Werelderfgoedcentrum Waddenzee komt er, bouw begint in voorjaar
Alle seinen staan op groen voor de bouw van het Werelderfgoedcentrum Waddenzee in Lauwersoog. Nu het aangepaste ontwerp en financiële steun zeker zijn, kan de bouw volgend voorjaar beginnen.
De organiserende partijen hebben vrijdag een honderdtal gasten uitgenodigd voor een boottocht om de plannen te presenteren.
In het Werelderfgoedcentrum moet het verhaal van het Waddengebied worden verteld, het enige natuurlijke werelderfgoed binnen de Nederlandse landsgrenzen. Dat moet samen gebeuren, met onderzoekers, vissers, omwonenden, ondernemers, studenten, natuurbeschermers en zeehondenverzorgers.
Hoop op 125.000 gasten per jaar
Het gebouw zal worden gebouwd door Dijkstra Draisma uit Dokkum, naar ontwerp van het Deense architectenbureau Dorte Mandrup. De hoop is dat er ieder jaar zo'n 125.000 gasten komen.
Het Waddenfonds, de provincie Groningen, de gemeente Het Hogeland, het Nationaal Programma Groningen, het fonds Water en Vis, de Waterschapsbank en zeehondencentrum Pieterburen dragen financieel bij aan de bouw. Provincie Groningen, Het Hogeland, Haven Lauwersoog, Staatsbosbeheer en Pieterburen zijn de initiatiefnemers.
Voor de Waddenregio
De bedoeling is dat het een centrale plek wordt om het Waddengebied te beleven, midden op de kust, tussen Fryslân en Groningen in, op de grens van land en water, tussen zoet en zout in. Het centrum moet mensen bewust maken van de kwetsbaarheid van het gebied en de noodzaak van het zoeken naar een nieuw evenwicht tussen natuur en mens.
Het Werelderfgoedcentrum moet ook bijdragen aan de toeristisch-recreatieve sector in Noordoost-Fryslân en Noordwest-Groningen en het duurzaam ontwikkelen van het gebied. Het moet dus een impuls geven aan de economie in de regio.
Er komt van alles in
Op de eerste verdieping moet een interactieve beleving komen over het Waddengebied, waar bezoekers de dynamiek en de natuurlijke processen van het Wad kunnen ervaren.
In het pand komen ook een café-restaurant, een congres- en evenementenlocatie met auditorium voor honderd mensen en verschillende vergaderruimtes. In een winkel in het centrum moeten streekproducten worden verkocht.
Met IVN (Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid) wil het centrum educatieve programma's maken voor het onderwijs. De hoop is dat er ieder jaar tussen de 10.000 en 15.000 leerlingen en studenten een bezoek brengen.
Ook wordt er een onderzoeks- en leercentrum toegevoegd, een laboratorium voor onderzoek en onderwijs. Het centrum wil daarmee de wetenschap steunen en plaats bieden voor onderzoek en experimenten.
Zeehondencentrum
Zeehondencentrum Pieterburen komt ook in het Werelderfgoedcentrum. De opvang is een van de drijvende krachten achter het initiatief. De huidige faciliteiten in Pieterburen hebben last van achterstallig onderhoud. Het gebouw is verouderd en renovatie zou een duur grapje worden.
Volgens Pieterburen is de zeehond een van de graadmeters van de gezondheid van de Waddenzee. Het nieuwe centrum zou dan ook een goede plek zijn om het zeehondencentrum een plek te geven.
Geharrewar over de hoogte
Eerder is er veel gedaan geweest om de hoogte van het gebouw. Daardoor is het plan meerdere keren uitgesteld. Het plan was aanvankelijk om een gebouw van 30 meter hoog neer te zetten.
Verschillende natuurorganisaties zoals de Waddenvereniging, Natuurmonumenten en Vogelbescherming Nederland stapten naar de rechter, omdat de hoogte niet goed bij de natuur zou passen. Onder andere directeur Lutz Jacobi van de Waddenvereniging vroeg zich af waarom het zo 'idioot hoog' moest worden.
Ook sommige omwonenden en ondernemers maakten bezwaar, ook vanwege zorgen over de parkeergelegenheid.
Uiteindelijk werd de hoogte teruggebracht naar 20 meter en in januari besloot de Raad van State dat het gebouw definitief niet hoger dan 16,5 meter mag worden. In werkelijkheid zal het gebouw slechts 13 meter hoog worden, omdat het bovenop een steiger komt. Ook zijn er grenzen gesteld aan het licht dat het gebouw uitstraalt.