Vrijwilligers helpen mee met het planten van bomen in het Rifgebergte.
Dit is een nieuwsbericht van
RTV Utrecht

Van olijfboom tot rozemarijn: vrijwilligers uit Zeist brengen samen het Rifgebied tot bloei

Een groepje natuurliefhebbers uit Zeist is de afgelopen weken druk bezig geweest met het planten van bomen in het Rifgebied. In dit noordelijke gebied in Marokko is veel landbouwgrond uitgeput. Stichting Riforest heeft daarom als missie om de situatie te verbeteren.

De afgelopen maand zijn er maar liefst 5000 nieuwe bomen geplant in het Rifgebied, zegt Aziz Kaouass. De voorzitter en oprichter van stichting Riforest uit Zeist somt op: "Olijf, vijg, granaatappel, druif, Johannesbroodboom, amandel, kweepeer, Japanse mispel en moerbei." Deze boomsoorten kunnen goed tegen droogte. Ze zijn dus geschikt om te planten in het Marokkaanse Rifgebied.

Ook zijn er 7000 struiken geplant met lokale kruiden als rozemarijn, lavendel, salie, absint (shiba), marjolein en verveine. Sinds 2015 zorgt stichting Riforest voor nieuwe beplanting in het gebied. "Onze drijfveer is om voor de aarde te zorgen. Dit is ook in lijn met onze levensbeschouwelijke achtergrond als zorgdragers van de aarde", verklaart Kaouass, verwijzend naar zijn islamitische geloof. Binnen de islam wordt het planten van bomen namelijk beschouwd als een vorm van liefdadigheid.

Handen uit de mouwen steken

De Zeister stichting kreeg vaak het verzoek van mensen om een bijdrage te leveren. Zo kwamen ze op het idee om de aanplant van bomen te combineren met een reis voor vrijwilligers uit Nederland. "Het gaat dan om zowel mensen met een band met het gebied als mensen die een bijdrage willen leveren vanuit hun persoonlijke waarden en drijfveren", licht de voorzitter toe. De vrijwilligers verbleven bij de boerenfamilies thuis op locaties in de streken Tazaghine, Iyarmawas, Ait Qamra en Mida.

Voor Said ElKaddouri, bestuurslid van Riforest, was het een droom die uitkwam. "Ik genoot van het geheel. De lokale bevolking was erg betrokken", zei hij. "Ze hadden nog nooit meegemaakt dat Hollandse vrouwen en mannen vrijwillig in de Rif kwamen helpen met planten."

Eén van die Hollandse vrijwilligers is Marieke Smit uit Zeist. "Het was een geweldige ervaring en ik denk er nog elke dag aan", blikt Smit terug. "Zowel de mensen die meehielpen op het land, de boeren bij wie we de voedselbossen hebben geplant en de mensen bij wie we gelogeerd hebben: ik heb zoveel hartelijkheid ontmoet."

Als oud-collega van de voorzitter volgde ze al langere tijd het werk van Riforest. "Ik hou van buiten zijn, van de natuur en maak me ook echt zorgen over de leefbaarheid van dit gebied." Daarom wilde ze graag een bijdrage leveren. "En hoe kan je dat beter doen door gewoon je handen uit de mouwen te steken?"

Tekst gaat verder onder foto

Marieke Smit tijdens het bomen planten in de Rif.

Vijf voedselbossen

Afgelopen voorjaar is Riforest een nieuw project gestart: de aanleg van vijf voedselbossen in de Rif. Dat doen ze aan de hand van principes uit de permacultuurwetenschap, een methode voor het duurzaam vormgeven van de leefomgeving. Zo krijgen boerenfamilies technieken aangeleerd uit de ecologische landbouw, legt Kaouass uit. "Daarmee kunnen zij het land weer vruchtbaar maken, bijvoorbeeld door het gebruik van opgevangen regenwater."

Vrijwilliger Smit zag hoe iedereen zijn eigen ervaring hiervoor heeft ingezet. "Over het planten van bomen, het verzamelen van zaden, het snoeien van bomen of ecosystemen. Dat gaf heel snel een band en levendige gesprekken", zegt Smit. Zo heeft ze veel geleerd over de natuur van het Rifgebergte, de leefomstandigheden in het gebied en de islam. "Tijdens of na het werk was er ook genoeg ruimte om het daarover te hebben."

Tijdens de gezamenlijke lunch was hier bijvoorbeeld ook ruimte voor. De maaltijden werden bereid door de lokale bevolking. "We hebben alleen vegetarisch gegeten", zegt zegt ElKaddouri. "Dat heet in de Rif 'boeren' eten."

Volgens voorzitter Kaouass zorgden het gemêleerde gezelschap voor een "positieve en prettige sfeer" tijdens het werk. "Het was erg mooi om te ervaren dat de liefde en de zorg voor de aarde ons allemaal bindt."

Tekst gaat verder onder foto

Samen met bewoners planten de vrijwilligers verschillende boomsoorten.

Riffijnse wortels

Het grootste deel van de Nederlanders met Marokkaanse achtergrond heeft wortels in de Rif. De regio is decennialang achtergesteld ten opzichte van de rest van het Noord-Afrikaanse land. Eind jaren 60 trokken veel Riffijnen daarom naar Europese landen. Een deel ging naar Nederland om hier te werken als gastarbeider.

De familie van Kaouass verliet op jonge leeftijd het groene dorpje Masaouda in de Rif. Tientallen jaren later is de omgeving compleet veranderd: de grond is uitgeput en de rivieren zijn opgedroogd. "Historisch is er in het Rifgebied veel eenjarige landbouw geweest, de teelt van gerst en tarwe bijvoorbeeld", legt Kaouass uit. Door de opwarming van de aarde en verminderde regenval werkt deze vorm van landbouw niet meer.

Bovendien heeft deze vorm van landbouw grote gevolgen voor het klimaat en de bewoners. "Het resultaat is dat de aarde alleen maar verder in verval raakt door erosie", benadrukt de voorzitter. "Daarnaast zorgt het ervoor dat mensen wegtrekken naar de steden, of het liefst naar Europa."

Tekst gaat verder onder foto

Samen met bewoners planten de vrijwilligers verschillende boomsoorten.

Eenvoudige oplossing

Het aanplanten van bomen is volgens de voorzitter een eenvoudige oplossing voor diverse soorten problemen, zowel ecologisch als sociaal-economisch. "Als je in zo’n dorp komt, zie je mensen die aan het overleven zijn", zegt Kaouass. "Veel mensen zijn afhankelijk van financiële ondersteuning van familieleden die in Europa wonen."

Dat is een "pijnpunt" voor het Rifgebied, vindt hij. "We beseffen dat mensen die er wonen vaak niet het geld hebben om bomen te kopen en te planten." Met behulp van donaties en fondsenwerving koopt de stichting daarom bomen in bij lokale kwekers. De bomen worden vervolgens geschonken aan boerenfamilies.

Vrijwilliger Smit hoopt dat de aanleg van de voedselbossen zorgt voor perspectief op een beter bestaan voor de lokale bevolking. "Ik hoop heel erg dat over een paar jaar de voedselbossen vruchten, kruiden en bloemen opleveren en dat insecten en vogels weer langzaam terugkeren." Om daaraan bij te dragen, gaat ze bij een volgende vrijwilligersreis graag weer mee.

Ezels in de Rif. In de lokale taal Tarifit wordt het dier 'aghyour' genoemd.

Deel artikel: