Vooral bewoners zorginstellingen slachtoffer van mensenhandel in Groningen
Het aantal slachtoffers van seksuele en criminele uitbuiting in de gemeente Groningen is groter dan hulpverleners tot nu toe in beeld hadden. Zorgen om bewoners van zorginstellingen en begeleid-wonenlocaties nemen specifiek toe: zij zijn extra kwetsbaar.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centrum Kinderhandel Mensenhandel (CKM) in opdracht van de gemeente Groningen. Die wil in kaart brengen in hoeverre deze uitbuiting voorkomt en welke kansen er zijn om de aanpak van mensenhandel te verbeteren.
Van loverboy tot drugsdealer
Bij mensenhandel gaat het niet over mensen smokkelen naar een ander land, maar gedwongen prostitutie, arbeidsuitbuiting, gedwongen bedelarij en het onder dwang laten plegen van criminele activiteiten vallen eronder.
'Een voorbeeld van mensenhandelaren zijn loverboys', zegt Sjoerd van Bemmel van het CKM. 'Die dwingen meisjes om seks te hebben met anderen. Het geld gaat naar de uitbuiter: de loverboy. Maar er zijn ook jonge jochies die gemanipuleerd worden om bijvoorbeeld drugs van A naar B te brengen. Ook daar gaat het geld naar de uitbuiter.'
Helft van hulpverleners kent slachtoffers
'Wij hebben 222 professionals ondervraagd', gaat Van Bemmel verder. '55 procent van hen zegt in de afgelopen twee jaar in contact te zijn geweest met slachtoffers. Gemiddeld gaat het dan om twee tot vijf slachtoffers per hulpverlener. Daar kunnen dubbelingen tussen zitten, maar het zijn er in ieder geval veel meer dan de 29 die officieel geregistreerd zijn bij het Zorg- en Veiligheidshuis in Groningen.'
Het slachtoffer ziet zichzelf vaak niet als slachtoffer
Relatief veel van de vermoedelijke slachtoffers wonen in zorginstellingen: bijna 40 procent van de slachtoffers van seksuele uitbuiting woont in een zorginstelling en meer dan 50 procent van de slachtoffers van criminele uitbuiting zit in de zorg.
Of deze slachtoffers geronseld zijn in de kliniek of daarbuiten, en om welke instellingen het gaat, is niet duidelijk.
Slachtoffer ziet zichzelf vaak niet zo
Mensenhandel is lastig aan te pakken. Van Bemmel: 'Het speelt zich af in het verborgene. Het slachtoffer ziet zichzelf vaak niet als slachtoffer. Manipulatie is een belangrijk onderdeel: mensen laten denken dat ze vrijwillig doen wat jij wilt dat ze doen.'
Slachtoffers durven ook niet naar de politie omdat ze bang zijn voor represailles of ze denken dat ze toch niet geloofd worden. 'Daar ligt een grote uitdaging', geeft Van Bemmel toe.
Kennis ontbreekt
'Aan de andere kant geven hulpverleners aan dat ze niet zoveel weten over mensenhandel. Ze zijn niet in staat om die te herkennen en weten niet waar ze met hun signalen heen moeten. Het ontbreekt aan duidelijke meldroutes. Daarnaast zijn ze bang dat, als ze het melden, ze hun beroepsgeheim schenden.'
Een van de conclusies van het onderzoek is dat de gemeente duidelijk moet maken waar professionals terechtkunnen met hun signalen. Van Bemmel: 'En professionals hebben de taak om hun kennis over dit onderwerp te bevorderen.'