak een partner, even tot rust komen. Ook kan Karins aanwezigheid een opluchting zijn voor de stervende. “Soms zegt iemand: ‘Ik vind het zo fijn dat ik dit gewoon eens kan zeggen zonder mijn familie daarmee te belasten’. Bijvoorbeeld dat ze pijn hebben, of zich bezwaard voelen omdat ze zien hoe zwaar het ook voor de partner is.”

'Werk of status is niet belangrijk'

Door De Kap, een Apeldoornse vrijwilligersorganisatie, worden vrijwilligers zoals Karin gekoppeld aan families. Vaak gebeurt dat via de huisarts, thuiszorg, of het ziekenhuis. Soms voor een nacht. Karin kiest liever voor een langere inzet. “Bij mensen die net gehoord hebben dat ze ziek zijn, of zijn uitbehandeld. Dan mag je een stukje meegaan in het proces. Dat vind ik mooi.”

Door goed te luisteren, kunnen gesprekken diepte krijgen. Werk of status is niet wat mensen belangrijk vinden aan het eind van hun leven, merkt Karin. “Dat is echt de familie en of ze het goed hadden met elkaar. Ook komen er hele praktische vragen bovendrijven: ‘Hoe gaat het met mijn partner als ik er niet meer ben?’.”

Als er iets heftigs gebeurt, stop dat dan niet onder een putdeksel. Dat kan een rustig overlijden in de weg zitten.

Karin, vrijwilligster palliatieve terminale zorg

“Wat ik altijd bijzonder vind: Bij iedereen is het op een gegeven moment goed. In het begin hoor je nog wel eens: ‘Verdorie, waarom overkomt mij dit?’. Maar mensen blijken vaak bijzonder krachtig, en komen ze altijd op het punt dat het wel klaar mag zijn. ‘Ik hoop dat ik morgen niet meer wakker word’, zeggen ze dan.”

Wie straks rustig wil sterven, heeft bij leven een belangrijke taak, meent Karin. “Als er iets heftigs gebeurt, stop dat dan niet onder een putdeksel. Dat kan een rustig overlijden in de weg zitten. Eén keer kon iemand niet overlijden. Hij had veel berouw over iets dat hij had gedaan, wat nooit was uitgesproken. Dingen die je wegstopt, dienen zich op zo’n moment regelmatig weer aan.”

“Als vrijwilliger kun je dan iets bijdragen door samen dat pad te belopen. Ik vind het bijzonder dat mensen dit durven delen, wanneer ze een vertrouwensband aan durven gaan.”

Lippen vochtig maken

Toch is er niet altijd intiem contact. “Soms blijft het meer aan de oppervlakte. Dat is ook goed. Zo was ik eens bij een man die echt al heel ver weg was. Dan zat ik een middag alleen maar naast het bed en verzorgde hem af en toe. Even zijn lippen vochtig maken, of een kussen recht leggen.”

Toen Karin twaalf jaar geleden startte, volgde Karin een basistraining bij De Kap. In bijeenkomsten, met groepsopdrachten en rollenspellen, leerde ze onder meer naar haar eigen dood te kijken. Hoe zou ze dat vormgeven als zij zelf terminaal ziek was? “Als je daarover durft na te denken, neem je minder bagage mee naar de mensen die je bezoekt.”

Niet bang voor de dood

Zelf kreeg Karin al het nodige voor haar kiezen, waardoor ze niet bang meer is voor de dood. “Hoe minder angst je daarbij voelt, hoe meer je er voor de ander kunt zijn. Natuurlijk zijn er ervaringen die langer blijven hangen. Maar meestal is een fietstochtje naar huis wel genoeg om dat te kunnen parkeren.”

In de jaren dat Karin dit vrijwilligerswerk doet, maakte ze nooit mee dat iemand in haar bijzijn overleed. Maar collega-vrijwilligers, die er ’s nachts zijn, hebben die ervaring soms wel.

Spreken op uitvaart

“Soms word ik gevraagd om iets te zeggen op de uitvaart. Dan vertel ik over wat ik daar heb meegemaakt." Hoewel er soms een bijzondere band kan ontstaan met de mensen die Karin ondersteunt, houdt ze altijd in gedachten dat ze het los moet laten. "Het is anders dan een vriendschap. Ik toon betrokkenheid, maar het blijft vrijwilligerswerk."

Na een overlijden houdt Karin nog contact met de familie, maar dat bouwt zich langzaam af. Ze benadrukt dat de grootste eer toekomt aan de mantelzorgers. "De ontmoeting met de diepere kern van de mens, dat vind ik een mooi cadeau. In het dagelijks leven heb je niet snel dit soort ontmoetingen."