Horecaondernemers emotioneel na dag in rechtbank: 'Je schiet weer vol'
Het was een emotionele dag voor horecaondernemers Hendrik-Jan Lip en Henriëtte Waaijenberg uit Hoogeveen. De uitbaters van restaurant Narline in Zuidwolde stonden gisteren namelijk in de rechtbank in Den Haag. Samen met zeven andere ondernemers uit het land zijn zij onderdeel van een rechtszaak die de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft aangespannen tegen het rijk.
De organisatie is niet tevreden over de gang van zaken rondom het uitkeren van de coronasteun. Door ingewikkelde regels hebben bedrijven er geen aanspraak op kunnen maken, zegt het KHN. Terwijl dat wel had gemoeten. Met de zaak hopen ze dat een groep toch nog wat geld krijgt.
"Mij is gevraagd om onze situatie uit te leggen", vertelt Waaijenberg. "Als je dan je verhaal doet in de rechtbank, dan schiet je gewoon weer vol. Voor ons speelt dit al zo lang en de impact die het op ons leven heeft gehad is enorm. Dat gevoel wilde ik goed overbrengen."
Dilemma's
De problemen begonnen in 2019 vlak voor de pandemie. Na het vertrek van de Groene Lantaarn, begon het stel restaurant Narline in het rijksmonumentale pand in buurtschap Ten Arlo. Maandenlang werd er grondig verbouwd. Geen inkomsten, wel kosten. Uiteindelijk gingen de deuren open in december. Maar niet veel later kwam de eerste lockdown en moesten ze weer sluiten.
Het bedrijf was toen al ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar omdat ze geen omzet draaiden in 2019 konden ze ook geen aanspraak maken op steun. Een probleem waar veel startende ondernemers mee te maken kregen. De dilemma's begonnen zich op te stapelen, want op dat moment hadden ze vijftig mensen in dienst en de huur van het pand bleef gewoon doorlopen.
Snel volgde een andere domper. Narline kwam ook niet in aanmerking voor de startersregeling. De inschrijving van het bedrijf bij de KvK vond namelijk plaats voor 1 oktober 2019. Daar lieten de uitbaters het niet bij zitten. Ze bleven bezwaar maken en brieven schrijven. De afgelopen twee jaar heeft Waaijenberg er zelfs een dagboek over bijgehouden.
Tekst gaat verder onder de foto
Acht ton schuld
"En dan merk je pas hoe zwaar het is zonder steun", zegt Waaijenberg. "Al het personeel hebben we bewust doorbetaald, maar je kan je best voorstellen dat de kosten dan flink oplopen." En dat deed het zeker. In totaal hebben ze ongeveer zo'n acht ton aan schuld opgelopen door de gemiste coronasteun. "Je steekt er toch veel eigen vermogen in, we moeten misschien wel tien jaar langer doorwerken om het geld terug te verdienen."
Inmiddels heeft het koppel een klein gedeelte van het geld alsnog gekregen. Maar dat staat niet in verhouding met de gemaakte kosten van de afgelopen twee jaar. Met de rechtszaak hopen ze op meer. "Hopelijk kan ons verhaal een voorbeeld zijn voor meer mensen."
Zes weken wachten
De KHN wilde de zaak in eerste instantie beginnen namens de gehele horeca. Daarmee hoopte ze dat de overheid alle gemaakte schulden of verliezen zou dekken die ondernemers maakten door de coronamaatregelen. Eerder dit jaar besloot een rechter dat, dat niet mogelijk is. Daarom is er nu een zaak gestart met acht horecaondernemers die elk hun verhaal doen over hun problemen tijdens de pandemie.
Langzaam komt er weer een glimlach op het gezicht van Waaijenberg en haar partner. Het restaurant loopt goed en alle bruiloften die stonden gepland zijn doorgegaan. Het stel heeft ook veel steunbetuigingen gehad van ondernemers uit de omgeving. "Het gaat goed de laatste tijd. Het is een prachtig bedrijf en we hebben er altijd vertrouwen in gehouden."
Over zes weken krijgen ze meer te horen. "Waarschijnlijk is er dan een update over de zaak. Maar ik verwacht niet direct dat we heel veel verder zijn. Dit soort dingen kunnen heel lang duren, dus we moeten afwachten. Alles komt goed, dat is mijn levensmotto, want we hebben nog zoveel plannen."
