Provinciebestuur wil geen geld uitgeven aan LHBTIQA+-acceptatie
Het college van Gedeputeerde Staten wil geen geld uitgeven aan beleid voor LHBTIQA+-acceptatie. Dat vindt het provinciebestuur een taak van gemeenten.
Het was een grote campagne in 2019 en 2020. Op aandringen van de bekende Fries Sipke Jan Bousema is er veel actie gevoerd om van de provincie Fryslân als laatste in Nederland een 'Regenboogprovincie' te maken. In maart 2020 was het zover, een meerderheid in de Provinciale Staten stemde voor.
Daarna dienden D66, FNP, PvdA en SP een motie in om elk jaar 50.000 euro vrij te maken voor regenboogbeleid.
De partijen wilden dat er meer gebeurde dan alleen maar de regenboogvlag hijsen. Die motie werd met een grote meerderheid aangenomen.
Nu, twee jaar later, dient de provincie drie scenario's in hoe vormgegeven kan worden aan het beleid. De voorkeur van het provinciebestuur is om het geld dat over is terug te storten naar de algemene middelen.
Als er wel beleid komt voor LHBTIQA+-acceptatie, dan zou dat betekenen dat er de komende jaren ook geld beschikbaar moet zijn om dat uit te voeren.
Dat geld is er niet, zegt gedeputeerde Femke Wiersma: "Daarvoor moet eerst het weerstandsvermogen beter worden"
Volgens Wiersma voldoet het college aan de ingediende motie van 2022: "Die motie formuleert dat we met een beleidsbrief moeten komen. Ook om te kijken: waar moeten we over vijf jaar staan als het gaat om het regenboogbeleid?"
Het is nu aan de Provinciale Staten om te stemmen welke kant ze op willen met het beleid. Naast de voorkeur van de provincie, liggen er nog twee andere scenario's.
Zo kunnen de Staten er ook voor kiezen dat inclusiviteitsorganisatie Tûmba gemeenten advies gaat geven op het gebied van het regenboogbeleid. Dan moeten er ook in de provincie medewerkers op het regenboogbeleid worden gezet. Daarvoor is dan 60.000 euro nodig.
Bij het derde scenario zullen Provinciale Staten zich inzetten om maatschappelijke organisaties aan elkaar te verbinden, de tolerantie te vergroten met een campagne over onbewuste vooroordelen naar de LHBTIQA+-gemeenschap en het sportklimaat te verbeteren. Daarvoor moet nog meer geld worden vrijgemaakt.
Het betekent dan wel dat je andere minderheidsgroepen misschien weer tekortdoet.
Bij die laatste scenario's ligt de voorkeur van het provinciebestuur dus niet. Wiersma: "Als je actief beleid voert voor één bepaalde minderheidsgroep, dan betekent dat wel dat je andere minderheidsgroepen misschien weer tekortdoet."
"Geen kerntaak"
"Als het gaat om actief beleid richting de samenleving, is dit geen kerntaak voor provincies", zegt de gedeputeerde. "Ik zou willen dat wij een sociale taak hadden bij de provincie."
Maar er is geen geld aan gekoppeld. "Dus dan kan ik er ook geen ambtenaren op zetten."
Het geluid is verhard en wordt agressiever.
Uit onderzoek van het Planbureau Fryslân blijkt dat minderheidsgroepen zich niet altijd thuis voelen in onze provincie. Zij merken negatieve sentimenten en hebben wel eens te maken met uitsluiting, discriminatie en agressie. Andere inwoners van Fryslân voelen zich volgens het onderzoek wel ruimdenkend.
COC Fryslân heeft zorgen
COC Fryslân is verbaasd over het advies van het provinciebestuur. "Dit is erg zorgwekkend", zegt penningmeester Brenda de Groot.
"Vooral omdat de problematiek alleen maar toeneemt. Het geluid is verhard en wordt agressiever. De provincie zou het feit dat iedereen gelijk is, moeten blijven ondersteunen. Met het terugtrekken van geld geef je een beeld dat die haat en negativiteit die nu worden geuit, oké zijn."
Het besluit betekent volgens Wiersma niet dat de provincie minderheidsgroepen uit het oog verliest. Fryslân blijft ook een regenboogprovincie. De regenboogvlag blijft bijvoorbeeld hangen op het provinciehuis.
"Dat staat hier los van", zegt de gedeputeerde, "Dat is meer voor intern. Wat we hier intern aan kunnen doen, gaan we doen, voor alle minderheidsgroepen. Iedereen is welkom om hier te werken."