Dit is een nieuwsbericht van
Omrop Fryslân

Twijfels over emissiearme stallen: 'Alleen scheiden van urine en stront helpt niet"

De Raad van State oordeelde woensdag dat het van twee types emissiearme vloeren in melkveehouderijen niet zeker was of die wel echt minder ammoniak uitstoten. Het directe gevolg is dat boeren met zo'n stal niet mogen uitbreiden.

Maar de gevolgen kunnen nog veel groter zijn. Het besluit opent opnieuw de discussie of technische verbeteringen aan een stal wel werken om de ammoniakuitstoot te verminderen.

Er zijn nog verschillende andere type stallen met het predicaat 'emissiearm'. Zijn ze dat wel echt? En als dat niet het geval is, wat dan? Verslaggever Gerrit de Boer beantwoordt vijf vragen over dit dilemma.

1. Wat betekent het voor boeren die een stal hebben van het type dat door de Raad van State is afgekeurd?

"Zij kunnen voorlopig gewoon doorgaan, want ze hebben een vergunning en de stal is goedgekeurd door de overheid. Als een boer de stal wil uitbreiden of een nieuwe stal van dit type wil bouwen, heeft die boer een probleem. Dat mag niet meer."

2. Er zijn ook nog verschillende andere type stallen die claimen dat ze de uitstoot verlagen. Hoe zit het daarmee?

"Alle stallen die mest en gier in de stal scheiden, maar de mest niet verder bewerken, stoten ammoniak uit. Dat is bevestigd door onderzoek van de Universteit fan Wageningen (WUR). Dit soort onderzoek vindt onder andere plaats op de Dairy Campus in Leeuwarden.

Het leek te mooi om waar te zijn: gier en mest scheiden zou voor minder ammoniakvorming zorgen. Maar dat is een misvatting, zo blijkt uit onderzoek.

In urine zit het vluchtige ammoniak. Dat komt meteen na het plassen al vrij. En hoe meer eiwit in het voedsel zit, hoe meer ammoniak er in zit. Sporters die veel eiwit tot hen nemen om de prestaties te verbeteren, ruiken soms ook naar ammoniak.

Alleen scheiden van urine en mest helpt niet. Maar toch wordt dat in discussies, bijvoorbeeld in Den Haag, nog wel vaak genoemd.

Wanneer een koe in het land loopt, wordt de ammoniak opgenomen door de grond en de planten. Wanneer er stro, zaagsel of een ander natuurlijk product in de stal ligt, komt er ook minder ammoniak vrij. Ammoniak kan geneutraliseerd worden door er bijvoorbeeld zwavelzuur in te doen. Maar dat kun je weer slecht over het land uitrijden.

Hoe je er ook naar kijkt, alleen scheiden van urine en mest helpt niet. Dus stallen die op dat principe gebaseerd zijn, werken waarschijnlijk niet of niet goed."

3. Maar die stallen zijn toch getest door erkende bureaus en goedgekeurd door de overheid? Bovendien hebben boeren er flink in geïnvesteerd. Heeft dat nog gevolgen?

"Dat is een erg interessante vraag. Boeren die zo'n vloer hebben aangeschaft, gaan ervan uit dat ze een goede investering hebben gedaan en dat ze in ieder geval deels voldoen aan de eisen van de overheid dat ze minder stikstof (ammoniak) moeten uitstoten.

Dat blijkt nu niet zo te zijn en die boeren voelen zich natuurlijk bekocht. Wanneer je een auto aanschaft die volgens de verkoper en de folder 1 op 20 rijdt, maar in de praktijk 1 op 5, dan ga je ook terug naar de garage.

Het is afwachten of boeren die met een niet-werkende stalvloer zitten, hier ook werk van gaan maken. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door het bedrijf dat de stal heeft geleverd, voor de rechter te dagen of een claim neer te leggen bij de overheid. Zelfs een rechtszaak tegen de overheid is mogelijk."

4. Zijn technische oplossingen voor het stikstofprobleem hiermee van de baan?

"De uitspraak van de Raad van State is zeker een flinke klap voor zulke innovaties. Wanneer die stalsystemen niet werken, zal niemand ze nog kopen.

Dat wil niet zeggen dat innovaties geen bijdragen kunnen leveren aan de oplossing van het stikstofprobleem. Elke innovatie moet op zijn eigen resultaat beoordeeld worden.

Maar boeren moeten erop kunnen bouwen dat de resultaten van de innovaties die hen zijn toegezegd, er ook echt zijn. Dat is ook voor de overheid van groot belang richting Brussel en de rechter. De besparing moet aantoonbaar zijn. Anders is hij juridisch van geen waarde."

5. Wanneer technische innovaties niet of niet goed werken, wat is dan de oplossing voor het stikstofprobleem?

"Er is een groot aantal mogelijkheden om de stikstofuitstoot in de melkveehouderij en andere takken van landbouw te verminderen.

Allereerst is dat het voedsel. Wanneer dat minder eiwitrijk is, zal er ook minder ammoniak in de urine of in de melk zitten. Wat je er aan de voorkant niet in doet, kan er aan de achterkant ook niet uit komen. In krachtvoer zoals Brok en soja zit veel eiwit. Minder eiwit betekent wel minder melk, maar ook minder kosten.

Verder helpt het om het vee zoveel mogelijk te laten grazen in de wei. Stront en urine komen dan in de natuur terecht en wordt daar opgenomen door de grond en de planten.

Rauw voedsel - gras, hooi, kuil of maïs - kan worden bewerkt met natuurlijke producten zoals koolstof om de vertering te verbeteren en ammoniakvorming tegen te gaan. Minder kunstmest strooien zorgt ook voor minder stikstof in de bodem en dus minder uitstoot.

Een potstal (een stal met stro, houtkrullen of zaagsel op de vloer waar de urine in kan trekken) is beter dan een stal met roosters, omdat de ammoniak dan 'wordt gebonden'.

Minder vee houden is ook een optie, maar zeker niet de enige. En zo is er nog wel meer te bedenken. Boeren kunnen aan heel veel knoppen draaien om de stikstofuitstoot te verlagen."

Deel artikel: